#640 Over overwinnaars gesproken (5)
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Psalm 105
37 Hij leidde hen uit met zilver en goud,
onder hun stammen was niemand die struikelde.
38 Egypte was blij toen zij wegtrokken,
want angst voor dit volk was op hen gevallen.
#640 Over overwinnaars gesproken (5)
Ja, ik weet het, we hebben inmiddels al viermaal hierbij stilgestaan, maar sta mij toe nog eenmaal met u na te denken over dit aspect. Eerder haalde ik in dit programma al aan dat de apostel Paulus in Romeinen 8 spreekt over het feit dat de gelovigen in Christus, de Messias ‘meer van overwinnaars’ zijn. Want wanneer we verlost zijn, nu niet uit het diensthuis van Egypteland, maar uit het diensthuis van de zonde, verlaten hebben, zijn we niet met goud en zilver beladen maar met alle geestelijke zegening in Christus, in de Messias.
In Romeinen 8 spreekt Paulus over de zekerheid van het geloof: niets kan ons scheiden van Gods liefde in Christus Jezus! De apostel onderstreept dat aan de hand van drie belangrijke vragen.
Hij weet hoe mensen in elkaar zitten, en de wereld, maar ook de tegenstander, die ons denken telkens weer weet te beinvloeden en ons aan het twijfelen wil brengen. Een beschuldiging is zo geuit. En Paulus, weet dat, ik zou bijna zeggen als geen ander, want schrijft hij in 2 Korinthe 12 vers 7:En opdat ik mij door de uitnemendheid der openbaringen niet zou verheffen, zo is mij gegeven een scherpe doorn in het vlees, namelijk een engel des satans, dat hij mij met vuisten slaan zou, opdat ik mij niet zou verheffen.
Maar vraagt hij in Romeinen 8: “Wie zal beschuldigen inbrengen tegen de uitverkorenen van God?” (vs. 33). Je mag weten dat God vóór je is en niet tegen je, en dat je in Christus, in de Messias, in de Gezalfde, in de Bevrijder, alles hebt ontvangen wat nodig is. Dat zie je en ervaar je allemaal nog niet vandaag, dat wordt in de toekomst allemaal openbaar. Als Paulus vraagt: “Wie zal beschuldigingen inbrengen…?”, luidt het antwoord: “God is het Die rechtvaardigt”!
Als de Allerhoogste je heeft vrijgesproken en gezegd heeft: ‘Al je zonden zijn vergeven’, sterker nog: ‘Je bent volkomen gereinigd’, wie kan er dan nog een beschuldigende vinger opheffen? God is het, Die rechtvaardigt en Hij is Degene, Die vasthoudt aan Zijn werk en aan Zijn beloften! Dat was en is het werk, dan dat kon er kan er maar een, toen en nu en dat is de Hogepriester.
Verdoemen is: veroordelen. Romeinen 8:1 zegt: “Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn…” Het offer dat de Heere Jezus, Jeshua haMesseach, heeft gebracht, is toereikend voor alles en er is geen zonde te groot of het is door Hem weggedaan. Machtig! Wie zal dan veroordelen?
De verlossing is radicaal. Het is niet dat Hij de zaak maar wat opgepoetst of schoongemaakt heeft. God heeft het grondig aangepakt. De Heere Jezus zegt, dat de gelovige verlost is, overgeplaatst, zodat hij/zij eeuwig leven heeft en niet in het oordeel komt, want hij is “uit de dood overgegaan in het leven” (Joh. 5:24)!
Hebr. 8:12 Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken.
Dat is de situatie, dat zijn de feiten. Zo heeft God het gewild en zo heeft Hij het ook gedaan. Wie zal dan nog veroordelen? Ja, je kunt jezelf veroordelen, anderen kunnen je veroordelen, maar voor God is dat allang niet meer relevant. Christus Jezus is de gestorvene. Hij heeft dat oordeel gedragen. Daarom stierf Hij aan het kruis: Het is volbracht! En wat méér is, Hij is ook de Opgewekte (vs. 34). Op de derde dag stond Hij op uit de dood, als de Eersteling van een nieuwe schepping, een nieuw leven, en daar heeft elke gelovige nu deel aan: de garantie van eeuwige zaligheid!
Tenslotte is er nog de vraag: “Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?” (vs. 35). Paulus noemt vervolgens zeven dingen op (het getal van de volkomenheid): “Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard?” Hij had ook gewoon één antwoord kunnen geven, namelijk: Niets! Helemaal niets! In vers 38 en 39 noemt de apostel tien dingen op, waarvan hij overtuigd is. Niet twijfelachtig dus, maar zeker weten!
– Noch dood
Je kunt sterven. Maar betekent dat, dat je daardoor gescheiden wordt van God? Nee, want je behoort God toe in leven en in sterven.
– Noch leven
Kun je in je leven gescheiden worden van God? Nee! Het leven, met alles erop en eraan (ook fouten en tekortkomingen), kan je niet scheiden van de liefde van Christus. Je bent onlosmakelijk met Hem verbonden.
– Noch engelen, noch overheden
Ook engelen en machten die veel groter en heerlijker zijn dan wij, zelfs de duivel, de tegenstander, is niet bij machte om ons te scheiden van God.
– Noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen
Wij maken ons vaak zorgen over dingen die nooit komen. We kunnen onszelf ermee kastijden! Maar… wat er ook gebeurt in het heden of in de toekomst, je kunt nooit (meer) los raken van God.
– Noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel
Niets van wat tot de schepping behoort, kan je scheiden van God! God staat er boven. Hoe groot de machten binnen de schepping ook kunnen zijn, de Schepper is altijd groter. In Psalm 57 lezen we, dat David schuilt bij God, de Allerhoogste: “… Die Zijn werk aan mij voltooien zal” (vs. 3). God is het begin en ook het einde. Hij maakt Zijn werk af (zie ook Fil. 1:6).
Wat betekent dat nu voor de praktijk van ons leven? Dat betekent wat vers 37 zegt: “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars…”. Wat wij ook meemaken. Je kunt wat Paulus zegt, aanvullen met: ziekte, strijd, zorg, teleurstelling, etc.
Een gelovige kan in de meest afschuwelijke omstandigheden terecht komen. Maar die gelovige, en daarom heet hij ook een gelovige, mag vertrouwen op het Woord van God en weten dat hij in dat alles toch meer dan overwinnaar is en niet gescheiden kan worden van de liefde van God.
De overwinning is van God en door God, en daarom kan niemand ons scheiden van Hem!
Als dat geen zegen is.
DELEN
[Sassy_Social_Share]
DELEN
[Sassy_Social_Share]