Over de zon gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Psalm 104
19 Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden,
de zon weet wanneer hij ondergaat.
20 U brengt de duisternis teweeg en het wordt nacht;
daarin gaan alle dieren in het woud naar buiten.
21 De jonge leeuwen brullen om een prooi
en verlangen van God hun voedsel.
22 Wanneer de zon opgaat, trekken ze zich terug
en leggen zich neer in hun holen.
23 De mens gaat [dan] op weg naar zijn werk,
naar zijn dienstwerk, tot de avond toe.
Over de zon gesproken
“De zon” wordt voorgesteld als een hemellichaam dat “weet wanneer hij ondergaat”. Hij is altijd gehoorzaam aan het bevel van God daartoe. Hij gaat nooit voor zijn tijd onder. De mens weet precies waar hij met de zon aan toe is. Ook de andere schepselen waar ze met de zon aan toe zijn, in het bijzonder de nachtdieren, want die kunnen tevoorschijn komen wanneer de zon ondergaat. Alles dient tot welzijn van mens en dier.
Hij benoemde de maan voor seizoenen – Genesis 1:14-18. Dat wil zeggen, zowel de maan als de zon is aangesteld om de tijd te verdelen; om de voortgang ervan te bepalen; om de terugkeer van de feesten aan te geven, of vastgestelde tijden die in acht moeten worden genomen.
De zon weet dat hij ondergaat – Alsof hij zich bewust is van wat hij doet, weet hij de exacte tijd van ondergang, en varieert nooit, maar gehoorzaamt altijd het goddelijke bevel; zet nooit “vóór” zijn tijd – onverwachts de dag verkortend, en de mens in plotselinge duisternis achterlatend te midden van zijn zwoegen; en blijft nooit boven de horizon hangen “nadat” het moment is aangebroken voor zijn omgeving, maar trekt zich terug op het exacte tijdstip.
Even iets over het woord zon in het Hebreeuws: shemas. Het is een erg ongebruikelijk Hebreeuws zelfstandig naamwoord. Elk zelfstandig naamwoord in het Hebreeuws heeft een geslacht en is vooraf bepaald of het vrouwelijk of mannelijk is. Het woord “she-mesh” (zon) is een van een handvol (10-15) bijbelse zelfstandige naamwoorden die zowel vrouwelijk als mannelijk zijn. De meeste van deze zelfstandige naamwoorden zijn woorden van grote omvang. Een paar voorbeelden van deze ongebruikelijke zelfstandige naamwoorden zijn: geest of wind, wereld, diepte of afgrond en tong.
We weten niet waarom deze woorden van twee geslachten zijn, maar zo verschijnen ze in de Bijbel. De Hebreeuwse taal heeft, net als andere talen, veel grammaticaregels.
Zo wordt de zon als mannelijk zelfstandig naamwoord genoemd in Jesaja 60:20: “Uw zon zal niet meer ondergaan…” en in Jozua 10:12: “Zon, sta stil op Gibeon…” We vinden de zon als een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in Nahum 3:17 “… maar wanneer de zon opgaat…” en in Maleachi 4:2 “… zal de zon van gerechtigheid opgaan.”
In dit laatste vers ontdekken we een verrassende beeldspraak van de zon, gekoppeld aan een meer verrassende functie die het vervult – genezing : “Maar voor u die mijn naam vreest, zal de zon van gerechtigheid opgaan met genezing in zijn vleugels…”
En weet u: het woord Shemesh van Shamash komt, wat dienen betekent. Waarom wordt de zon een dienaar genoemd? De Midrash stelt dat de zon zo wordt genoemd omdat hij de mensheid ‘dient’ en al het leven in stand houdt. En dat zou best eens kunnen kloppen.
Dat doet mij denken aan de woorden van Jezus zoals we die lezen in Mattheus:
En toen Jezus hen bij Zich geroepen had, zei Hij: U weet dat de leiders van de volken heerschappij over hen voeren, en de groten macht over hen uitoefenen. De volken hebben leiders over zich die heerschappij voeren. En die leiders op hun beurt hebben groten boven zich die macht over hen uitoefenen. Maar zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u groot wil worden, die moet uw dienaar zijn; en wie onder u de eerste wil zijn, die moet uw dienaar zijn, zoals ook de Zoon des mensen niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen, Zijn ziel te geven tot een losprijs voor velen.
Als dat geen zegen is.
In de volgende uitzending wil ik wat verder met u nadenken over ‘de zon’ als typologie van de Dienaar omdat daar iets heel bijzonders mee is.
De zon komt op, maakt de morgen wakker,
mijn dag begint met een lied voor U.
Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen,
laat mij nog zingen als de avond valt.
Loof de Heer, o mijn ziel, o mijn ziel,
prijst nu Zijn heilige naam.
Met meer passie dan ooit, o mijn ziel,
verheerlijkt zijn heilige naam.
Heer, vol geduld toont U ons Uw liefde,
Uw naam is groot en Uw hart is zacht.
Van al Uw goedheid wil ik blijven zingen,
tienduizend redenen tot dankbaarheid.
Loof de Heer, o mijn ziel, o mijn ziel,
prijst nu Zijn heilige naam.
Met meer passie dan ooit, o mijn ziel,
verheerlijkt Zijn heilige naam.
En op dit dag, als mijn kracht vermindert,
mijn adem stokt en mijn einde komt,
zal toch mijn ziel Uw loflied blijven zingen,
tienduizend jaar en tot in eeuwigheid.
Loof de Heer, o mijn ziel, o mijn ziel,
prijst nu Zijn heilige naam.
Met meer passie dan ooit, o mijn ziel,
verheerlijkt Zijn heilige naam.
We gaan luisteren naar een opname van Nederland Zingt waarin het Christelijk Jeugdkoor Joy samen met het publiek dit lied zingt.
DELEN
[Sassy_Social_Share]