Over water en wijn gesproken
18/02/2022

Over water en wijn gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Gods glorie in de schepping

1 Loof de HEERE, mijn ziel.
HEERE, mijn God, U bent zeer groot,
U bent met majesteit en glorie bekleed.

2 Hij hult Zich in het licht als in een mantel,
Hij spant de hemel uit als een tentkleed.

3 Hij maakt de zoldering van Zijn hemelzalen op de wateren,
maakt van de wolken Zijn wagen,
wandelt op de vleugels van de wind.

4 Hij maakt Zijn engelen tot hulpvaardige geesten,
Zijn dienaren tot vlammend vuur.

5 Hij heeft de aarde gegrondvest op zijn fundamenten,
die zal voor eeuwig en altijd niet wankelen.

6 U had hem met de watervloed als met een gewaad bedekt,
het water stond tot boven de bergen.

7 Door Uw bestraffing vluchtten ze,
ze haastten zich weg voor het geluid van Uw donder.

8 De bergen rezen op, de dalen daalden neer
op de plaats die U ervoor bestemd had.

9 U hebt een grens gesteld, die ze niet zullen overgaan,
ze zullen de aarde nooit meer bedekken.

10 Hij wijst de bronnen hun loop naar de dalen,
zodat ze tussen de bergen door stromen.

11 Ze geven alle dieren van het veld te drinken,
de wilde ezels lessen er hun dorst.

12 Daarbij wonen de vogels in de lucht,
hun stem klinkt tussen de takken.

13 Hij bevochtigt de bergen vanuit Zijn hemelzalen,
de aarde wordt verzadigd door de vrucht van Uw werken.

14 Hij doet het gras groeien voor de dieren,
het gewas ten dienste van de mens.
Hij brengt voedsel uit de aarde voort:

15 wijn, die het hart van de sterveling verblijdt,
olie, die zijn gezicht doet glanzen,
en brood, dat het hart van de sterveling versterkt.

Over water en wijn gesproken
Voor we een aantal afleveringen startten met het Levende water waren we gebleven ij het volgende tekstgedeelte:

Hij brengt voedsel uit de aarde voort:
wijn, die het hart van de sterveling verblijdt,
olie, die zijn gezicht doet glanzen,
en brood, dat het hart van de sterveling versterkt.

Wijn, olie en brood worden voorgesteld als voedsel dat uit de aarde voortkomt. In feite zijn het de eindproducten van druiven, olijven en tarwe nadat ze door de mens zijn bewerkt. Het is goed te blijven zien dat het eindproduct zijn oorsprong in de aarde heeft waar God het heeft laten groeien. Ook is het goed eraan te denken dat het eindproduct alleen tot stand is gekomen omdat God daarvoor aan de mens de wijsheid en kracht heeft gegeven. We zien hier dat de HEERE niet alleen de Schepper is. Hij is ook de Onderhouder van de schepping, Zijn schepselen en dus ook van de mens is.

De drie grondstoffen waarvan de eindproducten zijn gemaakt, zijn de samenvatting van de vrucht van het land. Ze worden vaak in één adem genoemd. Zoals in 1 Deuteronomium 7 vers 13 vers 3: Hij zal u liefhebben, u zegenen en u talrijk maken; Hij zal de vrucht van uw schoot zegenen en de vrucht van uw land, uw koren, uw nieuwe wijn en uw olie, de dracht van uw koeien en de jongen van uw kleinvee, in het land dat Hij uw vaderen gezworen heeft u te geven.

In deze aflevering willen we in het kort met elkaar nadenken over de wijn. De daaropvolgende afleveringen over de olie en het brood. Uiteindelijk zijn deze drie producten afhankelijk van water, sterkter nog levend makend water. Want: Zonder water geen wijn, zondeer water geen olijven en zonder water geen koren.

In Jesaja 5 vinden we een lied over een wijngaard, met als verklaring in vers 7: “Welnu, de wijngaard van de HEERE der heerscharen is het huis Israëls, en de mannen van Juda zijn de planten waarin Hij vreugde heeft…”. De mannen van Juda zijn de ‘planten’, oftewel de wijnstokken, van wie de HERE vrucht verwachtte. Deze vrucht is echter niet gekomen. Beeter gezegd misschien: Deze vrucht is het nog niet helemaal gekomen.

In de Bijbel komen we veel ’typologische’ geschiedenissen tegen. Dat wil zeggen, dat er een schaduwbeeld in te vinden is van een (toekomstige) geestelijke werkelijkheid. Vaak gaat het daarbij om de betekenis van de persoon en het werk van de Messias en Zijn relatie met Israël. Zo ook de wonderlijke geschiedenis van de bruiloft te Kana, opgetekend in Johannes 2.

Laten we het eerst maar eens lezen:

1 En op de derde dag was er een bruiloft te Kana in Galilea; en de moeder van Jezus was daar.
2 En Jezus was ook voor de bruiloft uitgenodigd, en Zijn discipelen.
3 En toen er een tekort aan wijn ontstond, zei de moeder van Jezus tegen Hem: Zij hebben geen wijn meer.

4 Jezus zei tegen haar: Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn uur is nog niet gekomen.

5 Zijn moeder zei tegen de dienaars: Wat Hij ook tegen u zal zeggen, doe het.

6 En daar waren zes stenen watervaten neergezet, volgens het reinigingsgebruik van de Joden, elk met een inhoud van twee of drie metreten. (Een metreet komt overeen met ruim 39 liter.)

7 Jezus zei tegen hen: Vul de watervaten met water. En zij vulden ze tot aan de rand.

8 En Hij zei tegen hen: Schep er nu iets uit en breng het naar de ceremoniemeester; en zij brachten het.

9 Toen nu de ceremoniemeester het water geproefd had, dat wijn geworden was – hij wist niet waar de wijn vandaan kwam, maar de dienaars die het water geschept hadden, wisten het – riep de ceremoniemeester de bruidegom.

10 En hij zei tegen hem: Iedereen zet eerst de goede wijn voor, en wanneer men er goed van gedronken heeft, daarna de mindere; u hebt de goede wijn tot nu bewaard.

11 Dit heeft Jezus gedaan als begin van de tekenen, te Kana in Galilea, en Hij heeft Zijn heerlijkheid geopenbaard; en Zijn discipelen geloofden in Hem.

De profetische strekking van het gedeelte in Johannes 2 komt ivolgens mij n het kort hierop neer: het herstel van de relatie tussen de HEERE en Zijn volk Israël

In vers 11 staat duidelijk, dat het wonder een teken is. Een teken is een aanduiding van de werkelijkheid. Het gaat dus in feite niet zozeer om het wonder zelf, maar veel meer om de boodschap die daardoor wordt verkondigd. Daarin staat de heerlijkheid van de Messias centraal. Deze gebeurtenis in Kana staat dus model voor de toekomst.

Wanneer het overblijfsel van Israël in de toekomst, dat dan het “hele Israël” (Vgl. Rom. 11:26 en 9:27) is, tot aanvaarding komt van de Messias, het levende Woord (uitgebeeld door het water in de lege vaten), dan zal er nieuw leven komen, d.w.z. vreugde en blijdschap (uitgebeeld door de wijn = de Geest). Het spreekt van de wedergeboorte van Israël, waardoor het als volk wordt opgenomen in het Nieuwe Verbond, zoals o.a. voorzegd in Jeremia 31:31 en volgend:

Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE. Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn.

34 Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken.

Vers 11 uit Johannes 2 zegt eveneens, dat de Here Jezus dit gedaan heeft als begin van zijn tekenen. Onwillekeurig moeten wij hierbij denken aan Johannes 1:17 waar we lezen: “..want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.”

Mozes was de middelaar van het Oude Verbond. Zijn optreden wordt ook gekenmerkt door wonderen en tekenen. Het ‘begin van zijn tekenen’ werd gevormd door de verandering van water in… bloed (zie Exod. 7:14 e.v.).

Nu, in Johannes 2 wordt de komst van het Nieuwe Verbond aangekondigd door de verandering van water in… wijn!

De Zoon is de Middelaar van een beter Verbond (Hebr. 8:6), een nieuw Verbond (Hebr. 9:15,12:24). De goede wijn is bewaard tot het laatst!

Om echt feest te kunnen vieren is het nodig, dat God een wonder verricht, en dat gebeurt ook… op het vastgestelde tijdstip.

Vandaar de opmerking van Jeshua tot Maria: “Mijn ure is nog niet gekomen.” Die “ure” heeft in eerste instantie betrekking op de dood en opstanding van Christus, die nog moest plaatsvinden.

Het duidt echter ook op de vervulling van dit teken in een toekomst, als het uur aanbreekt, dat de Messias zal komen voor Israël.

Wanneer is dan het vastgestelde tijdstip van Israëls wedergeboorte?

Wanneer zal Israël als natie nieuw leven ontvangen? Wanneer zal het grote feestmaal plaatsvinden? Wanneer zal de relatie tussen de HERE en Israel worden hersteld?

Wel, daar is maar één duidelijk, Bijbels antwoord op te geven, nl. op de derde dag!

Zoals bekend is de 3e dag de opstandingsdag. De dag, waarop nieuw leven zichtbaar tevoorschijn komt.

Denk maar aan de 3e dag in Genesis 1, waar de aarde verrees uit het water en jong groen voortbracht (:9-11). Denk ook aan de geschiedenis van Jona. Ook die geschiedenis is een teken, nl. van de dood en opstanding van Jeshua (Matt.12:39 e.a.). Daarnaast is Jona echter ook een type van Israël, dat na twee dagen in de volkerenzee te hebben verkeerd, op de derde dag aan land zal komen en haar oorspronkelijke roeping zal vervullen (Zie Exod.19:5,6).

Een profetische heenwijzing vinden wij ook in Hosea 6,vers 2: “Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derden dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor Zijn aangezicht.”

Bijna 2000 jaar lang zaten de Israëlieten “zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim” (Hos.3:4, zie ook vers 5!). Nu zal de 3e dag spoedig aanbreken en de Messias zal komen en Zich aan Zijn volk verbinden (Zie bijv. Jes. 54, Hos.2). De bruiloft van het Lam zal plaatsvinden en de Messias zal Zijn koningschap op aarde openbaren (Openb.19:6 e.v.).

Nu is het opmerkelijk, dat de derde dag in Johannes 2:1 tegelijk de zevende is in de opeenvolging van de dagen die eraan voorafgingen.

Zo zal na twee dagen, waarbij we denken aan één dag als duizend jaar (2 Petr.3:9), het overblijfsel van Israël een ontmoeting hebben met de opgestane Heer. Dan zullen zij “Hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben” , zegt Zacharia. Dat zal zijn als de Geest van  genade en van  gebeden zal worden uitgegoten. Israël zal geboren worden uit “water en Geest”. God zal al Zijn beloften heerlijk vervullen, op een wonderlijk manier.

En de opstandingsdag voor Israël, de derde dag, zal tegelijk de zevende dag zijn in verband met de geschiedenis van deze wereld en het Heilsplan van God.

De zevende dag is de rustdag, de Sabbath. Het is de Dag van de HERE, aan de HERE gewijd. Hij zal een feestmaal aanrichten, niet alleen voor Israël, maar ook voor de volkeren (Jes. 25:6). Op die dag zal Hij zich openbaren als de wonderbare God (Jes. 25:1). De Messias zal Koning zijn, Israël een Koninkrijk van priesters. En de Here Jezus zal heersen “van zee tot zee, van de Rivier tot de einden der aarde.” (Ps. 72:8)

Of, zoals Zacharia zegt: “Te dien Dage zal de HERE Koning worden over de gehele aarde; te dien Dage zal de HERE de enige zijn en Zijn naam de enige” (14:9).

Wat een feest! Het is inderdaad zoals Psalm 104 zegt: Hij brengt voedsel uit de aarde voort: wijn, die het hart van de sterveling verblijdt,

Als dat geen zegen is.

Laat het feest zijn in de huizen!

DELEN

[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב