Psalm 116 – Danklied van een verloste
02/10/2019

Psalm 116 – Danklied van een verloste

Passage: Psalm 116

Psalm 116

1     Ik heb de HEERE lief,
       want Hij hoort mijn stem, mijn smeekbeden.
2     Want Hij neigt Zijn oor tot mij,
       daarom zal ik Hem al mijn dagen aanroepen.
3     Banden van de dood hadden mij omvangen,
       angsten van het graf hadden mij getroffen,
       ik ondervond benauwdheid en verdriet.
4     Maar ik riep de Naam van de HEERE aan:
       Och HEERE, bevrijd mijn ziel!
5     De HEERE is genadig en rechtvaardig,
       onze God is een Ontfermer.
6     De HEERE bewaart de eenvoudigen;
       ik was uitgeteerd, maar Hij heeft mij verlost.
7     Mijn ziel, keer terug tot uw rust,
       de HEERE is goed voor u geweest.
8     Ja, U, HEERE, hebt mijn ziel immers gered van de dood,
       mijn ogen van tranen, mijn voet van struikelen.
9     Ik zal wandelen voor het aangezicht van de HEERE
       in de landen der levenden
10  Ik heb geloofd, daarom spreek ik.
       Ík ben zeer verdrukt geweest.
11  Ík zei, in mijn haast:
       Alle mensen zijn leugenaars.
12  Wat zal ik de HEERE vergelden
       voor al Zijn weldaden, die Hij mij bewees?
13  Ik zal de beker van het heil heffen
       en de Naam van de HEERE aanroepen.
14  Mijn geloften zal ik aan de HEERE nakomen,
       nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk.
15  Kostbaar is in de ogen van de HEERE
      de dood van Zijn gunstelingen.
16 Och HEERE, voorzeker, ik ben Uw dienaar,
      ik ben Uw dienaar, een zoon van Uw dienares;
      U hebt mijn boeien losgemaakt.
17  Ik zal U een offer van dankzegging brengen
      en de Naam van de HEERE aanroepen.
18  Mijn geloften zal ik aan de HEERE nakomen
     nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk
19 in de voorhoven van het huis van de HEERE,
     in uw midden, Jeruzalem.

Halleluja!

Overdenking

Psalm 116 is de vierde Hallél-Psalm oftewel de vierde van een reeks speciale lof-Psalmen, die geschikt zijn om tijdens het Pesach-feest te worden gezongen.

Net als in de andere Hallél-Psalmen, Psalm 113, Psalm 117 en Psalm 118, valt weer op hoe vaak de  Naam van God, de HEERE wordt genoemd: 16 keer in 19 verzen. Die Naam herinnert eraan dat God nabij wil zijn; mét Zijn mensen. En dat Hij Degene is Die leven geeft in verbondenheid met Hem en elkaar.

In vers 4, 13 en 17 zien we vooral dat de HEERE hoort, ons redt en ons wéldoet!

We lopen langs een paar aspecten uit deze psalm.

In vers 5 wordt de HEERE ‘Ontfermer’ genoemd.  De Hebreeuwse stam racham/rechem staat zowel voor de baarmoeder als voor liefdevolle gevoelens en daden van ontferming. Dit woord zegt dus dat God net zo liefdevol met ons omgaat als een goede moeder met een baby in haar buik. Het is bekend dat het lichaam van de moeder bij gebrek voedingsstoffen naar de baby laat gaan, desnoods ten koste van zichzelf. Zó is ook onze God.

In vers 6 staat dat de HEERE de eenvoudigen bewaart. Het gaat hier over mensen die door hun eenvoud of naïviteit gemakkelijk te misleiden of te bedriegen zijn, zoals in deze wereld nogal eens gebeurt. God maakt echter nooit misbruik van zulke mensen, maar bewaart hen. Het woord dat hier gebruikt wordt is een vorm van het werkwoord shamar - bewaren, bewaken.

In vers 7 is welgedaan de vertaling van gamal. Dit woord wordt ook gebruikt voor het afrijpen van een vrucht en voor het spenen van een kind. De associatie is dat God geduld heeft gehad om de Psalmist te voeden en te koesteren tot hij volledig gerijpt was en klaar om elke uitdaging aan te kunnen. Daarin ligt veel zekerheid en rust!

De beker van de Verlossingen in vers 13 was tijdens de latere joodse Pesach-viering de derde beker wijn die gedronken werd. De laatste die Jezus voorlopig met Zijn discipelen dronk, en waarbij Hij het Avondmaal instelde als teken van Zijn verlossingswerk. Merk op dat dit volgens de Psalmist iets is om daarbij de Naam van de HEERE aan (te) roepen.

In vers 16, tenslotte, is Uw dienstmaagd de vertaling van een Hebreeuws woord  van soort moeder die liefhad of in wie je je kon verheugen. Opvallend is echter dat het ook te lezen is als Uw trouw of Uw waarheid en zo het Karakter van God. Jeshu‘ah, Jezus  toonde ons ten volle Gods Karakter, als zijnde Zijn Zoon en daarmee Zijn volle Vertegenwoordiger hier op aarde.

We besluiten deze overdenking waar de Psalm ook mee besluit: Hallelu JaH! Alle eer aan Hem!

Muziek

Psalm 116


Onderwerpen:

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב