Over de Verlosser en verlossers gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Psalm 105
23 Daarna kwam Israël in Egypte,
Jakob verbleef als vreemdeling in het land van Cham.
24 Hij deed Zijn volk zeer toenemen
en maakte het machtiger dan zijn tegenstanders.
25 Hij veranderde hun hart, zodat zij Zijn volk haatten
en Zijn dienaren listig behandelden.
26 Hij zond Mozes, Zijn dienaar,
en Aäron, die Hij verkozen had.
27 Zij verrichtten onder hen de tekenen die Hij bevolen had,
en wonderen in het land van Cham.
28 Hij zond duisternis en maakte het duister
– zij waren Zijn woord niet ongehoorzaam –
29Hij veranderde hun water in bloed
en doodde hun vissen.
30 Hun land wemelde van kikkers,
tot in de kamers van hun koningen.
31 Hij sprak, en er kwamen steekvliegen
en muggen in hun hele gebied.
32 Hij maakte hun regen tot hagel,
bracht vlammend vuur in hun land.
33 Hij trof hun wijnstok en hun vijgenboom,
Hij brak de bomen in hun gebied in stukken.
34 Hij sprak, en er kwamen veldsprinkhanen,
treksprinkhanen, niet te tellen,
35 die al het gewas in hun land opaten,
ja, zij aten de vrucht van hun akker op.
36 Hij trof alle eerstgeborenen in hun land,
de eerste vruchten van al hun mannelijke kracht.
Over de Verlosser en verlossers gesproken
In de voorgaande uitzending dachten we na over de woorden van vers 25: Hij veranderde hun hart, zodat zij Zijn volk haatten en Zijn dienaren listig behandelden.
Daarop reageert de God van Israel door Zijn Dienaar Mozes en Aaron te zenden die Hij verkozen had.
God liet bij wijze van spreken Zijn volk niet zomaar een beetje aan ploeteren daar in het land van Cham, daar in Egypte, maar hij voorzag al in een bevrijder. Jaren daarvoor al. Voor dat er sprake was van verdrukking werd Mozes geboren, opgeleid bij de Farao, weggestuurd naar de woestijn om daar nota bene veertig jaar achter een stel onwillige schapen aan te lopen om vervolgens klaargestoomd of geschikt gemaakt te worden voor de taak van zijn leven.
Ook hierin zien we opnieuw een Bijbels patroon ontstaan. Jozef werd eerder door de HEERE God voor het volk uitgezonden. Nu Mozes, en straks, in de nabije toekomst? En was en is dat Jezus, eerst in Zijn vernedering en binnenkort in Zijn geweldige verhoging niet zijn?
Mozes is de dienaar van God (Ex 14:31), die God bij het volk vertegenwoordigde; hij sprak Gods woorden tot hen. Aäron is door God uitgekozen om hogepriester te zijn; hij vertegenwoordigde het volk bij God. In Mozes en Aäron samen zien we een beeld van de Heere Jezus als de Apostel en Hogepriester (Hb 3:1): Daarom, heilige broeders, deelgenoten aan de hemelse roeping, let op de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis: Christus Jezus.
Als ‘dienaar van God’ is Mozes een verwijzing naar de Messias, de Knecht van de HEERE.
Net als Jozef werden Mozes en zijn broer Aäron door de HEERE gezonden om Israël te verlossen. Zij werden door God naar Egypte gezonden om daar “de tekenen” te verrichten “die Hij bevolen had” (vgl. Ex 10:2), evenals de “wonderen in het land van Cham” (vers 27; Jr 32:20; Mi 7:15).
Maar bij Jozef en Mozes en Aaron stopt het niet met de verlossing van Israel. Want ook in de afgelopen eeuwen en ook in de tijd waarin wij nu leven zien wij een grote verdrukking van het volk van God. Op allerlei vlak, zowel binnen- als buiten de landsgrenzen, wereldwijd, zien en horen wij de verdrukkingen van het volk en zoals de psalmist van psalm 105 zegt wordt het volk gehaat en Zijn dienaren listig behandeld.
Maar er is niets nieuw onder de zon, want Micha profeteert er al van in zijn dagen. Luister mar eens:
8 Verblijd u niet over mij, mijn vijandin,
want als ik gevallen ben, zal ik weer opstaan,
als ik in duisternis zit,
is de HEERE mij een licht.
9 Ik zal de toorn van de HEERE dragen
– want ik heb tegen Hem gezondigd –
totdat Hij mijn rechtszaak voert en mij recht verschaft.
Hij zal mij uitleiden naar het licht,
ik zal Zijn gerechtigheid zien.
10 Mijn vijandin zal dat zien. Schaamte zal haar bedekken
die tegen mij zei:
Waar is de HEERE, uw God?
Mijn ogen zullen op haar neerzien.
Nu zal zij worden vertrapt als slijk op straat.
11 Op de dag waarop Hij uw muren zal herbouwen,
op die dag zal het besluit zich ver verspreiden.
12 Het is een dag waarop men naar u toe komt
vanaf Assyrië tot aan de steden van Egypte,
en vanaf Egypte tot aan de rivier,
van zee tot zee, van berg tot berg.
13 Maar de het land zal worden tot een woestenij, om zijn bewoners,
vanwege de vrucht van hun daden.
14 Weid Uw volk met Uw staf,
de kudde van Uw eigendom,
die alleen in een woud woont,
te midden van een vruchtbaar land.
Laat hen weiden in Basan en Gilead,
als in de dagen van oude tijden af.
15 Als in de dagen toen u uit het land Egypte trok,
zal Ik het wonderen doen zien.
16 De heidenvolken zullen het zien en beschaamd worden,
ondanks al hun macht.
Zij zullen de hand op de mond leggen,
hun oren zullen doof worden.
17 Zij zullen stof likken als de slang;
als kruipende dieren van de aarde
zullen zij sidderend uit hun burchten komen,
naar de HEERE, onze God, zullen zij in angst komen,
en zij zullen voor U bevreesd zijn.
18 Wie is een God als U,
Die de ongerechtigheid vergeeft,
Die voorbijgaat aan de overtreding
van het overblijfsel van Zijn eigendom?
Hij zal niet voor eeuwig vasthouden aan Zijn toorn,
want Hij vindt vreugde in goedertierenheid.
19Hij zal Zich weer over ons ontfermen,
Hij zal onze ongerechtigheden vertrappen,
ja, U zult al hun zonden werpen in de diepten van de zee.
20 U zult Jakob de trouw bewijzen
en Abraham de goedertierenheid,
die U aan onze vaderen gezworen hebt vanaf de dagen van weleer.
Kijk, de wereld om ons heen kan wel denken dat God Zijn volk verstoten heeft en dat je haar kan verdrukken, minachten en listig behandelen, maar er is een God Die hoort. En Hij zal Zijn volk verlossen zoals Hij dat aan de vaderen gezworen heeft vanaf de dagen van weleer.
Als dat geen zegen is.
DELEN
[Sassy_Social_Share]