#0733 Over cederhout gesproken
15/11/2022

#0733 Over cederhout gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Psalm 132 -3-

1 Een pelgrimslied.
HEERE, denk aan David,
aan al zijn lijden,

2 hoe hij de HEERE gezworen heeft,
de Machtige Jakobs deze gelofte deed:

3 Nee, ik ga mijn tent, mijn huis, niet binnen,
ik leg mij op de rustbank, mijn bed, niet neer;

4 ik gun mijn ogen geen slaap,
mijn oogleden geen sluimer,

5 totdat ik voor de HEERE een plaats gevonden heb,
een woning voor de Machtige Jakobs!

6 Zie, wij hebben van de ark gehoord in Efratha,
hem gevonden in de velden van Jaär.

7 Laten wij Zijn woning binnengaan,
ons neerbuigen voor de voetbank van Zijn voeten.

#0733 Over cederhout gesproken.
De psalm is hoogstwaarschijnlijk van Salomo. De verzen 8-10 komen namelijk overeen met enkele verzen uit het gebed dat Salomo bij de inwijding van de tempel bidt (2Kr 6:41-42). We lezen daar:

Welnu, HEERE God, sta op, trek naar Uw rustplaats, U en de ark van Uw macht. Laten Uw priesters, HEERE God, met heil bekleed worden, en laten Uw gunstelingen verblijd zijn over het goede.

HEERE God, wijs het gebed van Uw gezalfde niet af. Denk aan Uw blijken van goedertierenheid aan David, Uw dienaar.

Salomo, de zoon van David, is een beeld of een type van de grote Zoon van David, Die gezegd heeft: “Zie, meer dan Salomo is hier!” (Mt 12:42). Hij is de Zoon van David Die Koning zal zijn in Zijn rijk van vrede.

We horen hier de stem van de Geest van de profetie.  Israel, maar ook wij in de tijd waarin wij leven mogen uitzien naar de vervulling van de beloften van God aan David. Die beloften bevatten vooral de eeuwige heerschappij van het geslacht van David, dat is Christus, de Messias, en de aanbidding van God in gerechtigheid in Sion, Jeruzalem.

In deze psalm worden zo het koningschap en het priesterschap van de Heere Jezus, of Jeshua haMessiach op bijzondere wijze met elkaar verbonden. In de Messias zal alles van deze psalm vervuld worden.

We zien ook in deze laatste Pelgrimspsalm de twaalf stammen voor onze ogen als het ware op weg gaan naar het huis van God. Daarbij nemen ze de woorden van deze psalm op de lippen. Dat zal wat zijn geweest, denk u ook niet. Wat een hoop en wat een verwachting spreken bijvoorbeeld uit de woorden: Eén van de vrucht van uw schoot zal Ik op uw troon zetten.

Zoals u misschien weet heb ik op mijn moestuintje een schuurtje staan. En op de tuin en in het schuurtje mogen soms de mooiste gesprekken plaatsvinden. Mogen we spreken van hart tot hart en met elkaar God zoeken in ons gebed. Zo ook een poosje geleden waarin we met elkaar tot de conclusie kwamen dat de Psalmen zo’n bijzondere rijke en diepe inhoud hebben. Luther, Corrie ten Boom en een zwager van mij die nu allemaal bij de Heere zijn, zeiden het al: De psalmen zijn onze geestelijke apotheek.

En weet u, in deze apotheek zijn tegen welke kwaal ook, de meest effectieve medicijnen verkrijgbaar. Medicijnen zijn in het natuurlijk leven heel vaak onbetaalbaar, maar hier in deze vestiging van de apotheek zijn zij vuur u en voor mij gratis, om niet, verkrijgbaar. Zij zijn immers al door een Ander betaald. En wij mogen ze gratis en voor niets zo maar ophalen uit deze apotheek. Er is zelfs geen eigen bijdrage noodzakelijk, maar ook niet gewenst. En ik kan u verzekeren, de medicijnen uit deze apotheek hebben al eeuwenlang hun werking bewezen, helpen altijd en zijn van onschatbare waarde. Weet u waarom: De Apotheker met een hoofletter heeft ze namelijk Zelf met de grootste zorg samengesteld. Ze komen allemaal uit Zijn eigen Apotheek. Hij heeft zelfs het medicijn tegen de meest dodelijke ziekte. Het medicijn dat u eeuwig leven schenkt. Nooit meer tranen, nooit meer pijn. Zelfs eeuwige jeugd. Want dit medicijn vernieuwd uw leven als van een arend.

We gaan weer terug nar de inhoud van de Psalm. Dit pelgrimslied, het dertiende, begint met het gebed tot de HEERE om te (ge)denken “aan David, aan al zijn lijden” (vers 1). Het ‘denken’ zoals vertaald in de Herziene Statenvertaling is geen nauwkeurige vertaling van het Hebreeuwse woord ‘zakar’.  “Gedenk” is beter. Het Hebreeuwse woord is niet slechts ‘denken aan iets’ of ‘iets herinneren’, maar ‘handelen vanwege het denken aan iets’. Gedenken is een activiteit van de hele persoon. Je bent er als het ware helemaal bij betrokken.

Zo ook David. We lezen daarvan in 1 Kronieken 22 waar we lezen over de voorbereidingen van de bouw van de tempel om voor God een woonplaats te bouwen. En we lezen dan over de verdrukkingen, over zijn lijden in vers 14:
Zie, ik heb door al mijn verdrukking honderdduizend talent goud gereedgemaakt voor het huis van de HEERE, en een miljoen talent zilver; het koper en het ijzer is niet te wegen, want het is er in grote hoeveelheid. Ik heb ook hout en stenen gereedgemaakt; daar moet je nog meer aan toevoegen. Om u even een beeld te geven hoeveel dit is. Een talent weegt ongeveer 30 kilo. Dus was er sprake van drie miljoen kilo goud alleen al. Ik heb de rekenmachine er even bij gehad en dat zou in de tegenwoordige tijd een straatwaarde hebben van ongeveer 165 miljard Euro…

Zie, ik heb door al mijn verdrukking honderdduizend talent goud gereedgemaakt voor het huis van de HEERE…

Bij al zijn omzwervingen en al zijn strijd heeft hij steeds dit doel voor ogen gehad. Als een man naar Gods hart, zoals David in 1 Samuel 13 vers 14 wordt genoemd, heeft hij er altijd naar gezocht om de HEERE te dienen. Daarom had hij ook het sterke verlangen om voor Hem een huis te bouwen. We lezen daar van in 1 Kronieken 17 vers 1: En het gebeurde, toen David in zijn huis zat, dat David tegen de profeet Nathan zei: Zie, ik verblijf in een huis van cederhout, maar de ark van het verbond van de HEERE onder tentkleden.

Cederhout en tentkleden. Een huis van cederhout spreekt van een duurzaam verblijft, tentkleden spreken van een tijdelijk verblijf.

Zo’n ceder kan bijzonder oud worden en uitgroeien tot een machtige, indrukwekkende naaldboom. Karakteristiek is de etagevormige groei van de zijtakken. De boom kan een hoogte bereiken van wel 40 m en de omtrek van de vertakkingen kan gaan tot 12 m.

In de Bijbel wordt de ceder vaak genoemd in een vergelijking. In deze vergelijkingen leren we iets over het ontzag dat de cederboom bij mensen opwekte:

In Hosea 14 vers 6 en 7 lezen we:
Ik zal voor Israël zijn als de dauw.
Het zal bloeien als een lelie,
wortelen als een ceder op de Libanon;
zijn jonge loten zullen uitlopen.

En in Psalm 92 vers 13 en 14 leen we de woorden:
De rechtvaardigen groeien op als een palm,
als een ceder van de Libanon rijzen zij omhoog.
Ze staan geplant in het huis van de HEER,
in de voorhoven van onze God groeien zij op.

In het Hooglied 5 vers 15 beschrijft de bruid haar geliefde in de volgende bewoording:
Zijn benen zijn als zuilen van albast,
op voetstukken van zuiver goud.
Zijn gestalte is zo fier als een ceder van de Libanon.

In het boek van de profeet Ezechiël in hoofstuk 17 vers 22 en 23 komt er een uitgewerkte vergelijking voor in verband met de machtige cederboom:

Dit zegt God, de HEER: Ikzelf zal uit de top van de hoge ceder, tussen de bovenste takken, een teer twijgje wegplukken, en dat zal ik planten op een hoge en verheven berg. Op de hoogste berg van Israël zal ik het planten, het zal takken dragen en vruchten voortbrengen, en een prachtige ceder worden. In die boom, in de schaduw van zijn takken, zullen vogels wonen, alle soorten vogels die er zijn.

De profeet laat hiermee zien hoe wonderlijk het is dat uit een klein teer twijgje zo’n prachtige boom kan groeien die een zegen wordt voor allerlei soorten vogels. Zo zal God ook met het volk Israël handelen, waarbij Israel vrucht zal dragen en de volkeren onder haar schaduw mogen vertoeven.

Zo zien we dat tet twijgje van de ceder zelfs een messiaanse betekenis krijgt.

Als dat geen zegen is.

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב