#0749 Over Koningschap gesproken -3-
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Psalm 132 -19-
1 Een pelgrimslied.
HEERE, denk aan David,
aan al zijn lijden,
2 hoe hij de HEERE gezworen heeft,
de Machtige Jakobs deze gelofte deed:
3 Nee, ik ga mijn tent, mijn huis, niet binnen,
ik leg mij op de rustbank, mijn bed, niet neer;
4 ik gun mijn ogen geen slaap,
mijn oogleden geen sluimer,
5 totdat ik voor de HEERE een plaats gevonden heb,
een woning voor de Machtige Jakobs!
6 Zie, wij hebben van de ark gehoord in Efratha,
hem gevonden in de velden van Jaär.
7 Laten wij Zijn woning binnengaan,
ons neerbuigen voor de voetbank van Zijn voeten.
8 Sta op, HEERE, ga naar Uw rustplaats,
U en de ark van Uw macht.
9Laat Uw priesters bekleed worden met gerechtigheid,
laat Uw gunstelingen juichen.
10Wijs het gebed Letterlijk: het gezicht. van Uw gezalfde niet af,
omwille van David, Uw dienaar.
11 De HEERE heeft David in waarheid gezworen,
en Hij zal daar niet van afwijken:
Eén van de vrucht van uw schoot
zal Ik op uw troon zetten.
12 Als uw zonen Mijn verbond in acht zullen nemen
en Mijn getuigenissen, die Ik hun leren zal,
zullen ook hun zonen tot in eeuwigheid
op uw troon zitten.
13 Want de HEERE heeft Sion verkozen,
Hij heeft het begeerd tot Zijn woongebied.
14 Dit is, zei Hij, Mijn rustplaats tot in eeuwigheid,
hier zal Ik wonen, want naar haar heb Ik verlangd.
15 Haar voedsel zal Ik rijk zegenen,
haar armen met brood verzadigen.
16 Haar priesters zal Ik kleden met heil,
haar gunstelingen zullen uitbundig juichen.
17 Daar zal Ik voor David een hoorn doen opkomen
en voor Mijn gezalfde een lamp gereedmaken.
18 Ik zal zijn vijanden met schaamte kleden,
maar op hem zal zijn diadeem schitteren.
#0749 Over Koningschap gesproken -3-
In de voorgaande uitzending stonden we stil bij de woorden uit Psalm 132 vers 11 waar we de woorden lazen:
De HEERE heeft David in waarheid gezworen,
en Hij zal daar niet van afwijken:
Eén van de vrucht van uw schoot
zal Ik op uw troon zetten.
We zagen ook dat Petrus deze woorden tijdens zijn prediking op de Pinksterdag aanhaalt en de vervulling ervan toepast op de Heer Jezus. We lazen daarover in Handelingen 2 vers 40 en 31.
Maar we zagen ook dat de HEERE daar wel voorwaarden aan verbindt. We zagen dat aan de hand van de brief van Paulus aan de Romeinen, maar we lezen daarover ook in het volgende vers van Psalm 132 waar we lezen:
Als uw zonen Mijn verbond in acht zullen nemen
en Mijn getuigenissen, die Ik hun leren zal,
zullen ook hun zonen tot in eeuwigheid
op uw troon zitten.
Zijn verbond en Zijn getuigenissen in achtnemen die Hij hun leren zal. Dat waren en zijn de voorwaarden die de HEERE stelt aan de zonen van David om op de troon te zitten. Ze moeten luisteren naar het onderwijs van God. Hij zal hun leren Zijn verbond en Zijn getuigenissen in acht te nemen. Als ze dat doen, zullen zij op zijn troon zitten.
En we weten allemaal hoe het gegaan is met de zonen van David. Met Salomo en zijn broers. Dat hebben ze echter niet gedaan. En ik heb er geen enkele behoefte aan om daar verder over uit te wijden. Daarom, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle.
Daardoor is het huis van David vervallen. God zal dat huis weer oprichten omdat er één Zoon van David is, Die wel Zijn verbond en Zijn getuigenissen in acht heeft genomen. Maar voor het zover is moeten we denk ik eerst stil staan bij de woorden van de vervallen hut van David. En ik wil u vragen in de komende paar minuten steeds de huidige situatie in Israel daarbij in gedachten te nemen, omdat we ook hierion een patroon dzien in de tijd waarin wij leven.
In Amos 9:11 spreekt de profeet Amos over het herstel van de vervallen hut van David. Wat wil Amos met deze woorden zeggen? Wat is de vervallen hut van David en waarom wordt dit geciteerd in Handelingen 15?
De schrijver van dit Bijbelboek heet Amos, wat ‘beladene’of ‘last’ betekent. Hij leefde in de periode dat Jerobeam II in Israël en Uzzia in Juda regeerde. Amos predikte in het noordelijk koninkrijk, namelijk in Bethel waar het gouden kalf stond. Het was een tijd van welvaart en voorspoed. We weten niet zeker hoelang het optreden van deze profeet duurde. Voor Israël was het een rustige periode met weinig druk van de omliggende grootmachten. De welvaart nam, vooral onder de stedelingen, toe. Hier tegenover stond echter dat de armen steeds armer werden. Vooral in Samaria had zich een rijke, verkwistende klasse ontwikkeld. Tegen hen preekte Amos over misbruik van rijkdom, macht en privileges ten koste van de armen.
De boodschap van Amos was om het zomaar eens te zeggen niet mals en zijn harde kritiek richt zich op een aantal concrete zonden:
Men onderdrukt de armen en behandelt hen als koopwaar (2:6v; 4:1; 5:11v; 8:6);
De rechtspraak deugt niet (5:10; 6:12);
Men knoeit met maten en gewichten (8:5);
Leegheid van het leven van de rijken die in luxe leven (4:1; 6:4).
Deze zonden hadden toen, maar ook nu in de tijd waarin wij leven ook een religieus karakter, want de eer van God staat hiermee op het spel. Wie de naam van zijn naaste schendt, schendt de naam van God. Zo is de dienst aan God ook huichelachtig. God zal daarom Zijn volk straffen (3:2).
En zijn het niet juist die aspecten die ook in de tijd waarin wij leven actueel zijn? Binnen Israëls grenzen, maar eveneens in de wereld waarin wij leven? Het verschil tussen de armen en de rijken neemt in Israel, maar eveneens daarbuiten hand over hand toe. Er zijn talloze organisaties die zich inzetten voor het toenemend aantal armen in Israel, zij die afhankelijk zijn van voedselbanken en hulpprogramma’s om bijvoorbeeld gekleed te worden. En tegelijkertijd zien we dat er sprake is van een buitensporige rijkdom in Israel, waarin kosten noch moeiten bijvoorbeeld worden getroost om naar de maan te vliegen. Maar laten we ons hier niet over verheffen want in ons eigen land zien we precies dezelfde processen plaatsvinden
Men onderdrukt de armen en behandelt hen als koopwaar (2:6v; 4:1; 5:11v; 8:6);
De rechtspraak deugt niet (5:10; 6:12);
Men knoeit met maten en gewichten (8:5);
Leegheid van het leven van de rijken die in luxe leven (4:1; 6:4).
Maar is daarmee over Israel en de volkeren? Natuurlijk want naast de oordeelsaankondigingen gloort er ook hoop in het slot van profetische woorden van Amos. Hoop voor de toekomst. Want Gods Woord is vooral Evangelie. De Goede en de Blijde Boodschap. Er gloort hoop voor Israel en deze wereld. En ja, de oordelen zullen komen, maar God zal ook herstel geven. Want God zal Zijn volk ook weer terugbrengen.
Luister maar naar Gods beloften, gesproken door Zijn profeet Amos in hoofdstuk 9:
11 Op die dag zal Ik oprichten
de vervallen hut van David.
Zijn scheuren zal Ik dichtmaken,
en wat aan hem is afgebroken, zal Ik oprichten,
Ik zal hem opbouwen als in de dagen van oude tijden af;
12 zodat zij de rest van Edom in bezit zullen nemen, en alle heidenvolken
waarover Mijn Naam is uitgeroepen,
spreekt de HEERE, Die dit doet.
13 Zie, er komen dagen,
spreekt de HEERE,
dat de ploeger de maaier zal ontmoeten
en de druiventreder de zaaier,
en dat de bergen zullen druipen van jonge wijn
en al de heuvels doordrenkt zullen worden.
14 Ik zal een omkeer brengen in de gevangenschap van Mijn volk Israël.
Zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen,
zij zullen wijngaarden planten en de wijn ervan drinken,
zij zullen tuinen aanleggen en de vrucht ervan eten.
15 Ik zal hen in hun land planten,
en zij zullen nooit meer weggerukt worden uit hun land,
dat Ik aan hen gegeven heb, zegt de HEERE, uw God.
Als dat geen zegen is.
DELEN
[Sassy_Social_Share]