#0684 Over erfgenamen gesproken (2)
05/09/2022

#0684 Over erfgenamen gesproken (2)

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Gods onmisbare zegen

1 Een pelgrimslied, van Salomo.
Als de HEERE het huis niet bouwt,
tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan;
als de HEERE de stad niet bewaart,
tevergeefs waakt de wachter.

2 Het is tevergeefs dat u vroeg opstaat,
laat opblijft,
brood eet waarvoor u moet zwoegen:
de HEERE geeft het Zijn beminde in de slaap.

3 Zie, kinderen zijn het eigendom van de HEERE,
de vrucht van de schoot is Zijn beloning.

4 Zoals pijlen in de hand van een held,
zo zijn de zonen, ontvangen in de jeugd.

5 Welzalig de man die zijn pijlkoker
daarmee gevuld heeft;
zij worden niet beschaamd,
als zij met de vijanden spreken in de poort.

#0684 Over erfgenamen gesproken (2)
In de voorgaande aflevering hebben we met elkaar naar betekenis en de inhoud van het Hebreeuwse woord ‘nachalat’ of erfgenaam, erfbezit etcetera gekeken. Daarin ontdekten we dat het volk Israel het erfbezit is van de Heere God en dat het land Gods erfdeel is en vervolgens, en misschien had ik dat als eerste moeten nomen dat Jezus/Jeshua, de Erfgenaam van de van de Vader is.

Maar ook de gelovige in deze tijd, zij die niet behoren tot het natuurlijke volk Israel mag zich een erfgenaam weten. U en ik dus.
Er bestaat namelijk een allesomvattend goddelijk heilsplan. Daaraan kan elk mens deel krijgen. Het staat zo beschreven: “Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld …, Die ons te voren verordineerd heeft tot (lett.) adoptie, door Jezus Christus….” (Efe. 1:4 en 5, SV)

God stelde dit plan reeds op voor de grondlegging van de wereld. Dit betekent in elk geval, dat Hij Zijn voornemens vastlegde voordat Hij de mens schiep. Door de schepping van de mens werkt God dit voornemen uit. Het is een adoptieplan. Kort gezegd wil God de mensheid aannemen als Zijn kinderen (SV), volgens de NBG als Zijn zonen. Gods kind of zoon zijn, wil zeggen dat deze evenals Hij onsterflijk leeft. Laten we er duidelijk over zijn. God stelt Zijn onvergankelijke kracht niet ter beschikking aan een nieuw te scheppen mensheid. Hij laat de doden niet maar dood in de aarde achter. Nee, volgens Zijn plan openbaart Hij Zijn vernieuwende, geestelijke kracht aan personen – groot en klein – die op aarde leefden en stierven. Herleven zullen de doden! Dit echoot door de gehele Bijbel heen. Door alle eeuwen heen brengt God een grote onsterfelijke familie tot stand, een volk dat zal leven van eeuwigheid tot eeuwigheid.

“In liefde heeft Hij ons tevoren ertoe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen (huiothesia) door Jezus Christus, naar het welbehagen van Zijn wil.” (Efe. 1:5).

Elk mens, man of vrouw is bedoeld om in liefde aangenomen te worden als Gods kind (SV) of als Gods zoon (NBG). Dit klinkt misschien wat raar, een vrouw als zoon. Dat komt door de bijbelse vertaling van het Griekse woordje huiothesia, dat adoptie betekent. In de Romeinse tijd kon een gehuwde man, ongeacht of hij wel of geen kinderen had, een slaaf of slavin bevorderen tot eigen kind. Naar het Romeinse recht kreeg de geadopteerde slaaf of slavin dan dezelfde rechten als een eigen kind. Dat is precies wat God wil met de mens. Hij wil hen goddelijke rechten geven. Daarom die bijbelse oproepen: kies, kom, laat, grijp het eeuwige leven! Als de mens op aarde leeft, is er de mogelijkheid om alvast door de Geest geadopteerd te worden. ‘Huiothesia’ komt op deze wijze voor in Romeinen 8:15: “gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap (huiothesia), door welke wij roepen: Abba, Vader.”

Gods geadopteerde kinderen kunnen Hem door de Geest nu al aanroepen als Vader. Zij behoren immers tot Zijn familie. De geadopteerde Romeinse slaaf ontving daardoor ook recht op de erfenis. Exact deze betekenis, maar dan die van de goddelijke erfenis, mocht de apostel Paulus aan ons doorgeven. Gods geadopteerde kinderen hebben recht op een erfdeel (Gal. 4:6). Waar bestaat deze erfenis uit? Het erfdeel dat de Vader zijn geadopteerde kinderen aanbiedt is het eeuwige leven. De Geest Die de adoptie verzorgt, biedt bovendien de ‘heilige garantie’ op de erfenis: “de Heilige Geest der belofte, Die een onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van het volk dat Hij Zich verworven heeft, tot lof Zijner heerlijkheid.” (Efe. 1:14)

Al Gods kinderen zullen van de dood worden verlost. De Heilige Geest die zij als geadopteerden bezitten is daarvan het onderpand. Zij zullen eeuwig leven ontvangen, tot lof van Zijn heerlijkheid.

Een erfenis kan pas worden verkregen als de erflater is gestorven (Hebr. 9:16 en 17). Hoe zit dit nu in het geestelijke leven? Het recht op de erfenis voor Gods kinderen bestaat ook omdat er Iemand is overleden. Het gaat om niemand minder dan Gods Zoon, Jezus Christus. Zijn Vader stelde Hem tot erfgenaam van alle dingen (Hebr. 1:1 en 2). Hij overleed aan het kruis van Golgotha en verzoende daarmee onze zonden. Dit gebeuren geeft recht op een deel van Zijn grote erfenis voor allen die Hem liefhebben: “opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het geloof in Mij.” (Hand. 26:18)

Wat is ons perspectief? “Zijn wij dan nu kinderen, dan zijn wij erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus.” (Rom. 8:17)

Kolossenzen 1:12 Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde.In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.

Als dat geen zegen is.

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב