#0723 Over een hogere weg gesproken -3-
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Psalm 131
1Een pelgrimslied, van David.
HEERE mijn hart is niet hoogmoedig,
mijn ogen zijn niet trots,
ook wandel ik niet in dingen
die te groot en te wonderlijk voor mij zijn.
2Voorwaar, ik heb mijn ziel tot rust
en tot stilte gebracht,
als een kind dat de borst ontwend is, bij zijn moeder,
mijn ziel is in mij als een kind dat de borst ontwend is.
3Israël, hoop op de HEERE,
van nu aan tot in eeuwigheid.
#0723 Over een hogere weg gesproken -3-
Tsja, in de voorgaande uitzending hebben we wel een lesje in nederigheid met elkaar gehad. En ik sluit me daar zelf bij in hoor. Het zet ons bij wijze van spreken weer eens met beide benen op de grond.
David schept niet op over zijn nederigheid tegenover anderen. In plaats daarvan belijdt hij zijn nederigheid aan God. De hele psalm spreekt van een eenvoudige nederigheid voor de Heere. David is niet aan het opscheppen; hij vernedert zich voor God.
David begint met te bidden: O HEERE, JHWH, Aanwezige. Deze woorden komen eerst in het Hebreeuws, en ik geloof dat het belangrijk is. Hij begint met het aanspreken van zijn God, zijn Heer, zijn Meester, zijn Eigenaar. Nederigheid begint met gericht zijn op de HEERE. Op Hem en op Hem alleen. Niet gericht op de mensen, hoe goed bedoelt misschien ook, maar alleen en uitsluitend op Hem.
Alles wat volgt, vindt plaats in de context van die ene kreet: “Oh HEERE!”. Hij roept als het ware de Aanwezige als getuige er bij. Hij weet zich in deze psalm, in het uitspreken van deze woorden, deze getuigenis, in de tegenwoordigheid van JHWH.
Er zijn verschillende dingen die we kunnen leren van Davids gebed hier in deze psalm. Wees allereerst niet trots in je hart. Zo begint David zijn gebed: Mijn hart is niet trots. Het woord dat in dit vers met “trots” is vertaald, is een woord dat “hoog, verheven of lang” betekent. Het is hetzelfde woord dat wordt gebruikt om Saul te beschrijven in het boek 1 Samuël, waar ons wordt verteld dat Saul “een hoofd groter was dan een van de anderen” (1 Samuël 10:23). Wanneer het met het hart wordt gebruikt, krijgt dit woord de betekenis van trots of hooghartig zijn, je hart omhoog heffen. Het trotse hart is trots in relatie tot jezelf. Trots zijn in boven het volk, boven de anderen om je heen verheven willen zijn. Gezien willen worden.
Je trots is het belangrijkste obstakel tussen jou en God. Trots en hoogmoed, en ik zeg het met alle eerbied, zijn een uitvinding van de Tegenstander. Hoogmoed is de oorzaak van de val van Satan, en hoogmoed heeft ervoor gezorgd dat Adam en Eva in de tuin naar Satan hebben geluisterd. Spreuken 18:12 zegt: Voor zijn val is het hart van een man trots, maar nederigheid gaat vóór eer.
Voordat je valt, is je hart trots of opgetild. Spreuken 16:5 waarschuwt ons: “De HEER verafschuwt alle hoogmoedigen van hart. Wees hier zeker van: ze zullen niet ongestraft blijven.
Wil je nederigheid beoefenen? Het begint bij je hart. Wees niet trots in je hart.
De schrijver van het Boek Spreuken zegt het zo:
Er is een generatie die zijn vader vervloekt
en zijn moeder niet zegent,
een generatie die rein is in zijn eigen ogen,
maar van zijn vuil niet gewassen is,
een generatie -wat hebben zij een hoogmoedige oogopslag
waarvan de wimpers opgetrokken zijn,
een generatie waarvan de tanden zwaarden,
de hoektanden messen zijn,
om de ellendigen van de aarde
en de armen onder de mensen te verslinden.
De bloedzuiger heeft twee dochters: Geef, Geef.
Deze drie dingen worden niet verzadigd,
vier zeggen niet: Het is genoeg.
Het graf, een gesloten baarmoeder,
een land dat niet van water verzadigd is
en het vuur zeggen niet: Het is genoeg.
Tsja, het wordt er allemaal niet leuker op in dit programma vindt u ook niet? Maar ik herinner mijzelf er ook aan dat het hier om een pelgrimslied gaat. En we op de reis naar Jeruzalem er bijna zijn. En willen we in de tegenwoordigheid van de Aanwezige, in Zijn tegenwoordigheid komen, dan zal er ruimte in ons hart gemaakt moeten zijn. He eigen ‘ik’ moet er uit en Hij er in.
En in het tweede testament lezen we het in Romeinen 12 zo:
Laat de liefde ongeveinsd zijn. Heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede.
Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon.
Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heere.
Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed.
Wees deelgenoot in de noden van de heiligen. Leg u toe op de gastvrijheid.
Zegen wie u vervolgen. Zegen hen en vervloek hen niet.
Verblijd u met hen die blij zijn, en huil met hen die huilen.
Wees eensgezind onder elkaar. Streef niet naar de hoge dingen, maar houd u bij de nederige. Wees niet wijs in eigen oog.
Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen.
Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen.
Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Deut. Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere.
Als dan uw vijand honger heeft, geef hem te eten, als hij dorst heeft, geef hem te drinken, want door dat te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen.
Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
Tsja, als ik deze woorden lees moet ik denken aan de woorden van Jezus, zoals we die in de voorgaande uitzending met elkaar gelezen hebben uit Mattheus 25.
Paulus geeft een hele korte samenvatting van het geheel: Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen.
Als dat geen zegen is.
DELEN
[Sassy_Social_Share]