Psalm 56 vers 4 – 5 Het Geloof
Psalm 56 vers 4 – 5 Het Geloof
4 Op de dag dat ik vrees,
vertrouw ík op U.
5 In God prijs ik Zijn woord,
op God vertrouw ik, ik vrees niet;
wat zou een schepsel mij kunnen doen?
Overdenking
Op het eerste gezicht lijkt de schrijver van de Psalm hier nogal grote woorden te gebruiken.
Deze woorden moeten we echter vanuit arrogantie spreken.
Zonder geloof zijn deze woorden helemaal niets waard, ijdel, leeg, zonder waarde.
Zelfs gevaarlijk.
Maar de andere kant is net zo waar. Wanneer je een werkelijk kind van God bent en deze woorden niet durft uit te spreken. Wellicht door de angst dat we het geloof niet hebben.
En daarom maar onze mond houden. Niet getuigen van de hoop die in je leeft. Niet te spreken van Zijn trouw aan jou bewezen en dat je juist daarom vertrouw op Hem. Hem vertrouw op Zijn Woord. Je niet bang bent voor mensen die je misschien soms wat meewarig aankijken omdat je goed van Hem spreekt…
Laten u, jij en ik eens eerlijk zijn… Is ons geloof dan niet geen religie in plaats van een werkelijk levende relatie met Hem. Hij die je lief heeft? Zit hij werkelijk op de troon van uw, jouw en mijn leven? Dat betekend heeft Hij het echt voor het zeggen in je leven? Is het dan te veel gevraagd om zo getuige van Hem te mogen zijn als we het de dichter van de Psalm nazeggen en zeg het maar na:
Op de dag dat ik vrees, vertrouw ík op U. In God prijs ik Zijn woord, op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou een schepsel mij kunnen doen?
De tekst spreekt tot twee maal toe over vrees, over angst. Daarmee gaat de Ene niet voorbij aan onze persoonlijke situatie die wij herkennen en beleven.
Maar tegelijkertijd, in het midden van de angst, in het midden van de moeilijkheden roepen we onszelf toe: Ik vertrouw op U. Ook dat spreekt de dichter tot tweemaal toe uit!
In Hem mogen we wandelen, op Hem mogen we vertrouwen. Echt geloof is zo simpel, een kind kan het.
Muziek
Psalm 56