#664 Over Aliyah maken gesproken -8-
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Danklied na de ballingschap
1 Een pelgrimslied.
Toen de HEERE de gevangenen van Sion terug deed keren,
waren wij als mensen die droomden.
2 Toen werd onze mond vervuld met lachen
en onze tong met gejuich.
Toen zei men onder de heidenvolken:
De HEERE heeft grote dingen bij hen gedaan!
3 De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan,
daarom zijn wij verblijd.
In de Hebreeuwse Bijbel wordt het vertaald naar het Nederlands zo gelezen:
1 Een lied van beklimmingen.
Wanneer de HEER het lot van Zion herstelt
– we zien het als in een droom –
2 onze monden zullen gevuld worden met gelach,
onze tongen met liederen van vreugde.
Dan zullen zij onder de volken zeggen:
“De HEER heeft grote dingen voor hen gedaan!”
3 De HEER zal grote dingen voor ons doen
en we zullen ons verheugen.
Over Aliyah maken gesproken -8-
In de voorgaande aflevering hebben we gezien dat de HEERE, JHWH het volk terugbracht vanuit de gevangenschap in de vrijheid. Gratis en voor niets. Want let er op dat Kores het gevangen genomen volk zonder geld en zonder prijs wegstuurde, om naar hun eigen land stad en tempel terug te keren, en vooral dat hij hen beladen met geschenken naar huis stuurde. We hebben ook de vergelijking daarmee gezien met de verlossing van het volk vanuit Egypte waarin het eveneens met zilver en goud beladen het land verliet.
Maar we hebben ook de geestelijke vergelijking gezien vanuit het tweede testament waarin ook wij vanuit de dood tot het leven geroepen werden. In alle drie de gevallen is het het werk van uitsluitend God Zelf Die verlossing schonk in het verleden, verlossing schenkt in het heden en verlossing zal schenken in de toekomst. Op grond van genade. Geen verdienste voor het volk, geen verdienste voor en van u en mij.
En zoals het was in het verleden alsof het volk droomde, zoals we uit de woorden van Psalm 126 lazen, zo is het ook nu en zo zal het ook in de toekomst zijn.
Want mag ik er vanmorgen eens een persoonlijke toepassing van maken? Ik herinner mij nog toen de Heere God mij vanuit de dood tot het leven riep ik de eerste periode er niet over uit kon dat ik het Leven gevonden had. Iedereens die het maar horen wilde of niet moest horen welk een geweldige verlossing Hij voor mij teweeg gebracht had. De eerste liefde: Kent u die ervaring? Het was alsof er een droom uitgekomen was. Ik moet ineens denken aan dat lied dat we in die tijd veel met elkaar in de gemeente waar wij kwamen met elkaar zongen:
O, welk een wond’re Verlosser
vond ik in mijn Heiland en Heer.
Lofprijs vervult nu mijn harte,
mijn zonden gedenkt Hij niet meer.
Genade kocht mij vrij!
Mijn ziele juicht: Halleluja!
Genade kocht mij vrij!
Stromen van licht en genade
vervullen mijn ziel, meer en meer.
‘k Weet: al mijn schuld is vergeven
door ’t bloed van mijn Heiland en Heer.
Niets kan van Jezus mij scheiden,
Hij woont door zijn Geest in mijn hart.
In Hem ben ‘k veilig geborgen,
in uren van zorg en van smart.
‘k Werd niet gered door mijn werken,
zelfs niet door berouwvol geween,
noch door mijn worst’ling en strijden,
doch slechts door genade alleen.
Genade kocht mij vrij!
Mijn ziele juicht: Halleluja!
Misschien kent u het wel. Voor een keer onderbreken we even voor het lied:
Wat een geweldige verlossing is u en mij ten deel gevallen wanneer we de God van Israel persoonlijk hebben mogen leren kennen. En zoals het volk beladen met zulver en goud de vrijheid in mochten gaan zo zijn ook wij beladen met alle geestelijke zegening het nieuwe Leven in gegaan. Niet op grond van verdienste van u en mij. Maar op grond van Gods genade. Zullen we nog eens in herinnering roepen wat een geweldige rijkdom ons ten deel is gevallen? Laten we de schatkamer maar eens binnengaan in Efez 1:
1 Paulus, een apostel van Jezus Christus door de wil van God, aan de heiligen en gelovigen in Christus Jezus die in Efeze zijn:
2 genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus.
3 G ezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemel in Christus,
4 omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde.
5 Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, in Zichzelf, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil,
6 tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde.
7 In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade,
8 die Hij ons overvloedig geschonken heeft, in alle wijsheid en bedachtzaamheid,
9 toen Hij ons, overeenkomstig Zijn welbehagen, dat Hij in Zichzelf voorgenomen had, het geheimenis van Zijn wil bekendmaakte,
10 om in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen te brengen, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is.
11 In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil,
12 opdat wij tot lof van Zijn heerlijkheid zouden zijn, wij, die al eerder onze hoop op Christus gevestigd hadden.
13 In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte,
14 Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verlossing die ons ten deel viel, de verlossing tot lof van Zijn heerlijkheid.
Wat een rijkdom, wat een positie is u en mij ten deel geworden. Van straat en straat arm, overgezet naar de positie van een Koningskind.
En hoort u de woorden doorklinken… het was alsof wij droomden? Het laatste vers van Efeze wat we hier lazen spreekt over lof en heerlijkheid. Daarin hoor ik de woorden van Psalm 126 doorklinken:
2 Toen werd onze mond vervuld met lachen
en onze tong met gejuich.
Toen zei men onder de heidenvolken:
De HEERE heeft grote dingen bij hen gedaan!
Als dat geen zegen is.
DELEN
[Sassy_Social_Share]