Psalm 91 -1-: Over de toekomst gesproken
Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten,
zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.
Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht,
mijn God, op Wie ik vertrouw!
Want Híj zal u redden van de strik van de vogelvanger,
van de zeer verderfelijke pest.
Hij zal u beschutten met Zijn vlerken,
onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen,
Zijn trouw is een schild en een pantser.
U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht,
voor de pijl die overdag aan komt vliegen,
voor de pest, die in het donker rondgaat,
voor het verderf dat midden op de dag verwoest.
Al zullen er duizend vallen aan uw zijde
en tienduizend aan uw rechterhand –
bij u zal het onheil niet komen.
Slechts met uw ogen zult u het aanschouwen,
u zult de vergelding aan de goddelozen zien.
Want U, HEERE, bent mijn toevlucht.
De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt.
Geen onheil zal u overkomen,
geen plaag zal uw tent naderen.
Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven
dat zij u bewaren op al uw wegen.
Zij zullen u op de handen dragen,
zodat u uw voet aan geen steen stoot.
Op de felle leeuw en de adder zult u trappen,
u zult de jonge leeuw en de slang vertrappen.
Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden;
Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam.
Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren,
in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn,
Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken.
Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen,
Ik zal hem Mijn heil doen zien.
Psalm 91
Over de toekomst gesproken
We leven in een tijd waar ziekte en de dood om ons heen grijpt. Het legt het sociale en economische leven totaal stil. We worden in grote lijnen terug gedrongen tot achter de voordeur. En we zoeken steun, kracht, troost en zekerheden. Iets waar we ons aan vast kunnen houden, iets waar we zekerheid in kunnen vinden. Hoe vaak zou psalm 91 niet gelezen en geciteerd zijn in de afgelopen weken?
Want juist deze psalm biedt troost en zekerheid. De psalm spreekt er over dat de HEERE je Schuilplaats, de Allerhoogste, je Schaduw, de Almachtige, je Toevlucht, je Burcht, je Redder, je Beschutter, je Schild, je Pantser, je Bewaarder, je Bevrijder, de Verhoorder en Helper wil en zal zijn.
De stelligheid waarmee deze Psalm spreekt is, als je er op let onvoorstelbaar. Hoe vaak de HEERE, de God van Israël, JHWH, Hij die zich ook in deze psalm openbaart met Zijn Naam JHWH, Ik ben er bij, Zich in de Psalm niet uit met de woorden ‘Ik zal’ is op zijn zachts gezegd opvallend.
En de komende periode willen we met elkaar nadenken over deze Psalm. Een Psalm waaruit wij troost en zekerheid mogen en kunnen putten, maar, en let op, die in eerste instantie gericht is tot het volk van God, Israël, Zijn volk, Zijn geliefde. En daarmee is direct het perspectief getekend. Het is een voluit profetische Psalm, waarin de HEERE, de God van Abraham, Izak en Jacob Zijn volk laat weten dat Hij in het laatst van de dagen hun Schuilplaats, de Allerhoogste, hun Schaduw, de Almachtige, hun Toevlucht, hun Burcht, hun Redder, hun Beschutter, hun Schild, hun Pantser, hun Bewaarder, hun Bevrijder, hun Verhoorder en Helper zal zijn.
Er is geen sprake van ‘dat moeten we eerst nog maar eens zien’ of het is niet een ‘misschientje’, want Hij, de God die niet liegen kan zegt ‘Ik zal’, ‘Ik zal’, ‘Ik zal’…
Wat een geweldige troost en belofte van behoud ligt er hier voor Israël te wachten wanneer het in de dagen dat Israël het nog benauwd zal krijgen. De Psalm spreekt over een tijd dat het gelovig deel van Israël een onderkomen zal vinden in de woestijn. We lezen over deze periode bijvoorbeeld in Openbaring 12 waar we lezen over een hoogzwangere vrouw die in de woestijn, zo leven we een zoon, een mannelijke zoon voortbrengt. We moeten dit lezen als beeldspraak van het volk Israël dat de Messias voortbrengt. We lezen de eerste vijf verzen van Openbaring:
En er verscheen een groot teken in de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. En zij was zwanger en schreeuwde het uit in barensnood en in haar pijn om te baren. En er verscheen een ander teken in de hemel. En zie: een grote vuurrode draak met zeven koppen en tien hoorns. En op zijn koppen zeven diademen. En zijn staart veegde het derde deel van de sterren van de hemel en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die op het punt stond te baren, om haar Kind te verslinden, zodra zij Het gebaard zou hebben. En zij baarde een Zoon, een mannelijk Kind, dat alle heidenvolken zal hoeden met een ijzeren staf. En haar Kind werd weggerukt naar God en naar Zijn troon. En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats had, die door God voor haar gereedgemaakt was, opdat men haar daar zou voeden twaalfhonderdzestig dagen.
Het kan niet anders zijn dat hier gesproken wordt over de Messias. We lazen immers dat Hij de heidenvolken zal hoeden met een ijzeren staf.
Met betrekking tot de psalm die we gelezen hebben lezen hebben lezen we dan in het zesde vers van Openbaring 12:
En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats had, die door God voor haar gereedgemaakt was, opdat men haar daar zou voeden twaalfhonderdzestig dagen.
We lezen hier dus dat de vrouw, Israël, naar een door God gereedgemaakte plaats zal vluchten en daar gevoed zal worden 1260 dagen, met andere woorden 3,5 jaar.
Wanneer we deze psalm met deze achtergrond lezen licht ineens een heel ander perspectief op, met name voor het volk van Israël.
We nemen in het kort de psalm door met in ons achterhoofd de context die we zojuist gelezen hebben.
Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten,
Israël, zal op een schuilplaats vinden, en velen denken dat dit Petra in Jordanië is, van de Allerhoogste, van in het Hebreeuws, Eljoon. Dat is Hij die verheven is boven zijn vijanden.
zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.
Israël zij overnachten in de schaduw van de Almachtige. Dat is overigens niet de eerste keer. Bij de uittocht uit Egypte maakte Israël dat al een eerder mee in de wolk- en voorkolom in de woestijn.
Het woord ‘Sjadai’ kan ook op een bepaalde manier met ‘moederborst’ worden vertaald. Een veiliger plaats kun je je nauwelijks voorstellen waar je gevoed en gelaafd wordt.
Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw!
Het volk van God zal en is hier tot erkentenis gekomen: Ik zeg tegen de HEERE, de Ik ben, de Ik ben bij je, U, dus God Zelf is de Toevlucht en zijn Burcht, een schuilplaats in de rotsen, waarvan velen denken dat dit Petra in Jordanië is.
Want Híj zal u redden van de strik van de vogelvanger, van de zeer verderfelijke pest.
Inderdaad, hier staat ook de getuigenis van het volk van Israël wat we lezen in Psalm 124:
Onze ziel is ontkomen als een vogel uit de strik van de vogelvanger; de strik is gebroken en wíj zijn ontkomen.
We lezen weer verder in Psalm 91 vers 4:
Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen, Zijn trouw is een schild en een pantser.
Inderdaad, God zal Zijn volk beschutten zoals een vogel zijn broedsel beschut of bedekt met zijn vlerken, en ik moet denken aan de woorden die Hij sprak: Ik heb u bijeen willen vergaderen zoals een hen haar kuikens, maar gij hebt niet gewild. Maar nu spreken we over een andere tijd waarin Israël de toevlucht zal nemen onder zijn vleugels.
Het schild waarin over de tekst gesproken wordt is in het Hebreeuws het groot schild, waar achter je bij wijzen van spreken van top tot teen achter kon schuilen en veilig was.
We lezen weer verder in vers 5 van psalm 91:
U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht, voor de pijl die overdag aan komt vliegen,
Voor de woorden ‘het beangstigende van de nacht’ wordt hier in het Hebreeuws een woord gebruikt dat ook vertaald zou kunnen worden met ‘alarm’, en er is natuurlijk niet zo veel verbeeldingskracht voor nodig om voor de pijlen die in het vers worden genoemd de hedendaagse raketten te lezen. Op deze manier wordt psalm 91 wel heel profetisch en actueel
We gaan weer verder in Psalm 91:
voor de pest, die in het donker rondgaat, voor het verderf dat midden op de dag verwoest.
Hoe actueel is dit in deze dagen, maar zoals een vriend van mij zo laatst zij: De wereld krijgt harde buiken van de weeën die aanstaande zijn over de wereld. En zo geloof ik dat er nog veel mee ween zullen komen voor de totale verlossing van deze wereld zal plaatsvinden.
Maar voor het woord pest dat hier gebruikt wordt lezen we in het Hebreeuws het woord ‘dabar’ dat ‘woord’ betekend en we zouden het vers ook kunnen lezen als dat er een woord van onheil door de stikdonkere nacht in de wereld zal rondgaan. Een begin daarvan maken we in deze dagen mee waarin we op en in alle media niets anders lezen dan over Corona dat inmiddels over deze aarde zijn duizenden verslaat.
We gaan weer verder met psalm 91 vers 7
Al zullen er duizend vallen aan uw zijde en tienduizend aan uw rechterhand – bij u zal het onheil niet komen.
In die tijd, in die eindtijd zal Israël in haar schuilplaat veilig zijn want de Almachtige , de Allerhoogste heeft een plaats in de woestijn waar zij beveiligd zijn voor Zijn volk.
Vers 8:
Slechts met uw ogen zult u het aanschouwen, u zult de vergelding aan de goddelozen zien.
Tsja, in die tijd zal God, de God van Israël de rekening opmaken en zal het volk van Israël hun God aan het werk zien waarbij Hij het degenen die het volk van God dwars hebben gezeten en de God van Israël hebben dwarsgezeten het vergolden zal worden.
Want U, HEERE, bent mijn toevlucht. De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt.
Nee, het zullen niet onze kwaliteiten en oplossingen zijn. Het zullen niet de kwaliteiten en de oplossingen zijn van de wereldleiders, inclusief meneer Trump, Maar de Allerhoogste zal tot hun woning zijn. Niet meer in de tent, niet meer verspreid onder de volken, maar in een vaste verblijfplaats waar zij voor altijd in mogen wonen, want de Allerhoogste zullen zij tot hun woning hebben gemaakt.
Geen onheil zal u overkomen, geen plaag zal uw tent nadere. Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven dat zij u bewaren op al uw wegen. Zij zullen u op de handen dragen,
Inderdaad, wanneer je deze zo leest, wat ligt er dan nog een geweldige toekomst voor het volk van Israël, Gods volk in het verschiet. Daar waar het volk door de eeuwen heen verstoten, vertrapt en gedood is, zullen zij straks door de engelen op handen gedragen worden. Ook wij kennen de uitdrukking ‘op handen gedragen worden’. Het is een verheven een HEERlijke positie, verhoogd. Die
plaats zal er straks zijn voor Zijn volk.
De felle leeuw en de adder zult u trappen, u zult de jonge leeuw en de slang vertrappen.
De leeuw en de slang zijn typen van de duivel die rondgaat als een briesende leeuw en de oude slang zullen vertreden worden.
Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden; Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam.
De HEERE, JHWH is nu zelf aan het slotwoord. Het slotwoord is aan God zelf
Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren, in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn, Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken.
Inderdaad, Israël zal liefde opvatten voor de Messias, zal door Hem bevrijd worden en door Hem in een veilige vesting worden gezet, zowel letterlijk als figuurlijk. Wanneer Zij hem zullen aanroepen zal Hij hen verhoren en in de benauwdheid van ie dagen bij hen zijn, hen eruit helpen en hen verheerlijken, op handen dragen.
Dit programma heeft de naam ‘Brachot baBoker’, zegeningen in de ochtend. Waar we in veel afleveringen het Woord van God als het ware naar ons toehalen en een toepassing maken op ons eigen persoonlijk leven, wilde ik vanmorgen, alvorens we dat doen deze woorden uit deze overbekende psalm eens toelichten vanuit het perspectief van het volk van God. Deze keer mochten we stil staan bij de zegen die de HEERE, de In ben er bij, Ik ben bij je rechtstreeks tot Zijn volk richt, Zijn zegen over Zijn volk:
Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen, Ik zal hem Mijn heil doen zien. Ik zal het volk mijn heil doen zien.
KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN
DELEN
[Sassy_Social_Share]