Psalm 2 vers 7-9 -7-: Over het zoonschap gesproken -2-
Het Rijk van de Messías
Waarom woeden de heidenvolken
en bedenken de volken wat zonder inhoud is?
De koningen van de aarde stellen zich op
en de vorsten spannen samen
tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde:
Laten wij Hun banden verscheuren
en Hun touwen van ons werpen!
Die in de hemel woont, zal lachen,
de Heere zal hen bespotten.
Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn,
in Zijn brandende toorn hun schrik aanjagen.
Ik heb Mijn Koning toch gezalfd
over Sion, Mijn heilige berg.
Ik zal het besluit bekendmaken:
De HEERE heeft tegen Mij gezegd: U bent Mijn Zoon,
Ík heb U heden verwekt.
Eis van Mij en Ik zal U de heidenvolken als Uw eigendom geven,
de einden der aarde als Uw bezit.
U zult hen verpletteren met een ijzeren scepter,
U zult hen in stukken slaan als aardewerk.
Nu dan, koningen, handel verstandig.
Laat u onderwijzen, rechters van de aarde.
Dien de HEERE met vreze,
verheug u met huiver.
Kus de Zoon, opdat Hij niet toornig wordt en u onderweg omkomt,
wanneer Zijn toorn slechts even ontbrandt.
Welzalig allen die tot Hem de toevlucht nemen!
Psalm 2 vers 7-9 -7-
Over het zoonschap gesproken -2-
Gisteren hebben we met elkaar stilgestaan bij het zoonschap van David en Jezus, Yeshua en eindigden we met de woorden die we in Exodus 4 lezen:
Toen ging Mozes weg en keerde terug naar zijn schoonvader Jether. En hij zei tegen hem: Laat mij toch gaan om terug te keren naar mijn broeders, die in Egypte zijn, om te zien of zij nog leven. En Jethro zei tegen Mozes: Ga in vrede.
Ook zei de HEERE tegen Mozes in Midian: Ga, keer terug naar Egypte, want al de mannen die u naar het leven stonden, zijn gestorven.
Toen nam Mozes zijn vrouw en zijn zonen, liet hen op een ezel rijden en keerde terug naar het land Egypte. En Mozes nam de staf van God in zijn hand.
De HEERE zei tegen Mozes: Nu u naar Egypte gaat terugkeren, zie erop toe dat u al de wonderen waartoe Ik u in staat gesteld heb, Ikzelf echter zal zijn hart verharden, zodat hij het volk niet zal laten gaan.
Dan moet u tegen de farao zeggen: Zo zegt de HEERE: Mijn zoon, Mijn eerstgeborene, is Israël.
Blijkbaar zijn er dus overeenkomsten tussen het leven van Yeshua, David en Israel. De overeenkomsten tussen het leven van David en de Heere Jezus liggen nogal voor de hand. Hoeveel teksten zijn er niet, en ik denk bijvoorbeeld aan Psalm 22 die de Heere Jezus Zelf citeert en op Zichzelf betrekt? Denk bijvoorbeeld maar eens aan Psalm 22, waar we David maar ook Jezus horen zeggen:
Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten
En wat te denken van de woorden uit dezelfde Psalm 22:
Allen die mij zien bespotten mij;
zij trekken de lippen op, zij schudden het hoofd en zeggen:
Hij heeft zijn zaak op de HEERE gewenteld – laat Die hem bevrijden!
Laat Die hem redden, als Hij hem genegen is.
Terwijl wij lezen in Mattheus 27 waar we toeschouwer zijn bij Zijn kruisiging:
En de voorbijgangers lasterden Hem, schudden hun hoofd, en zeiden: U Die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf.
Als U de Zoon van God bent, kom dan van het kruis af! En evenzo spotten ook de overpriesters, samen met de schriftgeleerden en de oudsten en de Farizeeën, en zij zeiden:
Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen. Als Hij de Koning van Israël is, laat Hij nu van het kruis afkomen en wij zullen Hem geloven.
Hij heeft op God vertrouwd; laat Die Hem nu verlossen als Hij Hem welgezind is, [Letterlijk: als Hij Hem wil]. want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon.
Zie je de parallellen? Tussen David en Jezus?
Dan keren we nu weer terug naar Exodus waar we lazen:
Dan moet u tegen de farao zeggen: Zo zegt de HEERE: Mijn zoon, Mijn eerstgeborene, is Israël.
Hier wordt Israel dus de eerst geboren Zoon van de HEERE, de verbondsgod genoemd. Maar aan het einde van Hosea wordt een ander beeld gebruikt. In hoofdstuk 11:1 lezen we de woorden:
Toen Israël een kind was, heb ik het liefgehad, en uit Egypte heb Ik mijn zoon geroepen.’
In Psalm 2 lezen we dat het besluit over de Zoon van God vaststaat:
‘Hij zal hem de einden der aarde tot zijn bezit geven.’
Als Zoon is Israël erfgenaam en zal de toekomstige grote koning David, de Geliefde, Yeshua, de Joodse Jezus, eens vanuit Jeruzalem over de gehele aarde regeren!
In het beeld Vader-Zoon zien we ook dat Israël aan zijn roeping ongehoorzaam is, zijn roeping misloopt en uiteindelijk in de diaspora terechtkomt.
Israël werd als Gods zoon uit Egypte geroepen [Exodus 4:22-23] om God te dienen en uiteindelijk Gods koninkrijk in het beloofde land op te richten. Deze missie mislukte tot het moment waarop deze profetie weer opnieuw rond de geboorte van de Jezus te horen was.
In Mattheüs 1:13-18 lezen we over de vlucht van Jozef, Maria en het kind Jezus naar Egypte, waarbij we in eMattheüs de woorden uit Exodus en Hosea opnieuw horen:
‘Opdat vervuld zou worden hetgeen de Heere door de profeet gesproken heeft toen Hij zeide: Uit Egypte heb ik mijn Zoon geroepen.’
Hier zien we dat God bij de geboorte van de Messias na vier eeuwen stilte de draad met Zijn volk opneemt. Zoals Mozes twaalf verspieders uitzond om het land te verkennen, zo zien we dat de Here Jezus twaalf apostelen uitzendt om de boodschap van het koninkrijk te verkondigen.
We weten dat uiteindelijk ook dit plan anders liep en dat Israël de Koning verworpen heeft, waarmee het beloofde koninkrijk van Israël afgenomen werd. De Koning der Joden werd gekruisigd, waarna hun Koning uit hun ogen verdween, maar niet voor altijd!
Bij Zijn wederkomst zal het Joodse volk de Joodse Koning in al Zijn schoonheid zien::
‘Uw ogen zullen de Koning in zijn schoonheid aanschouwen’
profeteert Jesaja in 33:17. Dan zal de Heere Zijn zoon opnieuw roepen, niet alleen uit Egypte, maar uit alle delen van de wereld. Het Joodse volk zal naar zijn eigen land terugkeren, waarbij ook hun Messias zal wederkeren. Dan zullen ze hun Koning aanvaarden en zal Gods Zoon alsnog koning in Jeruzalem worden en vanuit Jeruzalem over de gehele aarde regeren.
We zien in onze tijd dat deze profetie wordt vervuld. Met duizenden en duizenden komen de Joden thuis. Dit jaar worden er zelfs 250.000 Joden vanuit alle windstreken in Israel verwacht.
Door de toename van het antisemitisme zien we steeds meer Joden terugkeren naar hun land. De politieke spanningen nemen wereldwijd toe. De dreiging naar Israël wordt ook met de dag sterker. Hoeveel landen en volkeren zetten Israel door hun dramatische revoluties niet de voet dwars of zeggen openlijk dat bovenaan hun verlanglijstje de totale vernietiging van Israel bovenaan?
Maar Israël wordt met Gods Zoon vergeleken en zal eens het ‘Hoofd der volkeren’ zijn. Israël is en blijft de geliefde van God, Zijn oogappel. En bij Zijn wederkomst zal aan alle volken duidelijk worden hoeveel Hij, door alle eeuwen heen, van Zijn volk Israël gehouden heeft!
Er zou over het zoonschap van Israel natuurlijk nog veel en veel meer te zeggen zijn, maar in het kader van dit programma wil ik vanmorgen stoppen met de woorden uit Spreuken 3 uit de Staten Vertaling
Want de HEERE kastijdt dengene dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon in denwelken hij een welbehagen heeft.
Wanneer we een klein beetje op de hoogte zijn van de geschiedenis van het volk Israel, alleen als de laatste 2000 jaar, dan weten we van het onvoorstelbare leed dat dit volk, dat Hij Zijn eerstgeboren Zoon noemt, geleden heeft en op sterven na dood geweest is in 1945. Maar tegelijkertijd, na drie jaar, in 1948, is Israel als het ware uit het graf en uit het stof is opgestaan en tot nieuw leven gekomen
En ik durf je vanmorgen te zeggen dat de woorden die op de berg van verheerlijking door Vader tot Zijn Zoon Jezus richtte ook voluit van toepassing zijn op Zijn volk, Zijn Zoon Israel, de strijder God:
Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!
Israel zal tot een zegen van de volken zijn. Als dat geen zegen is…
KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN
DELEN
[Sassy_Social_Share]