Goed zijn voor minderheden is een deugd in Europa. Maar goed zijn voor dieren groeit in aanzien. Als Joden vlees willen eten dat niet op de juiste manier is geslacht, wordt het moeilijk voor hen. Wie zal er winnen: de minderheid of het dier? „Zolang de kranten schrijven dat dieren lijden door onze slacht, zullen politici dat volgen.”

Nog even wachten en dan weten de Vlaamse Joden waar ze aan toe zijn. Eén rechter moet zich nog uitspreken over het verbod op koosjere slacht in de regio. En dan is definitief duidelijk waar de naar schatting 40.000 Joden uit België hun vlees vandaan moeten halen: uit eigen land of uit de rest van Europa.

In België is religieuze slacht alleen nog toegestaan in het Brussels gewest. De islamitische halalslacht gaat in de hoofdstad gewoon door. Joden laten hun vlees momenteel uit het buitenland komen. „Voor Brusselse slachthuizen brengen wij geen rendement. We importeren daarom uit Engeland, Polen en Israël”, zegt Philippe Pollak, directeur van de Joodse gemeente Shomre Hadas in Antwerpen.

Graag zou hij uit Nederland importeren. Maar sinds 2018 mag Nederland alleen nog koosjer vlees voor eigen gebruik produceren. In Duitsland bestaat er een exportverbod vanaf 2002.

Klacht
Sinds december beraadt het grondwettelijk hof van België zich op een klacht van het Centraal Israëlitisch Consistorie en moslimorganisaties. Die stellen dat het verbod op religieuze slacht uit 2017 een inperking is van de godsdienstvrijheid.

Het Belgische hof staat daarmee voor een dilemma. Enerzijds hebben Joden natuurlijk het recht op religieuze vrijheid. Maar anderzijds zorgt de groeiende waardering voor dierenwelzijn voor een nieuwe „normatieve context”, in de woorden van het Europees Hof van Justitie in december.

Het Belgische hof had namelijk advies gevraagd bij het EU-hof. Dat concludeerde dat de overheid inderdaad vanuit dierenwelzijn eisen mag stellen aan de slacht. Omdat gelovigen altijd nog vlees kunnen importeren, hoeft hun leefwijze niet in gevaar te komen, aldus de rechters in Luxemburg.

In andere landen in Europa hadden rechters en wetgevers dat al eerder gezegd: Joden kunnen vlees importeren uit het buitenland. Zodoende is de religieuze slacht na het jaar 2000 in diverse landen verboden.

In Denemarken begreep de overheid in 2014 dat import niet altijd mogelijk is, bijvoorbeeld als alle landen koosjere slacht hebben verboden. Daarom werd op het verbod op religieuze slacht nog een kleine uitzondering gemaakt. „Als het plotseling niet mogelijk zou blijken vlees te importeren, mogen we toch zelf slachten”, aldus Susanne Hansen, woordvoerster van de Joodse gemeenschap in Kopenhagen. „Op die manier garandeert Denemarken het recht op de Joodse leefwijze.”

In Zweden is de opperrabbijn, mevrouw Ute Steyer, niet anders gewend dan geïmporteerd vlees. Dat geeft echter wel een praktisch dilemma. „Importvlees is drie of vier keer zo duur. Al dat transport leidt natuurlijk ook tot CO2-uitstoot. Persoonlijk denk ik daarom dat we vlees meer als traktatie moeten zien dan als fastfood.”

Zweden kent al vanaf 1937 een verbod op onverdoofde slacht. Het koosjere vlees voor de Joodse gemeenschap wordt uit het buitenland aangevoerd of online gekocht in webshops als kosher4u.eu. „Er zijn een paar koosjere winkels. Joden die daar ver vandaan wonen, kiezen ervoor anders te eten. Van de ongeveer 20.000 Joden leeft slechts een minderheid koosjer. Of ze doen het alleen op sabbat.”

Antisemitisme
Joodse vleeshandelaars zien hun bedrijf bloeien, zo zegt Yehuda Giavarini. Zijn bedrijf Gustofino Food in het Italiaanse Parma biedt koosjere vleesproducten aan. „Onze dieren komen uit heel Europa. En onze producten gaan ook naar heel Europa. Vooral naar Frankrijk; daar zit met een half miljoen Joden onze grootste markt.”

Meer aandacht voor dierenwelzijn is geen antisemitisme, benadrukken Joden in heel Europa. „Men denkt dat het fijner is voor een dier om geen sjechieta (onverdoofde slacht, EvV) te ondergaan”, zo vat de Poolse opperrabbijn Michaël Shudrich het debat samen. „Dat is natuurlijk geen antisemitisme.”

In Vlaanderen en Wallonië ging het er vooral om de vrijheden van moslims in te perken, denkt Philippe Pollak. „Men had ons misschien wel de ruimte willen laten, maar dat ging niet. We vallen dus onder bijkomende schade.”

Duidelijk is dat Joden zich onbegrepen voelen. Niemand is immers zo voor dierenwelzijn als een religieuze Jood, beweert Pinchas Kornfeld, voorzitter van de European Board of Shechita en bestuurder bij de Machsike Hadas-gemeente in Antwerpen. „Ons gaat het er juist om dat dieren niet lijden. Maar zolang de krant schrijft dat dieren bij onze slacht lijden, volgen politici dat na.”

De Italiaanse vleesproducent, Yehuda Giavarini, onderstreept dat. „Het dier moet zo pijnloos mogelijk worden geslacht. Daarom mag de sjocheet (koosjere slachter, EvV) nooit een sadist zijn. Hij mag er niet van genieten om een dier te doden; het is een religieuze daad. Het dier moet in één keer bewusteloos zijn. Ik ken geen enkele slachtwijze waarvoor de eisen zo strikt zijn; ook niet bij halal.”

Joden uit allerlei landen bestrijden dat onverdoofde slacht minder aangenaam is voor het dier. Ze verwijzen naar onderzoeken waaruit blijkt dat bedwelming niet altijd werkt. Kornfeld: „Het faalpercentage ligt bij runderen en schapen tussen 6 en 16 procent. Die dieren hebben daardoor veel pijn en worden soms alsnog onverdoofd geslacht.”

Over de missers doen overigens uiteenlopende percentages de ronde. Maar ook bij de laagste inschattingen gaat het om veel dieren. Volgens CBS-cijfers zijn er in 2020 in Nederland 617 miljoen landdieren geslacht, waarvan 578 miljoen (ruim 93 procent) kippen. Het totale aantal religieus geslachte dieren ligt op 30.000, waarvan minder dan 5000 volgens de koosjere methode. Ook al zou de verdoving slechts in 1 procent falen, dan zouden die 6,17 miljoen dieren de 30.000 ritueel geslachte dieren sowieso ver overtreffen.

Slaap
Ute Steyer, de Zweedse rabbijn, heeft het gevoel dat het publiek bewust wordt misleid als het gaat over dierenwelzijn. „Er wordt een sprookje verteld dat het arme dier in slaap wordt gebracht voordat het wordt gedood. In werkelijkheid worden de dieren alleen verdoofd omdat ze dan kalmer zijn en de slachter beter kan opschieten. In de industriële slacht gaat het om aantallen, niet om welzijn. Als je om dieren geeft, word dan liever vegetariër; dat is een ethische keuze.”

Steyer wijst op het advies van de advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie in september 2020. „Die stelde dat Vlaanderen vanwege godsdienstvrijheid wel ruimte moet geven aan religieuze slacht. Daarop is de Zweedse regering hard gaan lobbyen bij de rechters om de conclusie te beïnvloeden. Men was natuurlijk bang dat het Zweedse verbod in het gedrang zou komen.” In het arrest van het Europese hof wordt inderdaad verwezen naar de inbreng van Zweden, Denemarken en Finland.

Steyer vindt het verdacht dat het arrest van het Europese hof de jacht uitdrukkelijk uitsluit van de EU-eisen voor dierenwelzijn. „Bij de jacht geldt de Europese verdovingsplicht niet, want dat is een culturele traditie. Maar als jacht wel wordt toegestaan en een religieuze traditie wordt belemmerd, moet je mij niet kwalijk nemen dat ik dat als anti-islamitisch en antisemitisch ervaar. Door de recreatieve jacht te verbieden, kun je voor dierenwelzijn echt veel meer resultaat boeken dan door het verbieden van religieuze slacht.”

Tot 2017 werd sjechieta alleen verboden in landen waar deze slacht eigenlijk niet voorkwam. In 2012 verbood bijvoorbeeld Slovenië de Joodse slacht. „De paar honderd Joden die hier wonen, halen hun vlees uit Italië”, zegt opperrabbijn Ariel Haddad. „De markt werkt en wij worden voorzien.”

In 2014 maakte ook Denemarken de onverdoofde slacht onmogelijk. „Maar hier werd helemaal niet geslacht”, zegt Susanne Hansen, woordvoerster van de Joodse gemeente in Kopenhagen. „Er is daarom niets veranderd.”

Anders ligt dat met het verbod in Vlaanderen en Wallonië uit 2017. Dat waren de eerste gebieden waar een bestaande praktijk werd beëindigd. Behalve in de bezettingsjaren 1940-’45 is daar honderden jaren lang geslacht. Net als in veel andere landen was het verbieden van onverdoofde slacht een van de eerste maatregelen die de nazi’s in 1940 oplegden.

Wodka
Grote exporteur in Europa is op dit moment Polen. Koosjer en halal vlees hebben een exportwaarde van 1,5 miljard euro (5 procent van alle landbouwexport). Ook Arabische landen en Israël behoren tot de exportlanden. In Israël staat zelfs koosjere wodka uit Polen in de schappen.

In 2013 was de religieuze slacht korte tijd verboden in Polen, totdat het grondwettelijk hof dat verbod in 2014 ongeldig verklaarde. De regerende PiS-partij overweegt echter opnieuw de onverdoofde slacht te verbieden. Minister Grzegorz Puda (Landbouw) stelde medio 2020 voor om de verdovingsplicht weer onverkort in te stellen, ondanks het economische belang. Kort daarna trok hij dat voorstel weer in, maar kondigde wel aan er weer op terug te komen. Het ministerie van Landbouw laat weten dat daar „momenteel” geen plannen voor zijn. Zowel de Israëlische ambassade als de Joodse gemeente zegt dat er „op dit moment geen gevaar” is. „Als dat voorstel weer komt, zullen wij ons opnieuw luid en duidelijk laten horen”, zegt rabbijn Michael Schudrich.

Garanties zijn er niet, verzekert Schudrich. „Maar hebt u een garantie dat u over een uur nog leeft? We wachten het wel af”, zegt hij gelaten.

Joden in andere landen reageren vergelijkbaar. Het Nederlandse convenant over religieuze slacht is redelijk hard, zegt Ruben Vis, algemeen secretaris van het Nederland-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK). „Maar Joods religieus leven is altijd een uitdaging.”

Belangrijker voor Vis is dat Joden zich kunnen thuisvoelen in een land. „Uit onderzoek blijkt dat de vrijheid voor koosjere slacht effect heeft op het veiligheidsgevoel. Kun je zijn wie je wilt zijn, met jouw identiteit?”

De Zweedse rabbijn Steyer koppelt de slacht aan de vrijheid voor besnijdenis. „In landen waar de sjechieta wordt besproken, komt vaak ook de brit mila (besnijdenis, EvV) in discussie. Onschuldig is dat volgens mij allemaal niet. Als je de besnijdenis verbiedt, maak je het Joodse leven zelf compleet onmogelijk.”

Hoe werkt koosjere slacht?
Eerst de bedwelming, dan pas het slachtmes. Dat is de regel in de Europese slachtrichtlijn uit 2009. Geen dier mag bij bewustzijn worden geslacht. Een verdoving is meestal een klap uit een hamerpistool op de schedel, waardoor het dier het bewustzijn verliest. EU-lidstaten mogen wel een uitzondering maken voor onverdoofde slacht vanuit religieuze motieven.

In de Verenigde Staten is het anders. Daar erkent de wet ook onverdoofde religieuze slacht als een humane werkwijze.

Bij de Joodse koosjere slacht (sjechieta) zijn altijd meerdere mensen; doorgaans drie. Allereerst de slachter zelf (sjocheet, opgeleid als rabbijn), maar ook een andere rabbijn die controleert of de regels worden gevolgd. Eerst gaat de rabbijn met zijn nagel over het scherp van het mes om te controleren of er geen braam op zit. Het dier mag de snee niet voelen.

Het dier moet vastzitten als het wordt gesneden. Het slachthuis heeft hiervoor een speciale kooi.

Volgens de voorschriften is het doden van leven een religieuze handeling, die met eerbied moet plaatsvinden. Uit respect voor het dier moeten beide slagaders en de luchtpijp in één beweging worden doorgesneden. Zodra het bloed eruit golft, verliest het dier vrijwel direct het bewustzijn.

Zodra het dier dood is, wordt onderzocht of alle organen van het dier intact zijn. Als dat niet zo is, kan het vlees niet als koosjer gelden. De vettere delen van een rund zijn sowieso niet koosjer; die worden meestal als halalvlees verkocht.

Een verdoofd dier kan niet de vereiste vier stappen lopen en is daarmee niet geschikt. Volgens de Joodse voorschriften mogen alleen gezonde dieren worden geslacht.

Volgens het convenant voor rituele slacht in Nederland wordt bij elk dier gecontroleerd of het binnen veertig seconden zijn bewustzijn verliest. Zo niet, dan krijgt het dier alsnog een verdoving.

Voor koosjere slacht zijn toezicht en certificaten nodig. Die worden tegen betaling verstrekt door een Joodse gemeente. Dit financiële element zorgt ervoor dat een verbod op religieuze slacht ook economische gevolgen heeft voor een gemeente.


Bron: Reformatorisch Dagblad


 

EN / NL/ עב