Psalm 121 (8): Over Gods bewaring gesproken
Een pelgrimslied.
Ik sla mijn ogen op naar de bergen,
vanwaar mijn hulp komen zal.
Mijn hulp is van de HEERE,
Die hemel en aarde gemaakt heeft.
Hij zal uw voet niet laten wankelen,
uw Bewaarder zal niet sluimeren.
Zie, de Bewaarder van Israël
zal niet sluimeren of slapen.
De HEERE is uw Bewaarder,
de HEERE is uw schaduw aan uw rechterhand.
De zon zal u overdag niet steken,
de maan niet in de nacht.
De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad,
uw ziel zal Hij bewaren.
De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren,
van nu aan tot in eeuwigheid.
Psalm 121
Over Gods bewaring gesproken
In deze laatste overdenking van Psalm 121 wil ik samen met je nadenken over de woorden die we zojuist met elkaar lazen:
De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad,
uw ziel zal Hij bewaren.
De ‘ziel’ is een vertaling van het Hebreeuwse woord ‘nephesh’. In de bijbel wordt dit wordt in bijna 30% van de keren dat het woord voor komt vertaald met ‘ziel’.
Maar het woord ‘nephesh’ wordt ook vertaald door ‘leven’, ‘woede’, ‘lust’ of ‘ik’. De ‘nephesh’ van de mens betreft dus zijn emoties, zijn wezen, zijn ik.
We lezen de tekst nog eens:
De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad,
uw ziel zal Hij bewaren.
De HEERE, JHWH, de ‘Ik ben er bij’ zal u bewaren voor alle kwaad, uw ziel, uzelf, jij zelf, je zijn zal hij bewaren. Je zou haast vergeten dat God hier Zelf zegt, als Hij zich hier met de Naam JHWH noemt, dat Hij zegt: Ik ben Zelf bij je en zal je bewaren. Want de Naam JHWH betekent: Ik Ben. Ik ben er bij.
Wist u trouwens dat de betekenis van de naam JHWH in het algemeen wordt als een werkwoord wordt geduid. Mooie gedacht is dat. God, de Schepper van hemel en aarde is altijd bij je. Hij maakt als het ware werk van je. Dat sluit ook mooi aan bij de woorden die we eerder in deze Psalm gelezen hebben:
uw Bewaarder zal niet sluimeren.
Zie, de Bewaarder van Israël
zal niet sluimeren of slapen.
Inderdaad, de HEERE, zal je bewaren voor alle kwaad. Maar is dat wel zo? Er overkomst kinderen van God, net zoals alle andere mensen allerlei ellende. En denk nog eens even aan het volk van Israel tot wie deze woorden in deze Psalm in eerste instantie gericht zijn. Hoe kun je dan volhouden dat de HEERE je zal bewaren voor alle kwaad? Wat een ellende heeft Zijn volk alle eeuwen al niet moeten doorstaan.
Geloven we dan werkelijk in sprookjes? En is de Bijbel dan het grote sprookjesboek?
Weet je, zo oppervlakkig bekeken lijkt dat inderdaad het geval. Maar als we bij wijze van spreken, zoals de mensen vroeger wel eens zeiden, een spa dieper spitten, kom je er achter dat ik welke situatie wij ook terechtkomen, in leven en in dood, Hij er bij wil zijn. En wanneer Hij er bij is wordt alles anders.
Ik moet denken aan een goede bekende van mij, die samen met zijn vader naar het ziekenhuis ging. Voor een uitslag van een onderzoek. Aangekomen bij de arts vertelde de arts dat hij een ernstige boodschap had en dat de vader niet meer lang te leven had. Kun je je een ellendiger situatie voorstellen? Wat zou jouw reactie zijn als je zo’n boodschap zou krijgen?
En weet je wat de verbijsterende reactie van de vader was? Hij stond op ging naar de arts toe en gaf hem een hand en zei: Gefeliciteerd, want zo’n goede boodschap heb ik nog nooit gehad. Hier kijk ik al jaren naar uit!
Zie je, met JHWH, Ik ben bij je, wordt alles anders! Ik heb het al meerdere malen in deze overdenkingen aangehaald en het is echt waar: Met Hem er bij, in welke situatie je ook zit of komt, wordt alles anders.
En dan vervolgt de schrijver van de Psalm:
De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren,
van nu aan tot in eeuwigheid.
Tsja, de woorden kunnen troost geven, Hij zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren. Maar wat betekenen ze eigenlijk? Ik moet eerlijk bekennen dat ik het eigenlijk niet weet, maar ik kwam bij de voorbereiding wel een paar mooie gedachten tegen die ik graag aan je doorgeef.
De Targoem brengt de mezoeza ter sprake.
Even tussendoor. De targoemvertalingen werden noodzakelijk toen de bewoners van Judea in het Perzische Rijk werden opgenomen en het aloude Hebreeuws opgaven ten gunste van het Aramees, de taal van de rijkskanselarij. Soms worden de handschriften van de Targoems gebruikt in de tekstkritiek van de Bijbel om de oorspronkelijke tekst van een vers te achterhalen.
De vertalingen zijn, voor onze begrippen, erg vrij. Een voorbeeld is het bekende messiaanse vers Numeri 24.17-18. Ik lees het eerst voor uit Hebreeuws origineel
Wat ik zie is niet in het heden, wat ik waarneem is niet nabij. Een ster komt op uit Jakob, een scepter uit Israël. Hij verbrijzelt Moab de slapen, de kinderen van Set slaat hij neer. Het land van zijn vijand verovert hij, het land van Edom en Seïr. Israël wordt machtig en sterk.
En dan lees ik nu de Targoem:
Wat ik zie is niet in het heden, wat ik waarneem is niet nabij. Een ster komt op uit Jakob, een scepter uit Israël. Een koning zal opstaan uit Jakob en tot Messias van Israël worden gezalfd. Hij zal de leiders van Moab verslaan en de hele mensheid regeren.
De vertalingen zijn, voor onze begrippen, erg vrij, en zijn dus niet alleen een vertaling maar geven tegelijkertijd een soort van verklaring waarbij de vertalers invulling geven aan wat zij denken dat er met een bepaald gedeelte gezegd wordt.
Terug naar de tekst:
De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren,
van nu aan tot in eeuwigheid.
De Targoem brengt de mezoeza ter sprake. Een oud gebruik in de Joodse traditie, misschien ook bekend bij de schrijver(s) van de Targoem, is dat bij het verlaten of binnenkomen van een woning de aan de deurpost bevestigde mezoeza wordt gekust. Daarbij wordt gezegd:
“HaSjeem (lett. “de Naam”; of JHWH) is mijn beschermer, HaSjeem is mijn schaduw ter rechter zijde, moge HaSjeem mij beschermen bij mijn uitgaan en bij mijn terugkeer, nu en voor eeuwig” – gebaseerd op vers 5 en 8 van deze Psalm.
Mooie gedachte, vind je ook niet?
Weer een andere Joodse gedachte die ik tegenkwam met betrekking tot de woorden: ‘de HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren’, is de volgende:
Die woorden kunnen we het beste laten slaan op de twee cruciale ogenblikken van de dag, als de zon op- en ondergaat: het is de tijd waarop de Israëliet zijn huis verliet om op het land te werken en daarvan bij donker terug te keren.
Het hele etmaal. De laatste woorden sluiten daarbij aan: ‘Van nu aan tot in eeuwigheid’.
Van de wieg tot het graf geldt Gods bewaring. Tot over de dood heen. Dankzij Hem die de dood overwon, door wie de dood geen eindpunt is, maar een ingang, een portaal naar het eeuwige leven.
Ja, en dan wordt die Psalm, die pelgrimspsalm, nog op een dieper niveau waar. Prachtig wordt dat in Openbaring 7 verwoord. Daar, in Gods eeuwigheid, in het nieuwe Jeruzalem, zal de zon niet op ons vallen, nog enige hitte, maar het Lam zal ons hoeden en brengen naar waterbronnen. Dan is er geen berg meer om tegenop te zien, geen angst die ons beklemt, geen twijfel die ons verscheurt en geen zorg die op ons drukt. Dan zal blijken hoe Hij heeft bewaard! Gods zegen op de reis daarnaartoe.
KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN
DELEN
[Sassy_Social_Share]
Geachte heer, mevrouw,
Het meest waarschijnlijke is dat het over voeding gaat. De voeding die u eet (ingaan) door God gegeven geeft leven en en wat er uitgaat (uw uitwerpselen) wordt humus en zorgt daarmee ook voor nieuw leven. Homo – humus – humanitas, drie bepalende woorden met dezelfde oorsprong. Het parfum van humus is heiliger en dichter bij God dan de geur van wierook. De geur van humus is de geur van God, de geur van de verrijzenis, de geur van de onsterfelijkheid