Parasha Haázinu en Wezit Habracha met Karen Strijker 2023
22/09/2023

Parasha Haázinu en Wezit Habracha met Karen Strijker 2023

Parasha Ha’azinu (leen mij jullie oor) en We’zot Habracha (en dit is de zegen).

We lezen:
Deut. 32:1 – 52 / 2 Sam. 22:1–51
Ezech.17:22 – 18:32
Sabbat Shuva: Hosea 14:2 – 10
Micha 7:18 – 20 / Joël 2:15 – 27
Romeinen 10:17, 11:12, 12:19 en 15:9-10
Openbaring 21:9-22:5.

Deze laatste twee Parashoth van Deuteronomium handelen over het lied, de zegen en de dood van Moshe.

In de vorige Parasha zagen we al dat God aankondigt dat het volk zal afvallen van wat Hij hen geleerd heeft door Moshe en dat er grote straffen voor hen te wachten staan. Het lied van Moshe moet het volk alle jaren onderwijzen om bij God te blijven en Hem te gehoorzamen. Ook nu nog voor de lezer van vandaag heeft het lied grote zeggingskracht.

Opvallend is dat Moshe met zijn door God geïnspireerde lied begint te zeggen dat zijn woorden zijn als de dauw, als de zachte regen die zal neerkomen op het volk. In Hosea 14:6 zegt God dat Hijzelf zal zijn als de dauw en in Hosea 6:3 vergelijkt Hij Zichzelf met de vroege en de late regen. Ook vertelt Hij over de Rots en we weten dat de Rots waaruit water komt en die meetrekt met het volk, de Messiaanse Rots is. Dit zegt Paulus in 1 Corinthiërs 10:4: ‘En die Rots was de Messias.’ God is hier zo duidelijk: ook al valt het volk af, toch blijft Hij hen trouw, Hij is en blijft hun God!

Moshe geeft een zegen aan alle stammen:

Ruben zal leven en niet sterven, zijn nakomelingen zullen talloos zijn. Ruben lag bij Bilha, maar zal er niet om uitgeroeid worden, gelukkig.
Jehudah, de vierde zoon, komt vóór Simeon en Levi, die gemoord hebben als wraak over hun verkrachtte zusje Dinah. Jehudah is degene die oprecht zijn tekortkomingen heeft beleden en daarom zal God Zelf hem vrijzetten van zijn verdrukkers.
Levi is degene die als hogepriesterlijke stam het volk mag onderwijzen.
Benjamin, de geliefde, zal veilig bij God wonen en beschermd worden door de Almachtige.
Joséph wordt gezegend met alle lekkernijen van de hemel en het water. Het water uit de hemel bevochtigt de vruchten van de hemel.
Z’bhulon en Issachar horen bij elkaar: Zebulon de visser onderhoudt Issachar de geleerde van de Torah.
Gad komt aan de spits van het volk, denk daarbij aan dat onder meer Gad het volk eerst thuisbrengt in het Beloofde Land, alvorens zelf in het over Jordaanse te settelen.
Dan is een jonge leeuw die uit Basan tevoorschijn springt. Basan is de hoogte in het noorden bij de Hermonberg.
Naftali neemt een deel van het meer van Kinnereth en een zuidelijke strook land eronder in bezit en haalt daar de zegen van de opbrengst uit.
Asher is gezegend onder zijn broeders en zijn voet zal in olie gedoopt zijn. Waarschijnlijk gaat het hier om het kostbare vloeibare goud: olijfolie, waarin hij zijn broers laat delen.

Opvallend is dat de stam van Shimon niet wordt gezegend door Moshe, dit komt waarschijnlijk doordat deze stam verstrooid is onder de andere stammen, speciaal onder de stam Judah (Genesis 49:7; Jozua 19:1). Toch wordt Shimon genoemd bij de andere vijf stammen die aan de voet van de berg Gerizim gaan staan plus hij wordt in Openbaring 7:7 genoemd als één van de twaalf stammen. Hij deelt wel mee in de zegen die Moshe over het gehele volk Israël uitspreekt.

Moshe sterft uiteindelijk op de bergtop Nebo, God zegt hem eerst dat hij vergaderd zal worden bij zijn voorouders om te slapen. Jozua neemt de leidersstaf over.
Wat is het triest dat God al voorzegt in de Parasha dat het volk gaat afwijken van Zijn wegen. Hij is al zo’n weg met het volk gegaan, maar zoals het spreekwoord zegt: het volk is zo sterk als zijn koning, zo weten we dat wanneer Moshe en Jehoshua eenmaal niet meer in leven zijn, het volk begint te wiebelen. Sterk leiderschap is toch zo belangrijk!

Voor het eerst gebruikt God in 32:15 de benaming Jeshurun voor Israël. Dit komt van het werkwoord jashar ישׂר, wat betekent: recht zijn.
Hoe Moshe ook heeft geprobeerd om het volk op te voeden in de Torah, zonder zijn aanwezigheid en de aanwezigheid van zijn opvolger Jehoshua valt het volk langzaam maar zeker af…. Maar er is hoop! Daar is David in 2 Samuel, die zo’n ijzersterke lofzang aan God geeft, zo ontroerend en daaruit blijkt dat een persoonlijke relatie met de God van Israël de mens bevestigt in zijn mens-zijn. David vertrouwt volkomen op zijn God, heeft een diepe band met Hem, durft zelfs te zeggen dat hij rein van handen is (vers 21) terwijl wij allemaal weten dat hij dat niet altijd was. David kende de kracht van de Goddelijke vergeving en wist zich vergeven! Dat is zo’n groot goed.

Ook Paulus heeft een hoopgevende boodschap: als de ongehoorzaamheid van het volk Israël al zoveel goeds uitwerkt voor de volken, hoeveel te meer zal haar gehoorzaamheid gaan uitwerken, nee, Gods volk is niet van haar plaats verdrongen door de kerk, wacht maar af: God maakt alle dingen nieuw, Hij komt terug met een volkomen nieuw Jeruzalem waarin Hij zal regeren, de Vader en de Zoon, het Lam. Dag noch nacht zal er meer zijn want Hijzelf zal ons verlichten. Wij kunnen niet wachten.

Shabbat Shalom,

Karen Strijker

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב