#0633 Over Gods beloften gesproken (1)
01/06/2022

#0633 Over Gods beloften gesproken (1)

Klik hier om naar de uitzending te luisteren:

Psalm 105

37 Hij leidde hen uit met zilver en goud,
onder hun stammen was niemand die struikelde.

38 Egypte was blij toen zij wegtrokken,
want angst voor dit volk was op hen gevallen.

39 Hij spreidde een wolk uit om hen te bedekken
en gaf vuur om de nacht te verlichten.

40 Zij baden, en Hij deed kwartels komen,
Hij verzadigde hen met hemels brood.

41 Hij opende een rots en er vloeide water uit,
dat als een rivier door de dorre plaatsen stroomde.

42 Want Hij dacht aan Zijn heilige woord,
aan Gen. 15:14Abraham, Zijn dienaar.

43 Ex. 14:8; Num. 33:3Zo leidde Hij Zijn volk uit met vreugde,
Zijn uitverkorenen met gejuich.

#0633 Over Gods beloften gesproken (1)

Na de laatste plaag in Egypte laat de farao hen eindelijk gaan en leid de God van Israel hen uit het land met zilver en goud. We zijn hiermee aan een heel ander stuk van de geschiedenis van Gods handelen met Zijn volk terecht gekomen: Na de vedrukkingen in Egypte wordt nu de woestijnreis in Psalm 105 besproken.

Weet u, ik ben opgegroeid met de bijbel, van jongsafaan. Maar elke keer erbaas ik mij weer over de waarheid van de bijbel. Zo ook nu weer. Want eeuwen en eeuwen geleden, bij de sluiting van het verbond met Abraham, wij zouden zeggen de stamvader van het verbond tussen God en Zijn volk, kreeg Abraham de volgende belofte mee. En die lezen we in Genesis 15:

Toen zei God tegen Abram: Weet wel dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land dat niet van hen is; zij zullen hen dienen en men zal hen vierhonderd jaar onderdrukken.

Maar ook zal Ik over het volk dat zij zullen dienen, rechtspreken en daarna zullen zij met veel bezittingen wegtrekken.

Eeuwen en eeuwen daarna voert de Heere God Zijn Woord precies uit zoals Hij aan Zijn knecht Abraham heeft beloofd.

Kijk, we kunnen daar natuurlijk overheen lezen of het voor kennisgeving aannemen. Alsof we zeggen: Mooi dat God dat doet. Of zeggen: Natuurlijk, want God komt altijd Zijn Woord na.

Maar misschien heeft het gegeven dat God eeuwen geleden Zijn Woord gegeven heeft en Zijn Woord nakomt ons iets persoonlijks te zeggen. De beloften van God zijn niet gegeven om voor kennisgeving aan te nemen, maar om er uit te leven. Dat is de rijkdom van Gods Woord! Zo ook van morgen. Wij kunnen voor kennisgeving aannemen dat God Zijn Woord nakomt, zoals hier in de geschiedenis met Abraham en Zijn volk, maar ook in deze geschiedenis mogen we leren dat we uit de beloften van God mogen leren leven.

En soms, inderdaad is het zo dat we ervaren dat Gods molens langzaam draaien, maar wel zeker. De Heere vertraagt de belofte niet 1 Petr. 3:20 (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen. Het is een kwestie van vertrouwen, het andere woord voor geloven. Vertrouwen we God wel werkelijk op Zijn Woord.

De Bijbel is niet maar een boek, door mensen geschreven. Nee, het is Gods Woord. Dat betekent, dat wij altijd kunnen vertrouwen op de waarheid ervan. Zoals God het gezegd heeft, zo zal het gebeuren. Hij is een Waarmaker van Zijn Woord.

De zekerheid van de vervulling van Gods beloften ligt niet in ons, maar in Hemzelf. Hij is onze zekerheid en “wie zijn geloof op Hem bouwt, zal niet beschaamd uitkomen”. Hij is de vaste Rots van ons behoud. Hij is het Fundament en de Hoeksteen, het Begin en het Einde. Hij is Alles! Daarom: sta vast in Hem!

Als dat geen zegen is.

Ik noemde zoluist de titel van het vers al dat ik draaien. Het is een oud lied en we horen het echt bijna nooit meer, maar misschien is het goed om nog eens te draaien:

Vaste Rots van mijn behoud,
als de zonde mij benauwt,
laat mij steunen op uw trouw,
laat mij rusten in uw schauw,
waar het bloed, door U gestort,
mij de bron des levens wordt.

Jezus, niet mijn eigen kracht,
niet het werk door mij volbracht,
niet het offer dat ik breng,
niet de tranen die ik pleng,
schoon ik om mijn zonden ween,
kunnen redden, Gij alleen.

Zie, ik breng voor mijn behoud
U geen wierook, mirr’ of goud;
moede kom ik, arm en naakt,
tot de God, die zalig maakt,
die de arme kleedt en voedt,
die de zondaar leven doet!

Eenmaal als de stonde slaat
dat dit lichaam sterven gaat,
als mijn ziel uit d’aardse woon’
opklimt tot des Rechters troon,
Rots der eeuwen, in uw schootberg
mijn ziele voor de dood.

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב