Over de tien ontzagwekkende dagen gesproken (4)
Deze dag is de zesde van ‘de tien geduchte dagen’. In deze dagen van zelfonderzoek kijkt men niet alleen naar de relatie met God, maar ook naar die met andere mensen.
Tijdens ‘de geduchte dagen’ gaat het niet alleen over de directe relatie met God, maar ook over de – daarmee direct verbonden – relatie met de medemens. De mens is geschapen naar Gods beeld, en wat wij hem of haar die Gods beeld draagt aandoen, dat raakt ook God zelf.
Voor wat je een medemens hebt aangedaan moet je eerst vergeving en verzoening met hem/haar zoeken. Pas dan kun je bij God komen om Hem vergeving te vragen.
We kennen die gedachte uit de Bergrede, Mattheüs 5:
Als u dan uw gave op het altaar offert en u zich daar herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft,
laat uw gave daar bij het altaar achter en ga heen, verzoen u eerst met uw broeder en kom dan terug en offer uw gave.
Stel u zo snel mogelijk welwillend op tegenover uw tegenpartij, terwijl u nog met hem onderweg bent; opdat de tegenpartij u niet misschien aan de rechter overlevert en de rechter u aan de gerechtsdienaar overlevert en u in de gevangenis geworpen wordt.
Voorwaar, Ik zeg u: U zult daar beslist niet uitkomen, voordat u de laatste quadrans betaaLD HEBT.
De quadrans was in die tijd de kleinste munteenheid van het Romeinse Rijk. betaald hebt.
Maar ik denk ook aan Mattheüs 6:
En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven. (…)
Want als u de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader u ook vergeven.
Maar als u de mensen hun overtredingen niet vergeeft, zal uw Vader uw overtredingen ook niet vergeven.
Tijdens de geduchte dagen is het een belangrijk thema dat je vóór Grote Verzoendag het moet goedmaken met je naaste als je hem/haar iets aangedaan hebt. Mensen vragen dan soms meer in het algemeen om vergeving, maar niet zelden ook heel concreet voor iets wat ze verkeerd gedaan of gezegd hebben.
Daarbij hoort ook de keerzijde. ‘Iemand aan wie vergeving gevraagd wordt, moet van ganser harte vergeven en niet bruut zijn. (…) Bij de manieren van Israël hoort: moeilijk kwaad te maken en makkelijk gunstig te stemmen. (…)
En wanneer degene die kwaad gedaan heeft niet om vergeving komt vragen, moet degene die kwaad aangedaan is zich makkelijk te vinden maken voor de ander, opdat die hem alsnog vergeving zal vragen.’
Op Grote Verzoendag wordt gezegd, aan het einde van het gebed ‘Heer van heel de wereld’:
Bij dezen vergeef ik compleet en absoluut ieder die tegen mij gezondigd zou hebben, die over mij gelasterd heeft, die mijn naam in diskrediet gebracht heeft, die mijn lichaam of mijn bezit geschaad heeft; voor alle zonden die de ene persoon tegenover de ander doet – zij het zonder mijn claims te laten varen op geld dat mij rechtens toekomt en niet voor wie gezondigd heeft tegen mij met de gedachte: hij vergeeft alles. Met deze uitzonderingen vergeef ik compleet en helemaal; laat niemand om mijnentwil gestraft worden.
En gelijk ik iedereen vergeef, geef zo mij genade in de ogen van ieder ander, zodat zij mij compleet en absoluut zullen vergeven.
Enkele teksten uit het Nieuwe Testament over anderen vergeven
Mattheüs 18
Toen kwam Petrus naar Hem toe en zei: Heere, hoeveel keer zal mijn broeder tegen mij zondigen en ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe?
Jezus zei tegen hem: Ik zeg u: niet tot zevenmaal, maar tot zeventig maal zevenmaal.
– Dan komt de gelijkenis van de onbarmhartige knecht, aan wie een enorme schuld werd kwijtgescholden, maar die een kleine schuld van een medeknecht niet wilde kwijtschelden; dan krijgt hij uiteindelijk toch zelf ook de rekening gepresenteerd –
Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als niet ieder van u van harte de misdaden van zijn broeder vergeeft.
Markus 11:24-26
Daarom zeg Ik u: alles wat u biddend begeert, geloof dat u het ontvangen zult, en het zal u ten deel vallen.
En wanneer u staat te bidden, vergeef als u tegen iemand iets hebt, opdat ook uw Vader, Die in de hemelen is, u uw overtredingen vergeeft.
Maar als u niet vergeeft, zal uw Vader, Die in de hemelen is, ook uw misdaden niet vergeven.
Lukas 17:3-4
Wees op uw hoede. Als nu uw broeder tegen u zondigt, bestraf hem. En als hij tot inkeer komt, vergeef hem.
En als hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal per dag naar u terugkomt en zegt: Ik heb berouw, dan zult u hem vergeven.
Lukas 23:34
En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. En ze verdeelden Zijn kleren en wierpen het lot.
Efeze 4:30-32
En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing.
Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid,
maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.
Kolossenzen 3:12-13
Bekleed u dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld.
Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen.
Zullen we bidden?
Lieve Vader in de hemel, wij komen nu tot U met de brokstukken van ons leven. Te vaak hebben we ook in het afgelopen jaar andere nodeloos pijn gedaan. Soms bewust en soms onbewust. Wil ons op dit moment in herinnering brengen met wie wij het goed moeten maken. Bij wie wij vergeving moeten vragen Heere. Schenk ons de genade dat we in de auto of op de fiets stappen om naar de ander toe te gaan en nederig om vergeving te vragen. Breng ze ons in gedachten Heere. Geef alstublieft dart wij hier niet overheen leven, maar doen wat u van ons vraagt. En schenk ons genade Heer dat, wanneer anderen bij ons komen om het in orde te maken dat we niet te trots zijn om geen vergeving te schenken, maar dat we daarin mild en welwillend en rijk zijn in het vergeven.
Zoals U dat bij mij en bij ons deed en steeds weer doet.
We gaan opnieuw luisteren naar het lied Avinu Malkeinu, deze keer wordt het gezonden door duizend schoolkinderen.
Avinoe Malkenoe (Hebreeuws: onze Vader, onze Koning) is een Joods gebed dat onderdeel uitmaakt van de synagoge-liturgie van de Joodse feestdagen Rosj Hasjana en Jom Kipoer.
Met name de laatste regel is erg bekend en wordt ook afzonderlijk gezongen: Avinoe Malkenoe, “Onze Vader, onze Koning, wees ons genadig, verhoor ons, wij hebben geen daden waarop wij ons beroepen kunnen, maar toch, laat uw recht, dat U spreekt over ons, de mildheid kennen van uw trouw, ja, wil ons helpen.”
KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN