#0705 Over zegeningen gesproken (8)
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Zegen voor het gezin
1Een pelgrimslied.
Welzalig is. eenieder die de HEERE vreest,
die in Zijn wegen gaat
2Want u zult eten van de inspanning van uw handen;
welzalig zult u zijn en het zal u goed gaan.
3Uw vrouw zal zijn als een vruchtbare wijnstok
binnen in uw huis,
uw kinderen zullen zijn als jonge olijfbomen
rondom uw tafel.
4Zie, zo zal zeker de man gezegend worden
die de HEERE vreest.
5De HEERE zal u zegenen vanuit Sion;
u zult het goede van Jeruzalem zien,
al de dagen van uw leven.
6U zult de kinderen van uw kinderen zien.
Vrede over Israël!
#0705 Over zegeningen gesproken (8)
We denken vandaag voor de laatste keer na over de kenmerken van het aardse deel van het koninkrijk van God als dat wordt gevestigd. En het laatste kenmerk waarover we in de Schrift lezen is dat er onmiddellijk met de zonde wordt afgerekend.
Die krijgt dan geen kans meer om te wortelen of te groeien. De Bijbel maakt duidelijk dat de heerschappij van Christus, de Messias, zal worden uitgeoefend met een ijzeren scepter.
Ik weet niet hoe u de dagen waarin wij leven beleeft. En ik wil niet somber zijn, maar als we de huidige staat van de wereld met de goddeloosheid en opstand tegen God zien, dan geeft dat niet bepaalt een optimistisch beeld. En het feit, dat het profetisch Woord aangeeft dat dit steeds erger zal worden naarmate het einde van de aioon nadert, is het geen verrassing dat Christus bij Zijn wederkomst Zijn almacht zal inzetten om Zijn vijanden onder controle te dwingen.
Laten we eens luisteren naar het onderwijs van de Meester Zelf in Lucas 17:
En Hij zei tegen de discipelen: Er zullen dagen komen dat u ernaar verlangen zult één van de dagen van de Zoon des mensen te zien, en u zult die niet zien.
En zij zullen tegen u zeggen: Ziehier of ziedaar is Hij. Ga er niet heen en ga er niet achteraan.
Want zoals de bliksem flitst van de ene plaats onder de hemel en naar de andere plaats onder de hemel licht, zo zal ook de Zoon des mensen zijn op Zijn dag.
Eerst moet Hij echter veel lijden en verworpen worden door dit mensengeslacht.
En zoals het gebeurde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen.
Zij aten, zij dronken, zij namen ten huwelijk en zij werden ten huwelijk gegeven tot op de dag waarop Noach de ark binnenging en de zondvloed kwam en hen allen om deed komen.
Op dezelfde manier ook, zoals het gebeurde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden.
Op de dag echter waarop Lot uit Sodom wegging, regende het vuur en zwavel uit de hemel en bracht hen allen om.
Evenzo zal het zijn op de dag waarop de Zoon des mensen geopenbaard zal worden.
Wie op die dag op het dak zal zijn, met zijn huisraad in huis, moet niet naar beneden gaan om het mee te nemen. En wie op de akker is, moet evenmin terugkeren naar wat hij achterliet.
Denk aan de vrouw van Lot.
Wie zijn leven Letterlijk: ziel. zal proberen te behouden, zal het verliezen. En wie het zal verliezen, zal het behouden.
Ik zeg u: In die nacht zullen er twee op één bed zijn. De één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden.
Twee vrouwen zullen samen malen. De één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden.
Twee zullen er op de akker zijn. De één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden.
En zij antwoordden en zeiden tegen Hem: Waar, Heere? En Hij zei tegen hen: Waar het lichaam is, daar zullen de gieren zich verzamelen.
Ik weet niet hoe u naar deze woorden luistert, maar het zijn niet bepaald optimistische woorden die we lezen zo aan het begin van deze nieuwe dag. Het zijn woorden die mij in ieder geval terneerdrukken, mij somber stemmen. Maar het zijn dan ook niet de laatste woorden, het laatste Woord. Want er is hoop, hoop met een hoofletter.
Want zojuist zei ik dat de Bijbel duidelijk maakt dat de heerschappij van Christus, de Messias, zal worden uitgeoefend met een ijzeren scepter. En daar spreekt ook Psalm 110 over:
Een psalm van David.
De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken:
Zit aan Mijn rechterhand,
totdat Ik Uw vijanden gemaakt zal hebben
tot een voetbank voor Uw voeten.
2De HEERE strekt Uw machtige scepter uit vanuit Sion
en zegt: Heers te midden van Uw vijanden.
3Uw volk is zeer gewillig
op de dag van Uw kracht,
getooid met heilig sieraad;
uit de baarmoeder van de dageraad
is voor U de dauw van Uw jeugd.
4De HEERE heeft gezworen
en Hij zal er geen berouw van hebben:
U bent Priester voor eeuwig,
naar de ordening van Melchizedek.
5De Heere is aan Uw rechterhand,
Hij verplettert koningen op de dag van Zijn toorn.
6Hij spreekt recht onder de heidenvolken
vult het slagveld met dode lichamen
en verplettert hem die het hoofd is over een groot land.
7Hij drinkt onderweg uit de beek,
daarom heft Hij Zijn hoofd omhoog.
Psalm 110 wordt zeven keer aangehaald in het Nieuwe of Tweede Testament (Matt. 22:44; Mark. 12:36; Luk. 20:42; Hand. 2:34; 1 Kor. 15:25-28 en Hebr. 1:13 en 10:13). Het laat de Heere Jezus zien, Die regeert te midden van Zijn vijanden (vs. 2).
Psalm 101 zegt:
Mijn ogen zijn gericht op de trouwe mensen in het land,
opdat zij bij mij zullen zitten.
Wie op de volmaakte weg gaat,
die zal mij dienen.
Wie bedrog pleegt,
zal binnen mijn huis niet verblijven.
Wie leugens spreekt,
zal voor mijn ogen geen stand houden.
Elke morgen zal ik
alle goddelozen in het land ombrengen,
door allen die onrecht bedrijven,
uit de stad van de HEERE uit te roeien.
In Deuteronomium 33:29 lezen we: “…daarom zullen uw vijanden zich geveinsd aan u onderwerpen.”
Daaruit wordt ook duidelijk dat het millennium, hoe gezegend en wereldomvattend ook, nog niet de volmaakte toestand is. Er is nog steeds bedrog en dood, en de beteugelende hand van de Heere moet dit onder controle houden, omdat op dat moment nog niet al het zaad van satan is verwijderd.
Als de duizend jaren voorbij zijn, gaat het pas echt beginnen: En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn” (Openb. 21:1 e.v.).
En uit Openbaring lezen we de laatste woorden:
En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn.
Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste.
Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op zij recht mogen hebben op – Letterlijk: hun macht zal zijn aan. de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan.
Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet.
Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om bij u in de gemeenten van deze dingen te getuigen. Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David, de blinkende Morgenster.
En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets.
Want ik getuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn.
En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven zijn.
Hij Die van deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen. Ja, kom, Heere Jezus!
De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
Ik weet niet wat voor gevoel u overhoudt bij het horen of lezen van het voorgaande. Het was en is immers een ernstige boodschap. Maar laten de laatste woorden van de Messias, de Zaligmaker der wereld deze dag blijven resoneren, blijven naklinken in uw hart en in alles wat u deze dag mee maakt: De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
Het zijn niet mijn, maar Zijn Woorden. Zijn laatste Woord voor deze wereld, tot u en tot mij gericht. En daar sluit Hij Zijn Woord mee af:
De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
Als dat geen zegen is.
Eens zal op de grote morgen,
klinken het bazuingeschal,
dan zal Jezus wederkomen,
als de rechter van ’t heelal.
Wie zal op die grote morgen,
buigen voor die Majesteit?
Wie zal op die grote morgen,
vluchten voor die heerlijkheid.
Eens zal op de grote morgen,
blank en bruin worden vereend;
kleur of ras is niet belangrijk,
maar Gods gunst aan ons verleend.
Wie zal op die grote morgen,
buigen voor die Majesteit?
Wie zal op die grote morgen,
vluchten voor die heerlijkheid.
DELEN
[Sassy_Social_Share]