Over Gods toorn gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Loflied op Gods genade
1 Een psalm van David.
Loof de HEERE, mijn ziel,
en al wat in mij is, Zijn heilige Naam.
2 Loof de HEERE, mijn ziel,
en vergeet niet een van Zijn weldaden.
3 Die al uw ongerechtigheid vergeeft,
Die al uw ziekten geneest,
4 Die uw leven verlost van het verderf,
Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid,
5 Die uw mond Letterlijk: uw sieraad. verzadigt met het goede,
uw jeugd vernieuwt als die van een arend.
6 De HEERE doet rechtvaardige daden
en recht aan alle onderdrukten.
7Hij heeft aan Mozes Zijn wegen bekendgemaakt,
aan de nakomelingen van Israël Zijn daden.
8 Barmhartig en genadig is de HEERE,
geduldig en rijk aan goedertierenheid.
9 Hij zal niet voor altijd ter verantwoording roepen,
niet voor eeuwig handhaaft Hij Zijn toorn.
Over Gods toorn gesproken
De HEERE, de Aanwezige, “zal niet voor altijd ter verantwoording roepen” lazen we in het laatste vers.
In Jesaja 57 lezen we woorden van dezelfde strekking:
Ik zal niet voor eeuwig ter verantwoording roepen en Ik zal niet voor altijd zeer toornig zijn. Want de geest zou van voor Mijn aangezicht bezwijken, de zielen die Ík gemaakt heb.
Hij zal niet voor altijd ter verantwoording roepen, niet voor eeuwig handhaaft Hij Zijn toorn, lazen we in Psalm 103. En in Jesaja 57 lezen we de reden waarom Hij dat niet doet: Want de geest zou van voor Mijn aangezicht bezwijken, de zielen die Ík gemaakt heb. God zou bezwijken lees ik er in. Hij blijft ions niet ter verantwoording roepen en voor altijd toornig op Zijn volk, omdat zo zegt de HEERE, ik hen gemaakt heb.
God is geen God dat Hij zijn boodheid en gramschap o ver ons uit blijft strooien als we verkeerd doen, als we de verkeerde keuzes maken, want Want Híj weet wat voor maaksel wij zijn en blijft bedenken dat wij stof zijn, zegt David in Psalm 103 een stukje verderop.
Lieve luisteraar, ik kan het keus niet anders benadrukken dat we leven onder de pure genade van Hem.
Bij het volk Israël kon de HEERE in hun midden komen wonen en blijven wonen op grond van de grote Verzoendag (Lv 16:1-34). Want op die dag gebeurde, de offers die werden gebracht, wijst heen naar het werk van de Heere Jezus, Yeshua op het kruis, zoals dat wordt uitgelegd in Hebreeën 9-10 (Hb 9:1-28; 10:1-22).
Op het moment dat de hogepriester, die namens het volk voor God verscheen, door de kracht van het bloed terugkwam, wist het volk zeker dat voor dat ene jaar de zonden weggenomen waren. Zo is de Messias, Christus, onze Hogepriester, opgewekt uit de doden, tot onze rechtvaardiging (Rm 4:25).
De gelovige mag weten dat zijn zonden zijn gedragen door de Heer Jezus op het kruis (1Pt 2:24). God heeft Hem ter verantwoording geroepen en Hem het rechtvaardige oordeel over die zonden gegeven. Daardoor zijn ze uitgeboet en weggedaan. De volle hitte van Zijn toorn over die zonden is over Zijn Zoon heen gegaan. Daarom handhaaft Hij niet voor eeuwig Zijn toorn over de berouwvolle zondaar, maar vergeeft hem en zegent hem.
Op de grote Verzoendag wordt de eerste geitenbok geslacht. Dat spreekt van genoegdoening aan Gods eer die is hersteld. Dit heeft de Heer Jezus gedaan. Op grond daarvan kan verzoening te weeg gebracht.
De tweede geitenbok wordt naar de woestijn gestuurd, nadat de hogepriester de zonden van Israël beleden heeft, terwijl hij zijn handen legde op de kop van deze geitenbok. Ook dit heeft de Heere Jezus gedaan door de zonden op Zich te nemen. Dit spreekt van plaatsvervanging, vergeving van zonden.
We moeten bedenken dat hier David als de mond van Israël aan het woord is. Hij looft God voor de vergeving van zijn zonden. Hij is zich ervan bewust dat zijn ongerechtigheden vergeven zijn. Hij weet dat zijn leven verlost is van het graf. Hij ervaart dat God vanwege de vergeving niet eeuwig toornt. Hij is bevrijd van de toorn
In Efeze 2 lezen we daarvan, en bedenk tijdens het lezen dat ook dit bijbelgedeelte door een jood geschreven is aan de heidenen in Efeze. En let eens op dat dezelfde onderwerpen uit Psalm 103 ook in dit gedeelte worden genoemd.
1 Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden,
2 waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig de leefwijze -Letterlijk: eeuw- van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid,
3 onder wie ook wij allen voorheen verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en de gedachten te doen; en wij waren van nature kinderen des toorns, evenals de anderen.
4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft,
5 ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt uit genade bent u zalig geworden –
6 en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus,
7 opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
8 Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God;
9 niet uit werken, opdat niemand zou roemen.
10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
11 Bedenk daarom dat u die voorheen heidenen was in het vlees en die onbesnedenen – Letterlijk: voorhuid- genoemd werd door hen die genoemd worden besnijdenis in het vlees, die met de hand gebeurt,
12 dat u in die tijd zonder Christus -Messias- was, vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte. U had geen hoop en was zonder God in de wereld.
13 Maar nu, in Christus -Messias- Jezus -Yeshua, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen.
14 Want Hij is onze vrede, Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die scheiding maakte, af te breken,
15 heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgedaan, namelijk de wet van de geboden, die uit bepalingen bestond, opdat Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens zou scheppen en zo vrede zou maken,
16 en opdat Hij die beiden in één lichaam met God zou verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft.
17 En bij Zijn komst heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd aan u die veraf was, en aan hen die dichtbij waren.
18 Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader.
19 Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God,
20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus -Yeshua haMessiach- Zelf de hoeksteen is,
21 en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere;
22 op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest.
Lieve luisteraar, ik ken u niet, maar wanneer u nog leeft met de gedachte dat u onder Gods toorn leeft laat dan eens de woorden van vanmorgen diep in uw ziel indalen:
8 Barmhartig en genadig is de HEERE,
geduldig en rijk aan goedertierenheid.
9 Hij zal niet voor altijd ter verantwoording roepen,
niet voor eeuwig handhaaft Hij Zijn toorn.
Als dat geen zegen is.
DELEN:
[Sassy_Social_Share]