Parasha Shemot, ‘namen’ met Tony Jurg
Parasja Shemot, ‘namen’
Te lezen: Exod. 1:1-6:1 / Jer.1:1 – 2:3 / Joh. 10:1-16.
En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden. Toen zei God verder tegen Mozes: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: De HEERE, de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob, heeft mij naar u toe gezonden. Dit is voor eeuwig Mijn Naam, dit is Mijn Naam ter gedachtenis, van generatie op generatie.
Exodus 3:14-15 (Herziene Statenvertaling)
Vele jaren zijn er voorbijgegaan sinds Jacob met zijn huisgezin op uitnodiging van Jozef zich had gevestigd in Egypte. De parasja van deze sabbat begint met het noemen van de namen van de zonen van Israël, die zich in de landstreek Gosen vestigden. Het huisgezin van Jacob, bestaande uit 70 zielen, was ondertussen uitgegroeid van een familie tot een groot volk waar de Farao, die Jozef niet gekend had, vrees voor kreeg. Dat zou een periode van verdrukking inluiden voor de Israëlieten.
De parasja van deze sabbat heet Shemot, wat ‘namen’ betekent. Een toepasselijke titel die ons uitnodigt na te denken over de betekenissen van het woord ‘naam’. Namen gaan over meer dan alleen hoe we iemand noemen of roepen; ze vormen een sleutel tot iemands identiteit, een manier om herkenbaar te zijn, uit te drukken wie je ten diepste bent.
Mozes, een joodse jongen die vanwege goddelijk ingrijpen opgroeide als prins aan het hof van de Farao, gaat op zoek naar zijn identiteit. Uiteindelijk belandt hij als schaapsherder in de woestijn. Daar openbaart de Eeuwige zich aan hem en maakt Zijn naam aan Mozes bekend: IK BEN DIE IK BEN (Ex. 3:14).
De Eeuwige geeft aan dat Hij op de hoogte is van de benarde situatie van het volk, het gekerm heeft gehoord en zich aan Zijn beloften herinnerde. Mozes ontvangt van de Eeuwige de opdracht om zijn volk uit Egypte te leiden. Mozes twijfelt eerst, maar de Eeuwige stuurt hem niet met lege handen op pad. Als Hij iemand roept, geeft Hij ook datgene wat nodig is om die roeping te vervullen.
Mozes leidde uiteindelijk het volk uit Egypte richting het beloofde land. En daarin lijkt hij op Jeshua, die zichzelf de Goede Herder noemt. Hij kent ons en roept ons bij onze naam. Hij wil ons uit leiden om ons veilig binnen te brengen, zodat wij in de aanwezigheid van de Vader kunnen verblijven en Hem waarlijk mogen kennen.