Parasha Ki Tavo met Tony Jurg
01/09/2023

Parasha Ki Tavo met Tony Jurg

Parasja Ki Tavo (wanneer je binnengaat)

We lezen: Deuteronomium 26:1 – 29:9(8) / Jesaja 60:1–22 / Johannes 14:15-21.

En wanneer u in het land komt dat de HEERE, uw God, u als erfelijk bezit geeft, en u dat in bezit neemt en erin woont, moet het zó zijn dat u van de eerstelingen neemt van alle vruchten van het land, die u binnenhaalt van uw land, dat de HEERE, uw God, u geeft; en u moet die in een korf leggen en naar de plaats gaan die de HEERE, uw God, zal uitkiezen om Zijn Naam daar te laten wonen. U moet naar de priester gaan die er in die dagen zal zijn, en tegen hem zeggen: Ik verklaar heden voor de HEERE, uw God, dat ik gekomen ben in het land dat de HEERE onze vaderen gezworen heeft ons te geven.

Deuteronomium 26:1-3 (HSV)

De Torah-lezing van deze sabbat begint met de instructies van de Eeuwige om, nadat men het Beloofde Land is binnengegaan, de eerstelingen van het land apart te zetten en ze naar de priester te brengen. Dit wordt gedaan als een daad van toewijding aan de Eeuwige en als een offerande aan Hem. Het concept van het ‘eerste’ of het ‘beste’ dat aan de Eeuwige wordt gewijd, symboliseert dankbaarheid en afhankelijkheid van Hem. Hierdoor wordt de Eeuwige erkend als het centrum en de bron van ons bestaan. Tegelijkertijd is dit ook een stap in geloof en vertrouwen, waarbij men gelooft dat de Eeuwige zal voorzien in wat nodig is. Omdat dit een eerstelingsoffer betreft, dient het opdragen van de eerste 10% als bewijs dat de overige 90% ook beschikbaar zal zijn, volgens het principe van overvloed en zegeningen dat voortkomt uit gehoorzaamheid aan Zijn instructies.

Deze parasha bevat ook het bekende hoofdstuk over de zegen en de vloek; een gedeelte dat veel mensen moeilijk vinden. Het lijkt erop alsof het volk onder druk wordt gezet en van hen blinde gehoorzaamheid wordt gevraagd. Hoewel dat een begrijpelijke gedacht is, wordt in de Tenach gehoorzaamheid vaak aangemoedigd naast het ontwikkelen van een oprecht begrip van de wil van de Eeuwige en een diepgeworteld verlangen om die te volgen. En daarmee komen we op een andere prominent thema van deze parasha: de toestand van ons hart. In Deuteronomium 10:16 riep Mozes uit dat het volk een besnijdenis van het hart moest ondergaan. En in deze parasha lezen we dat het de Eeuwige zelf zal zijn die het hart van het volk zal gaan besnijden.

In het gedeelte van Johannes 14 lezen we hoe dit plaatsvindt. De Trooster, de Geest van de waarheid, zal ons hart verlichten en inzicht schenken in de wil van de Vader. Op deze manier komt de vervulling van Mozes’ wens om een begrijpend hart te hebben tot stand door de werkzaamheid van de Heilige Geest. En hier, net als bij Mozes, zien we ook in de woorden van Jeshua geen pleidooi voor slaafse of blinde gehoorzaamheid. Onze gehoorzaamheid aan de wil van de Vader is namelijk geworteld in onze liefde voor Hem en voor degene die Hij heeft gezonden.

Onderwerpen:

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב