Parashat Ki Tetsee (want gij zult uitgaan) met Karen Strijker
09/09/2022

Parashat Ki Tetsee (want gij zult uitgaan) met Karen Strijker

Klik hieronder om naar xe uitzendig te luisteren:

We lezen Deuteronomium 21:10-25:19, uit de Haftara lezen we Jesaja 54:1-10 en we lezen 1 Korinthe 5:1-5.

In Deuteronomium gaat God verder met Zijn regelgeving voor het volk, zoals bij het overwinnen van een vijandig volk; indien men een vrouw daarvan ziet die een man uit Gods volk voor zichzelf zou willen hebben, dan mag zij in het huis van die man zijn, haar ouders een maand bewenen, haar nagels en haren knippen en dan tot vrouw worden van die man. Zij mag niet verkocht worden, want ze is al vernederd en mag niet langer als slavin behandeld worden.

In Dt. 21:15 spreekt God over een beminde en een gehate vrouw. Het woord haten is hier niet bedoeld als haat, maar als achtergesteld, sana’ – שָֹנָא. Overigens gebruikt God sana ook in de zin: ‘Jacob heb Ik liefgehad, doch Ezau heb ik gehaat.’ Dan in Dt. 22:13 komt het woord sana’ opnieuw voor: in het geval dat een man een vrouw tot zich neemt en merkt dat ze geen maagd meer is, het spreekt vanzelf dat hier niet de betekenis achterstellen bedoeld wordt. Mocht de vrouw werkelijk geen maagd meer zijn, dan moet ze gestenigd worden tot ze dood is. ‘Zo zult gij het kwaad uit uw midden wegdoen,’ zegt God.

Vanaf vers 22 spreekt God over degenen die door hun zonden aan het hout zijn gehangen, die mogen niet in de nacht daar blijven hangen. Paulus haalt dit aan in Galaten 3:13, sprekende over de Messias Die aan het hout is gehangen als een vervloekte. Degene Die onze zonden zodoende op Zich nam.

Ook een ongehoorzame, rebelse zoon die geld verkwist aan drank en meer moet gestenigd worden; zijn ouders moeten hem bij de leiders van zijn stad brengen en God zegt erbij: ‘en zult u het kwaad uit uw midden wegdoen: dat heel Israël het hoort en vreest.’ Het spreekt voor zich dat dit pas het laatste middel is, maar o, wat heftig!

Er volgen veel meer voorbeelden van ongeoorloofde seksuele handelingen, zoals onder meer het slapen met de vrouw van je vader. In 1 Korinthe 5:1-5 komt Paulus daarop terug, daar iemand in de gemeente deze zonde gedaan heeft. Hij moet worden overgegeven aan de satan, volgens Paulus. Wat betekent dat eigenlijk: iemand aan de satan overgeven? Paulus zegt erbij: ‘Tot verderf des vlezes, opdat de geest behouden moge worden in de dag des Heeren..’ In 1 Timotheüs 1:20 gebruikt hij deze uitdrukking opnieuw wanneer hij spreekt over twee afvalligen die hebben gelasterd en hij zegt erbij: ‘Opdat zij zouden leren niet meer te lasteren.’

Kunnen we iets leren van de satan? Blijkbaar wel! De rechtvaardige Job krijgt met de satan te maken, omdat God deze een zekere ruimte heeft gegeven (Job 2:6) om in Jobs leven de boel, op z’n zachtst gezegd, flink overhoop te gooien. God zegent Job daarna bovenmate en deze heeft inmiddels een diep doorleefde relatie met zijn God, nog veel dieper dan hij daarvoor had.

Blijkbaar is het de bedoeling, voor degenen die Paulus aan de satan overlevert, om dingen mee te maken die Job heeft meegemaakt, ‘tot verderf des vlezes’ zodat ze als verloren zonen weer terug gaan verlangen naar hun Vader. Maar laten we wel beseffen: Job had al een heel diepe relatie met God!

In Psalm 83 komt dit gegeven ook voor, maar dan voor een heel volk, wanneer de Psalmist aan God vraagt om ‘hen te maken als een wervel, als stoppelen voor de wind’ (vs.14) en hij vraagt God of Hij hen wil laten omkomen (vs.18), nou nou! Maar vers 19 geeft weer hoop: ‘Opdat zij weten dat Gij alleen zijt de Aanwezige (HEERE, JHWH), de allerhoogste over de ganse aarde.’ Als volk uit elkaar geslagen worden zodat de individuen in dit volk gaan beseffen wie God werkelijk is en zodoende voor Hem kunnen kiezen, toch heel mooi en diep!

In de Parasha volgen heel veel regels aangaande het omgaan met elkaar en met de dieren.

En dan, stel je voor: je bent een man en je enige broer is getrouwd met een meisje die je totaal niet mag; je zou er nog geen dag mee getrouwd willen zijn. Maar dan sterft je broer terwijl je zelf nog niet getrouwd bent. Dan ben je verplicht om met dit schoonzusje te trouwen. Niet makkelijk!

Nu over naar prettiger gedachten, namelijk Gods beloften die door de grote profeet Jesaja worden uitgesproken. Juist de vrouw die niet heeft gebaard wordt hier getroost. Dit is bedoeld voor het gehele volk Israël, alsof zij kinderloos is en ook nog weduwe bovendien. Maar haar Man en haar Maker brengt een keer in haar lot en zegt haar om haar tenten wijd uit te spreiden omdat haar kinderen meer zijn dan de kinderen van de getrouwde vrouw, wat een prachtige belofte! Hijzelf vergadert het volk om het naar huis te leiden; Zijn dochter, Zijn bruid en wanneer zij thuis is in het land Israël, dan daarna komt Hij thuis: Vader, Maker en Man.

Shalom,

Presentatie:  Karen Strijker

Onderwerpen:

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב