Over duisternis en licht gesproken
08/03/2022

Over duisternis en licht gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:


Psalm 104

Gods glorie in de schepping

1 Loof de HEERE, mijn ziel.
HEERE, mijn God, U bent zeer groot,
U bent met majesteit en glorie bekleed.

2 Hij hult Zich in het licht als in een mantel,
Hij spant de hemel uit als een tentkleed.

3 Hij maakt de zoldering van Zijn hemelzalen op de wateren,
maakt van de wolken Zijn wagen,
wandelt op de vleugels van de wind.

4 Hij maakt Zijn engelen tot hulpvaardige geesten,
Zijn dienaren tot vlammend vuur.

Hij heeft de aarde gegrondvest op zijn fundamenten,
die zal voor eeuwig en altijd niet wankelen.

U had hem met de watervloed als met een gewaad bedekt,
het water stond tot boven de bergen.

7 Door Uw bestraffing vluchtten ze,
ze haastten zich weg voor het geluid van Uw donder.

8 De bergen rezen op, de dalen daalden neer
op de plaats die U ervoor bestemd had.

9 U hebt een grens gesteld, die ze niet zullen overgaan,
ze zullen de aarde nooit meer bedekken.

10 Hij wijst de bronnen hun loop naar de dalen,
[zodat] ze tussen de bergen door stromen.

11 Ze geven alle dieren van het veld te drinken,
de wilde ezels lessen er hun dorst.

12 Daarbij wonen de vogels in de lucht,
[hun] stem klinkt tussen de takken.

13 Hij bevochtigt de bergen vanuit Zijn hemelzalen,
de aarde wordt verzadigd door de vrucht van Uw werken.

14 Hij doet het gras groeien voor de dieren,
het gewas ten dienste van de mens.
Hij brengt voedsel uit de aarde voort:

15 wijn, die het hart van de sterveling verblijdt,
olie, die [zijn] gezicht doet glanzen,
en brood, dat het hart van de sterveling versterkt.

16 De bomen van de HEERE worden verzadigd,
de ceders van de Libanon, die Hij geplant heeft.

17 Daar nestelen de vogeltjes,
de cipressen zijn het huis voor de ooievaar.

18 De hoge bergen zijn voor de steenbokken,
de rotsen zijn een toevluchtsoord voor de klipdassen.

19 Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden,
de zon weet wanneer hij ondergaat.

20 U brengt de duisternis teweeg en het wordt nacht;
daarin gaan alle dieren in het woud naar buiten.

21 De jonge leeuwen brullen om een prooi
en verlangen van God hun voedsel.

22 Wanneer de zon opgaat, trekken ze zich terug
en leggen zich neer in hun holen.

23 De mens gaat dan op weg naar zijn werk,
naar zijn dienstwerk, tot de avond toe.

Over duisternis en licht gesproken
Wanneer we in het Hebreeuws deze tekst lezen dan lezen we in het Hebreeuws voor duisternis het woord ‘hosek’. En zoals u misschien weet kan een Hebreeuws woord meerdere betekenissen hebben. Hosek kunnenwe vertalen met duisternis, ellende, vernietiging, dood, onwetendheid, verdriet, slechtheid. Hosek, duisternis, is in het hebreeuws niet een synoniem voor nacht, maar is het tegenovergestelde van licht. Duisternis is zo zeggen de de geleerden, is gebrek aan licht. En zo is het. Wanneer licht ontbreekt, dan is het duister. Dat is in het natuurlijke leven zo, maar eveneens in het geestelijk leven.

En weet u wat het eerste werk van God is op deze aarde? Hij roept het licht tot aanzien. Nota bene Gods eerste daad.

In het begin schiep God de hemel en de aarde.

2De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht.

En de apostel Johannes zegt er dit van in Johannes 1:

In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen.

De psalmist spreekt God weer direct aan als hij over de duisternis en de nacht spreekt. God “brengt de duisternis teweeg en het wordt nacht”. De duisternis komt en de nacht valt als gevolg van een handeling van God in. Dan houdt het leven niet op, maar beginnen de nachtdieren te leven. “Alle dieren in het woud” gaan “naar buiten”, op zoek naar voedsel.

“De jonge leeuwen” laten zich horen. Ze “brullen om een prooi en verlangen van God hun voedsel”. God geeft het hun. Daarin zijn ze talloze mensen tot voorbeeld die voedsel verorberen zonder enige gedachte aan God. De gelovige zal God om voedsel vragen en Hem danken voor voedsel dat Hij geeft. Hieruit blijkt opnieuw dat de HEERE de Onderhouder is van Zijn schepselen. Het gaat hier niet om de HEERE als Schepper, maar als Onderhouder. Toen Hij hemel en aarde had geschapen waren er geen roofdieren en prooi, de dieren leefden in harmonie met elkaar.

De nacht eindigt “wanneer de zon opgaat”. Het wordt licht en de duisternis wordt verdreven. Er ontstaat een nieuwe situatie. De nachtdieren weten dat hun tijd om zich van voedsel te voorzien voorbij is. Het is tijd om te gaan slapen. Ze “trekken zich terug en leggen zich neer in hun holen”. Daar zijn ze tot de zon weer ondergaat.

Bij het opgaan van de zon is het tijd voor de mens om wakker te worden, op te staan en “op weg naar zijn werk” te gaan. Op zijn werkplek aangekomen begint hij aan “zijn dienstwerk”. Daarmee is hij bezig “tot de avond toe”. Hij vindt volle voldoening in zijn dienstwerk, dat hij met al zijn creativiteit en bekwaamheid mag doen.

Weet u, wanneer we Psalm 104 zo lezen dan zien we Gods Grootheid en Majesteit in de natuur, als Schepper en Onderhouder van zijn schepping. Wanneer we de psalm aandachtig lezen dan zien de dat de Psalm de volgorde van de scheppingsdagen aanhoudt.

Maar ik hoop dat u samen met mij ook het onverwachtte ontdekt heb. Dat er een diepere laag een geestelijke laag in de Psalm verwoord ligt. Ik heb geprobeerd daar op verschillende plekken iets over te zeggen. Wanneer we Psalm 104 zo lezen dan zien we Gods Grootheid en Majesteit als herschepper en onderhouder van zijn herschepping, in de mens, die tot het Leven met een hoodletter is geroepen. Net zoals bij de schepping: van de duisternis, vanuit de hosek, vanuit de ellende, vanuit de vernietiging, vanuit de dood, vanuit de onwetendheid, vanuit het verdriet, vanuit de slechtheid, tot het Licht. Want God zei: Laat er licht zijn! En er was licht.

Als dat geen zegen is.

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב