Over de tien ontzagwekkende dagen gesproken (5)
‘Onze Vader, onze Koning…’
We hebben er al eerder met elkaar over nagedacht. Op Rosh Hashanah Jom Kipoer en op de tussenliggende ‘geduchte dagen’ wordt Avinu Malkenoe gebeden, ‘Onze Vader, onze Koning’.
Zullen we nog eens opnieuw naar de woorden uit het gebed luisteren:
“Onze Vader, onze Koning, wij hebben gezondigd voor uw aangezicht.
Onze Vader, onze Koning, wij hebben geen die ons regeert dan u.
Onze Vader, onze Koning, wees met ons ter wille van Uw naam, die wij dragen.
Onze Vader, onze Koning, laat het nieuwe jaar voor ons een goed jaar worden.
Onze Vader, onze Koning, elk besluit dat hard en zwaar voor ons zou zijn om het te ondergaan, vernietig dat, neen, laat het niet over ons uitgesproken worden.
Onze Vader, onze Koning, laat ophouden elke beschikking over ziekte, over oorlog, over hongersnood, die tegen ons zou uitgesproken zijn.
Onze Vader, onze Koning, vergeef ons en scheld ons kwijt wat wij verkeerd deden.
Onze Vader, onze Koning, voer ons terug, in een volledige en algehele terugkeer tot U.
Onze Vader, onze Koning, geef een algehele genezing aan de zieken van Uw volk.
Onze Vader, onze Koning, vermeld onze naam ten goede.
Onze Vader, onze Koning, schrijf ons in in het boek van een goed leven.
Onze Vader, onze Koning, schrijf ons in in het boek van verlossing en hulp.
Onze Vader, onze Koning, schrijf ons in in het boek, waarin een goede beschikking valt over de mogelijkheid ons in leven te houden.
Onze Vader, onze Koning, laat wat wij goed deden voor ons opgetekend blijven.
Onze Vader, onze Koning, schrijf ons in in het boek van vergeving en kwijtschelding.
Onze Vader, onze Koning, laat er spoedig hulp voor ons ontstaan.
Onze Vader, onze Koning, geef Israël Uw volk zijn glorie.
Onze Vader, onze Koning, vul onze handen met Uw rijke gaven.
Onze Vader, onze Koning, hoor naar onze stem, wees ons een bescherming, schenk ons uw liefde.
Onze Vader, onze Koning, aanvaard ons gebed in liefde en laten de woorden van ons gebed Uw wil zijn.
Onze Vader, onze Koning, open de poorten van de hemel, opdat ons gebed er moge doordringen.
Onze Vader, onze Koning, denk er toch aan dat wij alleen maar stof zijn.
Onze Vader, onze Koning, laat ons niet onverhoord van U gaan.
Onze Vader, onze Koning, moge dit uur een uur zijn waarin Uw liefde en Uw welwillendheid waken over ons.
Onze Vader, onze Koning, ontferm u over ons en over onze kleine kinderen.
Onze Vader, onze Koning, doe het ter wille van die vermoord werden, omdat ze de eenheid van Uw naam verkondigden en als martelaren stierven.
Onze Vader, onze Koning, doe het om Uwentwil en niet om de onze.
Onze Vader, onze Koning, doe het om Uw liefde, die zo groot is.
Onze Vader, onze Koning, wees ons genadig, verhoor ons, wij hebben geen daden waarop wij ons beroepen kunnen, maar toch, laat Uw recht, dat Gij spreekt over ons, de mildheid kennen van Uw trouw, ja, wil ons helpen.”
De titel Avinu, Vader in het Hebreeuws bevat drie andere Hebreeuwse woorden die betekenissen hebben en vijf Hebreeuwse letters met een betekenis of concepten erachter.
1. Het eerste woord in de naam van de Vader is av = vader. We kennen dat misschien wel van Abba, pappa.
2. In het midden ervan staat het woord voor ’tussen / midden / binnen’
3. Het derde woord is /(i)nu/: onze, ons
Als we deze betekenissen zo achter elkaar zetten, dan lezen we Abba, tussen, midden, binnen ons. Wat een ongelofelijk diepe gedachten en schatten liggen er in het Woord en in Zijn Naam, bestaande uit drie letters verborgen. In deze drie lettters, in Zijn Naam ligt het hele Evangelie al verborgen. Pappa is tussen ons, Pappa is temidden van ons en Pappa is binnen in ons.
Zoals we kunnen zien, loopt de naam voor de Vader die in de hemel is, parallel met de naam die is gegeven aan de Schepper: God de Zoon die onder ons wandelde.
“Onze Vader” of in het Hebreeuws Avinu; wanneer het wordt opgesplitst in de drie woorden die samen Avinu opmaken hebben de woorden een betekenis van of zoals “Vader in het midden van ons”, en Immanuel – een naam voor ‘Schepper-God de Zoon’ -betekent “God met ons. ” Dus de twee namen spiegelen elkaar, een voor de Vader en een voor de Zoon.
Koning der koningen Jezus / Yehoshua zei dat hij de naam van de Vader verklaarde in Johannes 17:26, in zoals heg genoemd wordt ‘het Hoge Priesterlijk gebed:
Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend, maar Ik heb U gekend, en dezen hebben erkend dat U Mij gezonden hebt. En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt, en zal die bekendmaken, opdat de liefde waarmee U Mij hebt liefgehad, in hen is, en Ik in hen.
Maar hij maakte ook de naam van de Vader bekend door onder ons te wandelen op de manier van Immanuël te zijn – God met ons.
Koning der koningen Jezus / Yehoshua vertelde zijn discipelen in Johannes 14: 8-10 dat als je mij gezien hebt, je de Vader hebt gezien .
Filippus zei tegen Hem: Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg.
Jezus zei tegen hem: Ben Ik zo’n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus?
Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; en hoe kunt u dan zeggen: Laat ons de Vader zien?
Gelooft u niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken.
Op deze manier gezien was Jezus / Yehoshua’s hele leven was een verklaring van de Vader en Zijn naam. Jezus / Yehoshua die onder de mensen op deze aarde wandelt, is het uitdrukkelijke beeld van de persoon van Avinu de Vader in het midden van ons.
De schrijver van de brief aan de Hebreeën zegt in 1: 3
Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid, Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord, heeft, nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen. Hij is zoveel meer geworden dan de engelen als de Naam die Hij als erfdeel ontvangen heeft, voortreffelijker is dan die van hen.
Immanuel is dus het beeld van de onzichtbare Schepper-God Avinu, onze vader die onder ons wandelt. Paulus zei in
Kol 2: 9 “Want in hem woont al de volheid van de Godheid lichamelijk.”
En in Kolossensen 1:14 tot en met 23 roept Paulus het uit:
In wie wij verlossing hebben door zijn bloed, ja, de vergeving van zonden:
In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.
Christus, Eerstgeborene van de schepping en Hoofd van Zijn gemeente
Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping.
Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen.
En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem.
En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.
Want het heeft de Vader behaagd dat in Hem heel de volheid wonen zou
en dat Hij door Hem alle dingen met Zichzelf verzoenen zou, door vrede te maken door het bloed van Zijn kruis, ja door Hem, zowel de dingen die op de aarde zijn als de dingen die in de hemelen zijn.
En Hij heeft u, die voorheen vervreemd was en vijandig gezind, zoals bleek uit uw slechte daden, nu ook verzoend, in het lichaam van Zijn vlees, door de dood,
om u heilig en smetteloos en onberispelijk voor Zich te plaatsen,
als u tenminste in het geloof blijft, gefundeerd en vast, en u niet laat afbrengen van de hoop van het Evangelie, dat u gehoord hebt, dat gepredikt is in de hele schepping die onder de hemel is, waarvan ik, Paulus, een dienaar geworden ben.
De Vader is de Schepper, Hij in Wie het Leven is en die het Leven geeft, die alle dingen bij elkaar houdt en onder ons wandelde in de persoon van Zijn Zoon en nu onder ons leeft in de persoon van de Heilige Geest.
We gaan tenslotte weer even terug naar het lied.
Het ontstaan van het lied wordt teruggevoerd op rabbi Akiva. Hij leefde waarschijnlijk van 50 tot 135 na Chr.). In de Talmoed, dat is de (= mondelinge leer en is na de Tenach, dus de Wet, Profeten en Geschriften – het “Oude Testament”) het belangrijkste boek binnen het jodendom), daar wordt verteld:
Eens, tijdens een tijd van droogte, stond rabbi Eliëzer voor de ark en citeerde hij de 24 zegeningen voor vastendagen, maar zijn gebed werd niet beantwoord. Rabbi Akiva stond voor de ark en zei: ‘Onze Vader, onze Koning, wij hebben geen Koning dan U alleen; onze Vader, onze Koning, ontferm U over ons om Uws zelfs wil’ – en het begon te regenen.
Er is gezegd: ‘Geen gebed brengt zo diepgaand tot uitdrukking hoe het Jodendom een dubbele relatie heeft met God als Avinoe Malkenoe.’ Twee Bijbelse manieren om God aan te spreken – ‘onze Vader’ (Jes. 63:16) en ‘onze Koning’ (Jes. 33:22) – worden direct met elkaar verbonden. Even eenvoudig als krachtig staan ze naast elkaar, met het ‘onze Vader’ voorop.
Een vader ontfermt zich over zijn kinderen. Van een vader verwacht je hartgrondige en onvoorwaardelijke liefde, en ook dat hij – intens geraakt en bewogen – vergeeft. Hij ziet het kind als bijzonder individu, door hemzelf voortgebracht. Van een kind verwacht je: liefde, vertrouwen, afhankelijkheid, gehoorzaamheid, en het willen lijken op de Vader.
Een koning regeert en door ‘onze koning’ laten wij ons besturen. Hij bepaalt het lot én het doen en laten van zijn onderdanen. Hij regeert rechtvaardig; hij is rechter. En jij moet en wilt je aan zijn wil en oordeel onderwerpen. Tegenover zijn majesteit en luister ben je klein en nederig en je bent ervan onder de indruk.
Deze twee relaties en nog veel meer daarmee verbonden gedachten komen samen in Avinoe Malkenoe.
We gaan luisteren naar het lied, deze keer gezongen door Keren Hadar:
KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN