Psalm 8 -9-:  Over de mens gesproken
03/08/2020

Psalm 8 -9-: Over de mens gesproken

Passage: Psalm 8

De majesteit van de HEERE

Een psalm van David, voor de koorleider, op ‘De Gittith’.

HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!
U Die Uw majesteit getoond hebt boven de hemel.

Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen
hebt U een sterk fundament gelegd, omwille van Uw tegenstanders,
om de vijand en wraakzuchtige te laten ophouden.

Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers,
de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt,

wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt,
en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?

Toch hebt U hem weinig minder gemaakt dan de engelen
en hem met eer en glorie gekroond.

U doet hem heersen over de werken van Uw handen,
U hebt alles onder zijn voeten gelegd:

schapen en runderen, die allemaal,
en ook de dieren van het veld,

de vogels in de lucht en de vissen in de zee,
al wat over de paden van de zeeën gaat.

HEERE, onze Heere,
hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!
Psalm 8 -9-
Over de mens gesproken
In de laatste verzen van de psalm horen we de woorden van David spreken over de plaats van de mens in de schepping van de Heere God.  En wanneer ik daar even bij stilsta raak ik onder de indruk van de bijzondere positie die jij en ik in de schepping van de Heere God gekregen hebben.

Luister goed. God blijkt jou en mij maar liefst bijna goddelijk gemaakt te hebben. Van Asaf, de dichter van Psalm 82 horen we zeggen: U bent goden, u bent allen zonen van de Allerhoogste. Het kunnen vaak soms van die ‘uitgesleten’ woorden het uitdrukkingen in je leven zijn. Maar als je heel even stil staat bij deze woorden en je realiseert je dat God jou en mij zegt: Jullie zijn mijn zonen. Ik weet niet wat er van met je gebeurt, maar verwondering, kleinheid en dankbaarheid overvallen mij dan. Ik die nog steeds elke dag met zonde behebt ben wordt door Vader zijn zoon genoemd. Wat een geweldige positie hebben we mogen innemen toen we eenmaal tot Vader gekomen zijn… We zijn ons denk ik onvoldoende bewust van deze verheerlijkte plaat die we van Vader ontvangen hebben.

Vader heeft jou en mij met eer en luister bekleed of zoals het Hebreeuws zegt ‘omkranst’ of ‘gekroond’ Daaruit blijkt dus dat we Koningskinderen zijn. Kind van de Koning.

Psalm 103 zegt het zo:

Loof de HEERE, mijn ziel,
en al wat in mij is, Zijn heilige Naam.

Loof de HEERE, mijn ziel,
en vergeet niet een van Zijn weldaden.

Die al uw ongerechtigheid vergeeft,
Die al uw ziekten geneest,

Die uw leven verlost van het verderf,
Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid

De Heere God heeft Zijn plan, Zijn voornemen nooit los gelaten: Laat ons mensen maken naar Ons beeld en naar Onze gelijkenis…

Jij en ik zijn geen toevalsproduct. We hebben een erepositie gekregen in de schepping.

Als David dat in de volgende verzen uitwerkt komt hij uiteindelijk tot de conclusie:

HEERE, onze Heere,
hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!

Het zijn dezelfde woorden die we aan het begin van de psalm horen. De schepping en de positie van de mens leiden tot een herhaalde lofprijzing van de naam van de HEERE op de hele aarde.

Ja, het is zo dat we daar nog helemaal niets van zien in de dagen die we nu beleven. Nu is het nog zo dat we bij wijze van spreken leven als in de dagen van Noach. We lezen daarvan in Genesis 6:

En het gebeurde, toen de mensen zich op de aardbodem begonnen te vermenigvuldigen en er dochters bij hen geboren werden,
dat Gods zonen de dochters van de mensen zagen dat zij mooi waren, en zij namen zich vrouwen uit allen die zij uitgekozen hadden.
Toen zei de HEERE: Mijn Geest zal niet voor eeuwig met de mens twisten, omdat ook hij vlees is, maar zijn dagen zullen honderdtwintig jaar zijn.
In die dagen, en ook daarna, waren er reuzen op de aarde, toen Gods zonen bij de dochters van de mensen waren gekomen en die kinderen voor hen baarden; dit zijn de geweldenaars van oude tijden af, mannen van naam.
En de HEERE zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren.
Toen kreeg de HEERE er berouw over dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het bedroefde Hem in Zijn hart.
En de HEERE zei: Ik zal de mens, die Ik geschapen heb, van de aardbodem verdelgen, van de mens tot het vee, tot de kruipende dieren en tot de vogels in de lucht toe, want Ik heb er berouw over dat Ik hen gemaakt heb.

Maar Noach vond genade in de ogen van de HEERE.

Ik wil hier wat langer bij stil staan omdat ik denk dat we in de tijd en in de dagen die we vandaag de dag beleven ernstig zijn en we ons denk ik moeten realiseren dat de woorden die we zojuist gelezen hebben ook in de tijd waarin wij leven volop van toepassing zijn.

De ‘dagen van Noach’ zijn een beeld van de ´dagen van de Zoon des mensen´ en Noach is een type van Christus en Zijn verlossend werk…

De naam ‘Noach’ betekent: rust, vertroosting en komt van het stamwoord, waarvan ook het bekende woord “Chanoeka” is afgeleid: vernieuwing.

In Openbaring 21 zegt Hij, die op de troon gezeten is: Zie, Ik maak alle dingen nieuw.

De Messias heeft de grond voor dit vernieuwende werk gelegd op Golgotha: “Het is volbracht”. Wanneer we in Hem geloven ontvangen we rust en vertroosting. Waarom? Omdat de genade van God, die in de Messias verschenen is zo rijk is: In de Messias hebben we vergeving van zonden, een nieuw leven, een nieuwe toekomst!

Lamech noemde zijn zoon: Noach, want, zo lezen we in Genesis 5:29

Deze zal ons troosten over de moeitevolle arbeid onzer handen op deze aardbodem, die de HERE vervloekt heeft.

De ‘dagen van Noach’ staan als het ware model voor de ‘dagen van de Zoon des mensen’. Zoals de wereld toen was: verdorven, vol geweld, zo zien we het ook nu om ons heen. Zonder somber te willen zijn denk ik dat de verzen die we zojuist over de tijd waarin Noach leefde, zo kunnen toepassen op de dagen waarin wij leven.

De Heere Jezus sprak daar nota bene al 2000 jaar geleden over. Laten we eens luisteren naar wat Hij daarover zegt:

Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.
Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging,
en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.

In Lucas 17 vers 18 vergelijkt de Heere Jezus die dagen ook met de dagen van Lot:

zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden’

Terecht kun je je hierbij afvragen wat hier verkeerd aan is, want het zijn geen zondige dingen. Het zijn normale levensbehoeften. Waar het hier om gaat is dat de tijd waarin de mensen toen leefden gekenmerkt werden door deze zaken. Met andere woorden, de mensen in die eindtijd waren blijkbaar vooral bezig met deze dingen.

En ja, als we eerlijk zijn, zijn dat ook wel de bezigheden van onze tijd toch. De horeca heeft inmiddels een vaste plaats in de nieuwsbulletins van de NOS, de consumptiemaatschappij van kopen en verkopen viert hoogtijdagen, de natuur en duurzaamheid hebben onze volle aandacht en we maken ons diep zorgen over het te kort aan woningen. Er moet gebouwd worden. En graag een beetje veel.

Maar hebben we daarmee nog oog voor de niet tijdelijke dingen?

Leven we in de dagen van Noach? Egocentrisch gedrag en leven voor jezelf in plaats van leven voor God, is in deze tijd vergelijkbaar met ‘de dagen van Noach’ vóór de zondvloed. Meerdere teksten vinden we daarover in de Bijbel. Paulus zegt over ‘de laatste dagen’ in 2 Timotheüs 3:

Want de mensen zullen liefhebbers zijn van zichzelf, geldzuchtig, grootsprekers, hoogmoedig, lasteraars, hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, kwaadsprekers, onmatig, wreed, zonder liefde voor het goede, verraders, roekeloos, verwaand, meer liefhebbers van zingenot dan liefhebbers van God.

Er is een geestelijke strijd gaande en veel christenen hebben er helaas geen idee van. We komen door alle zaken die ons bezig houden nog maar nauwelijks toe aan Bijbellezen en bidden. Het overgrote deel van de christenen komen er niet aan toe om een half uur per dag apart te zetten voor de Heere God door Bijbellezen en gebed.

Dat kan natuurlijk niet zonder gevolgen blijven. Door zorgen, stress en de drukte van de wereld kunnen we het leven (bijna) niet meer aan. In 1 Petrus 5 staat:

Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Wederstaat hem vast in het geloof… (vers 8-9).

Kenmerkend voor de dagen van Noach was dat de aarde ook vol van geweld was (Genesis 6:11). Is dat ook niet een teken van deze tijd? Staat de wereld niet in brand?

Moeten we dan vandaar eindigen in de mineur? Nee hoor, helemaal niet, want hier houdt het niet mee op. Het is niet einde verhaal.

Mattheüs 24 spreekt over de (weder)komst (Gr. parousia), c.q. “voleinding der wereld” (zie vers 3). Het is de tijd, waarin de geschiedenis met Israël en de volkeren tot een voleinding komt. De tijd ook waarin het lang beloofde Koninkrijk op aarde wordt gevestigd. De grote Dag des HEREN breekt aan, en dat begint met oordelen!

Er zal een oordeel over de wereld gaan tot loutering (vgl. Jes. 26:9b) en schifting tussen onrechtvaardigen (ongelovigen) en rechtvaardigen (gelovigen), die leven in die tijd.

Destijds vond Noach genade in de ogen van God en… mocht op aarde blijven!

Het is dus door een rechtstreeks ingrijpen van God, dat de toestand in de wereld heel anders zal worden. De vloek, die sinds de zondeval op de aarde rust, zal worden omgezet in zegen!

Israel en de volken zullen vrede hebben. De aarde zal haar vrucht geven. Alles zal anders zijn.

De Messias zal komen tot “wederoprichting aller dingen” (Hand. 3:21). Er zullen tijden van verademing komen “van het aangezicht des Heren” (Hand. 3:19).

Die tijden zullen komen als de Zoon komt: de Here Jezus Christus. Hij zal hemelen en aarde reinigen van ongerechtigheid.

Hij zal het land van Israël reinigen en gereed maken voor Zijn volk.

Hij zal de ‘vervallen hut van David’ weer oprichten. Het Davidisch Koningshuis zal in onovertroffen glorie herrijzen en de Heere Zelf zal plaatsnemen op de troon van Zijn vader David (Zie Luk. 1:32). En Zijn koningschap zal geen einde nemen! Zijn kracht zal die van David overtreffen; Zijn wijsheid zal die van Salomo overtreffen; Hij zal de Meerdere zijn van alles en iedereen.

Alles zal worden onderworpen aan de Zoon des mensen (Zie Ps. 8 en Hebr. 2). Zijn heerlijkheid zal wereldwijd bewonderd worden: “Uw ogen zullen de Koning in Zijn schoonheid aanschouwen…” (Jes. 33:17). Alle knie zal zich buigen en alle tong zal belijden, dat Jezus is Heere, tot eer van God, de Vader (Fil. 2).

In Openbaring 21 zegt Johannes:

En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan…

Alle “eerste dingen” zullen voorbijgaan. Hij die met het eerste begonnen is, zal Zijn werk voleindigen met het tweede: het volmaakte. Geen moeite zal er meer zijn, geen rouw en geen tranen. Nog eenmaal zal uit Zijn mond klinken: Het is volbracht (Openb. 21:6 “Zij zijn geschied”).

De ware Noach zal rust brengen en de volken troosten. Hij zal Zijn Naam uitroepen over allen, die Hem hebben liefgehad. Hij zal zijn wie Hij is, voor altijd: de Schepper, de Verlosser, de Voleinder!

Als dat geen zegen is…

We gaan luisteren naar het lied ‘In all the earth’ van John Alexander Wilson , een Ierse uitvoering van psalm 8. Een beetje anders dan anders, maar hij bezingt in dit lied Gods schepping.

KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN:

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Onderwerpen:

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב