Maar dan zal ík het hart van Farao verharden en mijn tekenen en mijn wonderen verméérderen op het land van Egypte – Exodus 7:3
Wat houdt het eigenlijk in, een verhard hart? In het Westen verstaan we daar meestal onder dat iemand ‘ongevoelig’ is, ‘zonder empathie voor anderen’. Of je hebt ‘een steen in je hart’. Dan gaat het om onverwerkt verdriet of zoiets. In het Hebreeuwse denken is het hart meer de zetel van de wil. Zijn we bereid om te luisteren naar anderen, naar G-d? Staan we open voor correctie? Met andere woorden: ‘wie zit er op de troon’?
Maar waarom zou G-d het hart van Farao verharden? Zijn we dan als willoze pionnen op een kosmisch schaakbord? Zo is Romeinen 9, waar Paulus Farao als voorbeeld neemt, wel vaak uitgelegd. Hebben we wel een eigen vrije wil? Is het allemaal voorbestemd als iemand zich tot G-d keert of juist van Hem afkeert?
Over deze en meer vragen willen we nadenken in dit leerhuis. Lezen we de teksten goed, dan komen we er achter dat je je hart ook op verschillende manieren kunt verharden. En ook Israël wordt door Ezechiël een volk ‘met een hart van steen’ genoemd. En de heidenvolken zijn al niet beter: ‘… verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven G-ds om de onwetendheid, die in hen heerst, om de verharding van hun hart.’ (Efeziërs 4:18) En toch Jesjoea de Messias is juist geopenbaard om mensen een nieuw hart te geven!
Luister je weer mee?