#720 Over tevredenheid gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Psalm 131
1Een pelgrimslied, van David.
HEERE, mijn hart is niet hoogmoedig,
mijn ogen zijn niet trots,
ook wandel ik niet in dingen
die te groot en te wonderlijk voor mij zijn.
2Voorwaar, ik heb mijn ziel tot rust
en tot stilte gebracht,
als een kind dat de borst ontwend is, bij zijn moeder,
mijn ziel is in mij als een kind dat de borst ontwend is.
3Israël, hoop op de HEERE,
van nu aan tot in eeuwigheid.
#720 Over tevredenheid gesproken
We staan bij wijze van spreken opnieuw op de drempel van een pelgrimslied.
En ik moet u eerlijk bekennen dat deze psalm voor mij persoonlijk niet zozeer bekend was. Misschien bij u wel, maar ik heb er evenmin veel uit horen preken of spreken. Laten we ons daarom laten leren uit het Woord tot eer van de Eeuwige, tot eer van de Heere. Dat deze overdenkingen uit Psalm 131 tot eer van de Heere zullen zijn.
Naast de persoonlijk boodschap en beleving van David, de geliefde naar Gods hart, en waarin we een inkijkje krijgen in het hart van de koning van Israel zien, maar zeker ook dat we een inkijkje mochten krijgen in hart hart van de HEERE, de Aanwezige, waren we in Psalm 130 getuigen van de vervulling van de grote Verzoendag voor het volk Israël. Er is een voorwaarde waaraan iemand moet voldoen, wil hij op de grote Verzoendag de HEERE kunnen ontmoeten en dat is verootmoediging (Lv 23:27-29), want “voorzeker, iedere persoon die zich op diezelfde dag niet verootmoedigt, moet van zijn volksgenoten worden afgesneden” (Lv 23:29).
Verootmoediging is niet maar een Oud Testamentisch principe van lang vervlogen tijden, maar een houding die we de hele Schrift door mogen lezen. De apostel Paulus, de apostel van het Nieuwe of Tweede Testament bij uitstek zou je in een bepaald opzicht kunnen zeggen horen we op de weg naar Damascus roepen wanneer de Heere God hem bij wijze in zijn nekvel grijpt, direct vol verootmoediging, bevend en verbaasd zeggen: Heere, wat wilt U dat ik doen zal?
Zullen we het gedeelte eens lezen?
Saulus nu, die tegen de discipelen van de Heere nog steeds brieste van dreiging en moord, ging naar de hogepriester toe en vroeg van hem brieven voor Damascus, gericht aan de synagogen, opdat, als hij er enigen zou vinden die van die Weg waren, zowel mannen als vrouwen, hij die geboeid naar Jeruzalem zou brengen.
En terwijl hij onderweg was, gebeurde het dat hij dicht bij Damascus kwam. En plotseling omscheen hem een licht vanuit de hemel, en toen hij op de grond gevallen was, hoorde hij een stem die tegen hem zei: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? En hij zei: Wie bent U, Heere? En de Heere zei: Ik ben Jezus, Die u vervolgt. Het is hard voor u, met de hielen tegen de prikkels te slaan. En hij zei, bevend en verbaasd: Heere, wat wilt U dat ik doen zal?
Ziet u wel? Hij die brieste van dreiging en moord, werd bij wijze van spreken in een kort moment iemand die bevend en verbaasd iemand die vraagt: Heere, wat wilt u dat ik doen zal? Een groter tegenstelling van hoogmoed en verootmoediging is haast niet voor te stellen.
Psalm 131 is de psalm waarin het overblijfsel tot verootmoediging komt, waardoor zij gereed zijn voor de grote Verzoendag. De verzen 1-2 staan in de eerste persoon enkelvoud. Verootmoediging is in de eerste plaats een individuele zaak. Het is iets wat de HEERE bewerkt in de gelovige die in Zijn tegenwoordigheid komt.
Van dit “pelgrimslied”, het twaalfde, wordt weer de naam van de dichter ervan vermeld: het is een pelgrimslied “van David” (vers 1a).
Charles Spurgeon noemde Psam 131 “een van de kortste psalmen om te lezen, maar een van de langste om te leren.” En zo is het.
Psalm 131 behoort tot de pelgrimsliederen, liederen die tijdens da reis van Israel naar Sion voor het vieren van de hoge feesten werden gezonden en beleefd. Maar in zekere zijn u en ik eveneens pelgrims. Pelgrims op weg naar Sion, Pelgrims op weg naar de Hoge Feesten. Pelgrims, op weg naar Gods Huis.
Wanneer je jong bent, ook in het geloof, en nog maar net op weg, lijkt de reis van je leven misschien op een vakantiereis. Je ziet uit naar alle avonturen die je onderweg zal tegen komen. Maar als je wat ouder bent, ook in het geloof, zul je merken dat dat lopen niet altijd even gemakkelijk gaat en veelal gedragen moet worden. Ook in geestelijk opzicht.
De reis is eigenlijk een behoorlijke afstand. Neem nu de reis eens van Psalm 129 tot Psalm 131. Psalm 129 was een psalm waarin de psalm tot vervloeking wachtte op wraak op Gods vijanden. Psalm 130 was een boetepsalm waarin de psalmist om vergeving vroeg voor zijn eigen zonden. En Psalm 131 is een psalm van nederigheid waar de psalmist naar een plaats van stille tevredenheid komt in Gods aanwezigheid.
Laten we hopen en bidden dat ook wij, u en ik deze weg in ons leven zullen wandelen. Op weg naar de plaats van stille tevredenheid in Gods aanwezigheid.
Want, als dat geen zegen is.
Zullen we vanmorgen, in het licht van het de eenvoud en verootmoediging van de psalm eens met een heel eenvoudig kinderlied eindigen. Alhoewel, zo eenvoudig is het niet om de Heere te danken voor de dingen die wij vaak zoals vanzelfsprekend uit Gods zegenende handen mogen ontvangen. Zing daarom dit lied vanmorgen maar gerust mee, als een danklied voor de Heere voor die hele gewone vanzelfsprekende zegeningen mee:
DELEN
[Sassy_Social_Share]
#0720 Psalm 131 -1- 2022-10-27