#0662 Over Aliyah maken gesproken -6-
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Danklied na de ballingschap
1 Een pelgrimslied.
Toen de HEERE de gevangenen van Sion terug deed keren,
waren wij als mensen die droomden.
2 Toen werd onze mond vervuld met lachen
en onze tong met gejuich.
Toen zei men onder de heidenvolken:
De HEERE heeft grote dingen bij hen gedaan!
3 De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan,
daarom zijn wij verblijd.
In de Hebreeuwse Bijbel wordt het vertaald naar het Nederlands zo gelezen:
1 Een lied van beklimmingen.
Wanneer de HEER het lot van Zion herstelt
– we zien het als in een droom –
2 onze monden zullen gevuld worden met gelach,
onze tongen met liederen van vreugde.
Dan zullen zij onder de volken zeggen:
“De HEER heeft grote dingen voor hen gedaan!”
3 De HEER zal grote dingen voor ons doen
en we zullen ons verheugen.
Over Aliyah maken gesproken -6-
Vanmorgen wil ik nog eenmaal met u stilstaan bij het eerste vers van deze bijzondere psalm. Want wat hebben we allemaal al niet ontdekt in de eerste paar woorden van de psalm. We lezen: Toen de HEERE de gevangenen van Sion terug deed keren. Of zoals de Hebreeuse bijbel zegt: Wanneer de HEERE het lot van Zion herstelt. Opvallend is dat de HEERE, JHWH, het volk doet terug keren, dat de HEERE Zion herstelt.
En ik zei het al eerder tijdens dit programma: Zie ze daar gaan. Die lange weg te voet, de ballingen, jarenlang in ballingschap doorgebracht vanwege hun zonden. En nu op weg naar Sion, op weg naar Jeruzalem, op weg naar de tempel, op weg naar huis. Door JHWH teruggebracht naar Sion. Ja, ze moeten zelf lopen. En toch teruggebracht door JHWH. Toen en ook straks. JHWH brengt terug. Zelf terug gaan is geen optie. Hij brengt terug.
Misschien lijkt het voor de omstanders van hen die terugkeren, en misschien zijn zij die gedachten ook wel toegedaan, dat zij uit eigen beweging op weg gaan. Maar zo is het niet. Het is het werk van de HEERE, JHWH, Hij brengt terug, Hij herstelt. En dan gaan ze. Ook in die volgorde.
Eerder zagen we al dat het Hebreeuws woord voor terugkeren, voor herstellen het woord ‘shuv’ is. En dat woord vinden we ook in de volgende drie teksten waar het opvallend genoeg met het begrip ‘bekering’ terug vinden. Ik lees ze aan je voor:
1 Koningen 8:47 en volgend.
Wanneer zij tegen U hebben gezondigd – er is immers geen mens die niet zondigt – en U toornig op hen bent, en hen overlevert aan de vijand, zodat zij die hen gevangengenomen hebben, hen als gevangenen wegvoeren naar het land van de vijand, ver weg of dichtbij, en zij het in het land waarheen zij als gevangenen werden weggevoerd, ter harte nemen, zich bekeren en tot U smeken in het land van hen die hen gevangengenomen hebben, door te zeggen: Wij hebben gezondigd en ons misdragen, wij hebben goddeloos gehandeld, luistert U dan in de hemel, Uw vaste woonplaats, naar hun gebed en hun smeekbede en verschaf hun recht.
Vergeef Uw volk datgene waarmee zij tegen U zondigden, en al hun overtredingen waarmee zij tegen U overtraden, en geef hun ontferming bij hen die hen als gevangenen wegvoerden, zodat die zich over hen ontfermen.
Want zij zijn Uw volk en Uw eigendom, door U uit Egypte geleid, uit het midden van de ijzeroven.
Laten Uw ogen dan open zijn voor de smeekbede van Uw dienaar en voor de smeekbede van Uw volk Israël, door naar hen te luisteren bij al hun roepen tot U,
want Ú hebt hen voor Uzelf als Uw eigendom afgezonderd uit alle volken van de aarde, zoals U gesproken hebt door de hand van Mozes; Uw dienaar, toen U onze vaderen uit Egypte leidde, Heere HEERE!
Ik hoop zo dat u het concept dat we ook hier lezen, en daarmee bedoel ik de volgorde op grond waarvan de bevrijding uit de gevangenschap plaatsvindt ziet: Bekering, vergeving en uitleiding.
Een volgende tekst waarin we het grondwoord met betrekking tot terugkeren, herstellen vinden is Ezechiël 14:6
Zeg daarom tegen het huis van Israël: Zo zegt de Heere HEERE: Bekeer u, keer u af van uw stinkgoden en keer uw gezichten af van al uw gruweldaden.
7Voorzeker, iedere man uit het huis van Israël en uit de vreemdelingen die in Israël verblijven, die zich van achter Mij afwendt, zijn stinkgoden doet opkomen in zijn hart en het struikelblok van zijn ongerechtigheid vóór zich zet, en naar de profeet toe komt om Mij door hem te raadplegen – Ik ben de HEERE, door Mij zal hem antwoord gegeven worden.
8Ik zal Mijn aangezicht tegen die man zetten en zal hem tot een spreekwoordelijk teken stellen en hem uitroeien uit het midden van Mijn volk. Dan zult u weten dat Ik de HEERE ben.
9Wanneer een profeet zich laat misleiden en een woord spreekt, zal Ik, de HEERE, die profeet Zelf misleiden, Mijn hand tegen hem uitstrekken en hem wegvagen uit het midden van Mijn volk Israël.
10Dan zullen zij hun ongerechtigheid dragen. Zoals de ongerechtigheid van de vrager, zo zal de ongerechtigheid van de profeet zijn,
11opdat het huis van Israël niet weer van achter Mij vandaan zal afdwalen en zij zich niet weer zullen verontreinigen met al hun overtredingen. Dan zullen zij Mij tot een volk zijn en Ík zal hun tot een God zijn, spreekt de Heere HEERE.
Ezechiël 18:30
Daarom zal Ik u berechten, huis van Israël, ieder overeenkomstig zijn wegen, spreekt de Heere HEERE. Keer terug en bekeer u van al uw overtredingen, dan zal de ongerechtigheid u geen struikelblok worden.
En zo hebben we in de afgelopen afleveringen het historisch, profetisch en persoonlijk perspectief in deze tekst mogen ontdekken.
Als dat geen zegen is.
DELEN
[Sassy_Social_Share]