Parashat Wajelech met Sybe de Vos
We lezen: Deuteronomium 31:1-30, Hosea 14:2-10 – Joel 2:15-27 – Micha 7:18-20, Romeinen 10:1-17
We naderen zo langzamerhand het einde van het boek Deuteronomium, en daarmee van de hele Tora. Vandaag lezen we ‘Wajelech’, wat betekent: ‘en hij ging.’ Deuteronomium 31 opent met de zin: ’En Mozes ging en hij sprak deze woorden tot heel Israël.’ De Bijbel in Gewone Taal vertaalt heel simpel met: ‘Mozes ging verder met zijn toespraak.’ Mooi gevonden.
Toch zit er meer in. Waarom staat er dat Mozes ging? Terwijl hij nog afsluitende woorden spreekt, de Tora overhandigt, Jozua toespreekt en uiteindelijk nog een lied zal zingen en zijn zegen zal geven. Hij zegt: ‘Ik ben nu 120 jaar en zal de Jordaan niet overtrekken’. De woorden zijn geladen met emotie. Mozes gaat. Hij verdwijnt van het toneel. Híj brengt Israël niet in het land. Jozua zal dat doen. Dit hele gedeelte is weer één grote messiaanse heenwijzing. We kijken naar Mozes, de Toralezing eenmaal in de zeven jaar én Jozua.
Luister je weer mee?