#716 Over verzoening gesproken -8-
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE;
2 Heere, hoor naar mijn stem.
Laat Uw oren opmerkzaam zijn
op mijn luide smeekbeden.
3 Als U, HEERE, op de ongerechtigheden let,
Heere, wie zal staande blijven?
4 Maar bij U is vergeving,
opdat U gevreesd wordt.
5 Ik verwacht de HEERE, mijn ziel verwacht Hem
en ik hoop op Zijn woord.
6 Mijn ziel wacht op de Heere,
meer dan wachters op de morgen,
wachters op de morgen.
7 Laat Israël hopen op de HEERE,
want bij de HEERE is goedertierenheid
en bij Hem is veel verlossing.
8 Ja, Hij zal Israël verlossen
van al zijn ongerechtigheden.
#716 Over verzoening gesproken -8-
In de voorgaande aflevering stonden we stil bij het feit dat God een God van vergeving is voor Zijn volk, maar ook voor u en voor mij.
Vergeving kan alleen van God worden verkregen, niet van enig mens, en op basis van belijdenis van zonden en geloof in het bloed van Zijn Zoon lezen we in 1 Johannes 1 vers 9:
1 Johannes 1:9 Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
Eerder in dit programma kwamen we al tot de conclusie dat deze Psalm niet zomaar op zichzelf staat, maar in woorden de betekenis van Grote Verzoendag of Yom Kippur uitdrukt. De Heilige God Die Zich verzoent met zondige mensen.
Als U, HEERE, op de ongerechtigheden let,
Heere, wie zal staande blijven?
Maar bij U is vergeving,
opdat U gevreesd wordt.
Wanneer we deze grenzeloze vergeving kennen en daarvan genieten, zullen zich met vreugde verheugen. Maar dat niet alleen, maar we zullen de Heere ook vrezen. Dat woord heeft een negatieve klank in het Nederlands, het drukt angst uit. Maar in het Hebreeuws betekend het voornamelijk eerbied en ontzag voor Hem hebben. Hem eren. Zoals een kind, in het natuurlijke leven eerbied en ontzag voor zijn of haar vader heeft, hem als vader eert, zo mogen de kinderen, de zonen van Vader Hem eveneens alle eer geven.
Wanneer de vergeving en de genade van God een plaats in je leven gekregen heeft, leidt dat niet tot een lichtzinnig, dom, gedachteloos, onbedachtzaam of een slordig leven, maar tot een leven van aanbidding van God en gehoorzaamheid aan Hem.
De apostel Paulus, de aposel met de boodschap van genade bij uitstek, schrijft aan de gelovigen in Efeze dit:
Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.
Wees dan navolgers van God, als geliefde kinderen en wandel in de liefde, zoals ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offergave en slachtoffer, tot een aangename geur voor God. Maar ontucht en alle onreinheid of hebzucht, laten die onder u beslist niet genoemd worden, zoals het heiligen past, en evenmin oneerbaarheid, dwaze praat en lichtzinnige taal, die onbehoorlijk zijn; maar veelmeer past dankzegging.
Want dit weet u, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. Laat niemand u misleiden met inhoudsloze woorden, want om deze dingen komt de toorn van God over de kinderen van de ongehoorzaamheid. Wees dan hun metgezellen niet. Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht.
De betekenis van de verzoendag wordt uitgelegd in de brief aan de Hebreeën. Het resultaat van de verzoening is: “Daarom, broeders, daar wij het vertrouwen hebben om door het bloed van Jezus de heilige plaats binnen te gaan, langs een nieuwe en levende weg…” (Hebr 10:19-20).
Dat het vrezen van de Heere in Ps 130:4 die voortkomt uit vergeving niets met angst voor God te maken heeft blijkt wel uit de woorden die Paulus aan zijn geestelijke zoon Timotheus richt in zijn tweede brief: Want God heeft ons niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht en der liefde en der gematigdheid.
En in de eerste brief van Johannes lezen we: Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees buiten; want de vrees heeft pijn, en die vreest, is niet volmaakt in de liefde.
En weet u angst voor God heeft zijn duizenden in deze wereld verslagen. Ook in de kerken. Inderdaad, we hebben met een rechtvaardig God te maken. Inderdaad we hebben met een God te maken die de zonde straft. Maar vergeet niet dat Hij dat in Zijn Zoon gedaan heeft. Eens en voor allen. Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.
En weet u, de dichter van Psalm 130 was daar ook van op de hoogte. Luister maar: “Ik wacht op de HEER.” Hij loopt niet van Hem weg omdat hij bang zou zijn, maar hij ziet naar Hem uit. Zijn “ziel wacht” op Hem. Hij is vol van Hem. De reden daarvoor is Zijn woord, wat Hij heeft beloofd. Daar wacht hij op, dat wil zeggen, hij ziet vol vertrouwen uit naar de vervulling van wat de HEERE in Zijn Woord heeft beloofd. Die belofte is dat hij in de tegenwoordigheid van de HEER mag komen. Wachten in verwachting. Ben u ook in verwachting op Zijn komst? Met reikhalzend verlangen?
Als dat geen zegen is?
DELEN
[Sassy_Social_Share]