We lezen
Exodus 30:11-34:35; 1 Koningen 18:1-39; Hebreeën 12.

Met de hand op de troon van de Heere
In Exodus 30:11 spreekt de HERE tot Mozes: “Ki Tissa” Wanneer gij opneemt het getal der Israëlieten bij de telling-pakkad. De profeet Hosea getuigt in 9:7 De dagen der bezoeking-pakad zijn gekomen, de dagen der vergelding-shalam zijn gekomen; die van Israël zullen het gewaar worden, om de grootheid uwer ongerechtigheid is de haat ook groot. Als de Heere bezoeking doet dan vindt Hij bij een ieder ongerechtigheden, waarover verzoening gedaan moet worden, opdat Zijn heiligheid niet als een brandend vuur over ons heen gaat. Daarom moet voor elke ziel zoengeld voldaan worden, shalam. Job constateert: 15:15 Zie, in zijn heiligen stelt Hij geen vertrouwen, zelfs de hemelen zijn niet rein in zijn ogen. Exodus 29:43 En daar zal Ik komen tot de kinderen Israëls; opdat zij geheiligd worden door Mijn heerlijkheid, de shechinah. Daarom verzoekt Mozes in Ex 33:18 Toon mij Uw heerlijkheid!  Waarom bespreken we vandaag de heerlijkheid van Zijn huis meer in detail? Omdat het niet alleen aan Mozes, David en Ezechiël gegeven is om te zien op de hemelse werkelijkheid. Aan u en mij is dat evenzeer vergunt en zelfs meer dan dat. In het Bijbelboek de Openbaring van Jesjoea (8:1-5) reikt Hijzelf ons het zicht op Zijn troon in de hemelen aan. Gaandeweg in de tijd belooft Hij meer van Zichzelf en Zijn woning te onthullen. In alle tijden werd Zijn volk opgeroepen om de blik te vestigen op de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn. Zo bidt David in Psalm 27:4 Eén ding heb ik van de HERE gevraagd, dit zoek ik: te verblijven in het huis des HEREN al de dagen van mijn leven, om de liefelijkheid des HEREN te aanschouwen, en om te onderzoeken in zijn tempel. Want Hij bergt mij in zijn hut ten dage des kwaads, Hij verbergt mij in het verborgene van zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots. In het bestuderen van de heerlijkheid van Zijn Huis en priesterschap leren wij de Messias beter kennen. Hebreeën 12:22-29 Maar gij zijt genaderd tot de berg Tsion, tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en tot tienduizendtallen van engelen, en tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten der rechtvaardigen, die de voleinding bereikt hebben, en tot Jesjoea, de middelaar van een nieuw verbond .

Ezechiël 7:20-26 Zij hebben het prachtige sieraad tot zelfverheffing aangewend. De tempel werd belangrijker dan Hij, Die daar woning maakte. Om die reden “heeft Hij Zijn tent omvergehaald als ware het een omheining, zijn plaats van samenkomst heeft Hij vernield. De HERE heeft in Sion doen vergeten feestgetij, mo’adim en sabbat, en in zijn grimmige toorn versmaad koning en priester.” Jeremia profeteert: Ik zal u brengen te Tsion, en Ik zal u herders naar mijn hart geven, die u zullen weiden met kennis en verstand. Als gij u dan vermeerdert en vruchtbaar wordt in het land in die dagen, luidt het woord des HEREN, dan zal men niet meer spreken over de ark van het verbond des HEREN; zij zal niemand in de zin komen, men zal aan haar niet meer denken en haar niet zoeken, en zij zal niet weder gemaakt worden. Te dien tijde zal men Jeruzalem noemen de troon des HEREN, en alle volken zullen zich daarheen verzamelen om de naam des HEREN te Jeruzalem, en zij zullen niet meer wandelen naar de verstoktheid van hun boos hart. Door Zijn dienst zegt Hebreeën 10:19 bezitten wij als gelovigen volle vrijmoedigheid om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jesjoea, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees. Omdat Hij hogepriester over het huis Gods in de hemelen hebben, laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water. Laten we de vrijmoedigheid vasthouden om met onze gebeden de hand op de troon van de HEERE te leggen en met eerbied en ontzag Zijn naam aanroepen en Zijn heerlijke aanwezigheid-shechinah verwachten. Hij zal  onze gebeden als een lieflijke reuk voor het aangezicht van de Vader brengen.

uister je weer mee?

Uitzendingen: Elke vrijdag 21:00 uur (herhaling op zaterdag 02:00, 10.00 uur en 19.00 uur, zondag 02:00 uur en 09.00 uur en maandag 02:00 uur).

Shalom,

Presentator: Robert Berns

EN / NL/ עב