Over verlangen gesproken
30/03/2022

Over verlangen gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Psalm 104

31 De heerlijkheid van de HEERE zij voor eeuwig,
laat de HEERE Zich verblijden in Zijn werken.

32 Aanschouwt Hij de aarde, dan beeft hij,
raakt Hij de bergen aan, dan roken zij.

33 Ik zal voor de HEERE zingen in mijn leven,
ik zal voor mijn God psalmen zingen, mijn leven lang.

34 Mijn overdenking van Hem zal aangenaam zijn,
ík zal mij in de HEERE verblijden.

35 De zondaars zullen van de aarde verdwijnen,
de goddelozen zullen er niet meer zijn.

Loof de HEERE, mijn ziel!
Halleluja!

Over verlangen gesproken
Aanschouwt Hij de aarde, dan beeft hij, raakt Hij de bergen aan, dan roken zij.
Deze woorden spreken over de almacht van de HEERE, JHWH, Hij blijft ook dan de Almachtige. Alleen Zijn blik al is voldoende om de aarde te laten beven. Ieets daarvan lezen we in Habakuk 3:
De bergen zagen U, zij beefden van angst.
Een vloed van water stroomde voorbij,
de watervloed liet zijn stem klinken,
hoog hief hij zijn handen op.
Zon en maan stonden stil in hun woning;
met het licht bewogen Uw pijlen zich voort,
met de gloed Uw glinsterende speer.
In gramschap schreed U voort over de aarde,
in toorn vertrapte U de heidenvolken.
U bent uitgetrokken tot heil van Uw volk,
tot heil van Uw Gezalfde.

Wanneeer ik deze woorden lees kom ik onder de indruk van inderdaad Gods Almacht.

En als Hij de onwankelbaar schijnende bergen met Zijn vinger aanraakt, “roken zij”. We zien dat bij de berg Sinaï als God daarop neerdaalt in Exodus 19 vers 18:
De berg Sinaï was geheel in rook gehuld, omdat de HEERE er in vuur neerdaalde. De rook ervan steeg omhoog als de rook van een oven, en heel de berg beefde hevig.

Wat een onvoorstelbare manifestatie van Gods Almacht! Kijk wij lezen deze woorden en weten hoe dit allemaal afloopt. Maar het volk dat daar onder aan de berg stond wist dat niet en zag dit ook nog eens voor hun ogen gebeuren. We kunnen ons daar maar nauwelijks iets van voorstellen.

En wanneer de dichter van de Psalm aan de Almacht van he Heere God denkt dan heeft dat de volgende uitwerking,

Ik zal voor de HEERE zingen in mijn leven,
ik zal voor mijn God psalmen zingen, mijn [leven] lang.

Mijn overdenking van Hem zal aangenaam zijn,
ík zal mij in de HEERE verblijden.

Na zijn beschrijving van Gods wonderbare werk in de schepping zials beschreven in de psalm komt de psalmist tot de uitroep dat hij “voor de HEERE” zal “zingen in zijn leven” (vers 33). De psalmist noemt de HEERE hier opnieuw “mijn God”, waarmee hij zijn persoonlijke relatie met de HEERE benadrukt. De psalmist looft de HEERE om wie Hij is. Kijk, misschien kunnen wij de Heere God nog loven om wat Hij doet in ons leven, als we het goede uit Zijn hand mogen ontvangen, maar hier gaat het de dichter niet om wat hij van de HEERE God heeft ontvangen, maar om wie Hij is. Het gaat de dichter niet om wat Hij van God ontvangt, maar om God Zelf.

Iets daarvan vinden we in Psalm 63.

Een psalm van David, toen hij in de woestijn van Juda was. En David was daar niet in een positie die wij zouden verkiezen, want we lezen daarover in 1 Samuel 23 vers 15 dat Saul eropuit getrokken was om hem naar het leven te staan. Hoe zouden wij op zo’n situatie reageren? En luister dan eens naar zijn reactie daar, wanneer Hij ongetwijfeld in de piepzak zit daar in de grot van Adullam:

O God, U bent mijn God!
U zoek ik vroeg in de morgen;
mijn ziel dorst naar U,
mijn lichaam verlangt naar U.
in een land, dor en dorstig, zonder water.

Even tussendoor: Ziet u het voor u? David daar in de verzengende woestijn van Judea? Met een ronduit bloeddorstige Saul op de hielen die hem koste wat het kost naar het leven staat?
Wat zou uw en mijn reactie zijn? Zouden we het niet uitschreeuwen naar God om verlossing?
Maar wat is Davids reactie?

Zo heb ik U in het heiligdom aanschouwd,
Uw macht en Uw heerlijkheid gezien.
Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven;
daarom zullen mijn lippen U prijzen.
Zo zal ik U loven in mijn leven,
in Uw Naam zal ik mijn handen opheffen.
Mijn ziel zal als met vet en overvloed verzadigd worden;
mijn mond zal roemen met vrolijk zingende lippen.

Kijk lieve mensen, ook u en ik kunnen terecht komen in de woestijn van ons leven. In situaties en omstandigheden waarin we angstig zijn. Misschien niet eens dat mensen ons wereklijk naar het leven staan. Maar misschien wel angst om het leven dat we op dat moment leiden. Misschien wel in situaties waarin we ons afvragen hoe het verder met je leven moet. Verlies van ouders, verlies van een kind, verlis van je baan, verlies van misschien wel alle zekerheden in je leven. Maar laten we dan van David leren vanmorgen:

O God, U bent mijn God!
U zoek ik vroeg in de morgen;
mijn ziel dorst naar U,
mijn lichaam verlangt naar U.
in een land, dor en dorstig, zonder water.
Uw macht en Uw heerlijkheid gezien.
Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven;
daarom zullen mijn lippen U prijzen.
Zo zal ik U loven in mijn leven,
in Uw Naam zal ik mijn handen opheffen.
Mijn ziel zal als met vet en overvloed verzadigd worden;
mijn mond zal roemen met vrolijk zingende lippen.

Misschien denkt u nu: Wat een geweldige zwager! Maar zelf zal hij dat niet beamen hoor: Hij zal zeggen: Wat een geweldige God!

Als dat geen zegen is.

We gaan luisteren naar een uitvoering van Christian Verwoerd van deze Psalm:

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב