Over de toevlucht en de mildheid gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Psalm 90 Naardense vertaling
Een gebed, v. Mozes, de man G’ds).
Heer, schuilplaats zijt gij ons geweest
in geslacht na geslacht.
Van eer de bergen werden gebaard
en gij aarde en wereld voortbracht,
van eeuwig tot eeuwig
zijt gij G’d.
Gij doet een mens weerkeren tot molm,
gij zegt:
zonen van Adam, keert weer!
Want duizend jaren zijn
in uw ogen
als de dag van gister zo die voorbijgaat,
als een wake in de nacht.
Gij spoelt ze weg, zij zijn een slaap,
in de ochtend
als gras dat opschiet:
in de ochtend in bloei en het schiet op,
voor de avond afgesneden en verdord.
Ja, wij vergaan door uw woede,
worden verbijsterd door uw gramschap,-
als gij onze ongerechtigheden
stelt u tegenover,
onze geheimen
in het licht van uw aanschijn.
Ja, in uw verbolgenheid wenden zich
al onze dagen,
ons vergaan onze jaren als een zucht.
De dagen onzer jaren,
daarin gaan zeventig jaar,
tachtig jaar als we sterk zijn
en het meeste daarvan
is moeite en verdriet,
want snel wordt het afgesneden,
wij vliegen heen.
Wie kent de kracht van uw woede,
uw verbolgenheid,-
hoe zeer gij zijt te vrezen!
Om onze dagen te tellen,
schenk ons zodanig kennis,
dat wij komen
tot een hart vol wijsheid!
Keer weer, Ene,- tot wanneer?-
heb deernis
over wie u dienen!
Verzadig ons in de ochtend
met uw vriendschap,
dat wij jubelen en verheugd zijn,
al onze dagen.
Verheug ons naar de dagen
dat ge ons hebt doen bukken,
jaren
dat we kwaad moesten zien!
Laat aan uw dienaars zien uw handelen,
uw luister
over hun zonen.
Kome de lieflijkheid van de Heer onze G’d
over ons, bevestig over ons
het doen van onze handen,
het doen van onze handen,
bevestig dat!
Over de toevlucht en de mildheid gesproken
Wat een mooi gebed van Mozes, ook dat laatste vers van deze Psalm, vind je ook niet. Mozes vraagt om de lieflijkheid van de Heere. De gunst van de Heer. Het Hebreeuwse Woord dat hier gebruikt wordt is ‘no-am’, ook wel ‘mildheid’, ‘bevestig het’.
Letterlijk ‘zet het vast’, dat werk van je handen. Zo zijn al die werken, al ons gezwoeg niet tevergeefs. Wilt U het vastleggen, dat het mag blijven door de tijd heen?
En wat is de Hebreeuwse taal toch geweldig mooie en mogen we elke keer weer Gods Hand daarin vinden want in vers 1 van deze psalm lazen we:. Gij zijt ons een toevlucht, een Nwem (‘ma`on’) en kan ook vertaald worden met logies. Met die vraag zit je wel eens: ‘wordt er ook voor logies gezorgd? Bijvoorbeeld bij een bes en breakfast.
Gij zijt voor ons geworden een onderdak, een verblijf, een plek om over te blijven. Midden in die woestijn, de woestijn van het leven, te midden van alles wat gaat en komt in je leven en zoals Mozes het zegt in de Psalm ‘in geslacht en geslacht’.
Mozes heeft er in zijn leven veel zien gaan. Maar voor God zijn ze niet kwijt daar in die woestijn. Hij houdt Zijn volk in het oog. Mooi is dat toch? Ze zijn niet buiten de hand van God, toen niet, in op rist van Egypste naar het Beloofde Land, en ook nu niet in 2021, ook op reis van Egypte vanuit alle volken van deze wereld, naar het Beloofde Land.
In de woestijn was er toch nog een ‘kapel’. Veilig in Jezus’ armen, veilig aan Jezus’ hart. Eer de bergen verwekt, gebaard werden en Gij aarde en wereld hadt voortgebracht, van ‘oertijd tot eindtijd’, van Mlwe-de Mlwe (‘olam ad olam’) zijt Gij God.
Met Mlwe (‘olam’) wordt ook vaak de verborgen, alleen bij God bekende tijd – verleden en toekomst – aangeduid. Dus anders gezegd: ‘van verborgen tijd tot verborgen tijd zijt Gij God’. Zo zetten de eerste twee verzen als het ware de toon, als een soort anker voor je ziel.
U moet nu even opletten want er komt nu iets moois in het Hebreeuws en we zijn dat helemaal kwijt geraakt in het Nederlands
In het eerste vers van de Psalm wordt het Hebreeuwse woord Ma-on voor toevlucht, de woonplaats van God gebruikt. En in het laatste vers wordt het woord (‘no`am’) gebruikt. In het eerste vers dus Ma-on en in het laatste vers No-am.
Precies dezelfde letters, alleen achterste voren. We noemen dat een anagram.
Zo vormen deze woorden uit het eerste en uit het laatste vers dus bij wijze van spreken elkaars spiegelbeeld. Raken ze elkaar aan.
Zo gezien vormen de schuilplaats en de mildheid het kader om deze Psalm heen. Daartussen vertelt Mozes over alle misère, pijn en gemis. Zo wordt ook ons leven omsloten door God als een schuilplaats waarin Hij Zijn mildheid toont
Als dat geen zegen is.
Ik moest denken aan een oud lied uit mijn jeugd en wat hebben we het lied vaak gezongen: Zijn goedheid en genade zijn steeds mijn deel. Weet je we gaan het gewoon een keer draaien:
DELEN
[Sassy_Social_Share]