Over de mens gesproken -2-
14/05/2021

Over de mens gesproken -2-

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Prediker 12

Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd,
voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen
waarvan u zeggen zult:
Ik vind er geen vreugde in

2voordat de zon verduisterd wordt, evenals het licht
en de maan en de sterren,
en de wolken terugkeren
na de regen,

3op die dag, wanneer de bewakers van het huis zullen beven,
de sterke mannen zich zullen krommen,
de maalsters ophouden, omdat ze met weinigen zijn,
en zij die door de vensters kijken, verduisterd worden;

4wanneer de beide deuren naar de straat gesloten worden,
het geluid van de molen verzwakt,
men opstaat bij het geluid van de vogels,
en alle zangeressen neergebogen zullen worden,

5men ook gaat vrezen voor de hoogte,
en er verschrikkingen zijn op de weg,
de amandelboom gaat bloeien,
de sprinkhaan zichzelf tot last wordt,
en de kapperbes niet meer helpt
– de mens gaat immers naar zijn eeuwig huis:
rouwklagers doen de ronde in de straat –

6voordat het zilveren koord verwijderd wordt
en de gouden oliehouder verbrijzeld,
de kruik bij de bron stukgebroken wordt
en het rad bij de waterput verbrijzeld,

7het stof terugkeert naar de aarde zoals het was,
en de geest terugkeert
tot God,  Die hem gegeven heeft.

8 Een en al vluchtigheid,
zegt de Prediker,
alles is vluchtig.

9Overigens, Prediker was een wijze: voortdurend onderwees hij het volk in kennis, hij was opmerkzaam en onderzocht, hij stelde vele spreuken op.

10Prediker zocht aangename woorden te vinden: het geschrevene is oprecht, woorden van waarheid.

11De woorden van wijzen zijn als prikkels en als spijkers, diep ingeslagen door meesters in het verzamelen. Zij zijn gegeven door één Herder.

12Wat erbovenuit gaat, mijn zoon, wees gewaarschuwd! Er komt geen einde aan vele boeken te maken, en veel studeren vermoeit het lichaam.

13De slotsom van al wat door u gehoord is, is dit:
Vrees God, en houd u aan Zijn geboden,
want dit geldt voor alle mensen.
God zal namelijk elke daad
in het gericht brengen,
met alles wat verborgen is,
hetzij goed, hetzij kwaad.

Over de mens gesproken -2-
De voorgaande keer hebben we stilgestaan bij de vergankelijkheid van de mens waar het het lichaam betreft, en sloten we de afzending af met Prediker 12. En vandaag wil ik een uitstapje maken naar datgene wat we daarover ook zojuist gelezen hebben.

‘Ouderdom komt met gebreken’, zo luidt een bekend gezegde. In Prediker 12 vinden wij dezelfde boodschap, maar dan in verschillende uitvoerige beeldspraken die de ouderdom prachtig beschrijven. Het doel van deze weergave is om hen die nog jong zijn er toe aan te zetten vroeg in hun leven verantwoordelijkheid te nemen in het dienen van God. Immers, als je jong en vitaal bent, gaat dit makkelijker dan wanneer je oud en krakkemikkig bent.

Uiteindelijk is het namelijk zo dat ieder mens verantwoordelijkheid tegenover God heeft af te leggen: Vrees God, en houd u aan Zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen. God zal namelijk elke daad in het gericht brengen, met alles wat verborgen is, hetzij kwaad. Prediker leert ons dus niet slechts dat de ouderdom met gebreken komt, maar ook dat het van belang is om, voordat die ouderdom intrede doet, je leven in dienst van de Heer te stellen.

In de verzen 1-7 van Prediker 12 zien wij een weergave van de ouderdom zoals geen enkel mens hem wenst te beleven, maar zoals deze zich wel vaak voordoet.

Prediker begint in vers 1 met over de ouderdom te zeggen dat dit de ‘kwade dagen’ zijn en de jaren waarvan men zegt dat er geen vreugde in te vinden is. Dat zijn niet bepaald opbeurende woorden. Het is vanuit dit perspectief ook wel enigszins te begrijpen dat sommige mensen uit alle macht proberen de ouderdom uit te stellen. Vaak door allerlei jeugdige activiteiten te ondernemen, maar soms ook door aan hun lichaam te laten sleutelen om er jonger uit te zien.  Ook zijn er mensen die simpelweg ontkennen dat zij oud zijn.

Prediker gaat verder met zijn beschrijving van ‘de kwade dagen waarin men geen vreugde vindt’. Op deze dagen wordt de zon verduisterd, evenals het licht van de maan en de sterren. Daarbij keren de wolken na de regen terug. Wat Prediker hier beschrijft zouden heel goed de winterstormen kunnen zijn zoals die in Israël woedden.

Deze gingen gepaard met hevige, soms dagenlange regenval en donker weer. De ouderdom kan ook zo’n winterdepressie zijn. Het onzichtbaar worden van de hemellichamen ziet daarbij op het wegvallen van levensdoelen en zinvervulling. Dat de wolken terugkeren na de regen, ziet op een aaneenrijging van ziekte, verdriet en rouw. Je gaat van begrafenis naar begrafenis.

De aftakeling van het lichaam, heeft een negatieve invloed op je psyche, in de vorm van depressies. Wanneer je denkt de ene tegenslag te hebben gehad, dan volgt gelijk de volgende. Na de regen komen gelijk weer wolken, zonder dat de zon de kans heeft om ook maar iets van licht en warmte in je leven te brengen en de dag kleur te geven. Alles om je heen wordt steeds grauwer en grauwer, totdat je wegzinkt in de donkerheid van de dood. Zo beschrijft deze beeldspraak als het ware een prelude op de dood.

Na de wat meer algemene boodschap van vers 2, zien wij nu meer specifieke beelden om het lichamelijk verval tijdens de ouderdom te duiden. Er wordt gesproken over de bewakers van het huis die zullen beven, wat hier duidt op de armen die het menselijk lichaam beschermen. De sterke mannen die krommen, stellen de door botontkalking krommende benen voor.

En vervolgens vinden we in Prediker 12 de maalsters die ophouden omdat zij met weinigen zijn. Dit betreffen de tanden, waarvan de mens er met het ouder worden steeds meer verliest. Zij die door de vensters kijken en verduisterd worden, zijn de ogen die dof van staar worden.

Prediker gaat verder met het opsommen van beeldspraken die het aftakelen van het menselijk lichaam beschrijven. Zo heeft hij het over de deuren die naar de straat gesloten worden, wat duidt op oren die steeds minder gaan horen. Het geluid van de molen dat verzwakt, stelt waarschijnlijk de stem voor.

Dat men opstaat bij het geluid van de vogels, betekent dat men niet lang en vast meer aan één stuk door kan slapen, maar snel wakker wordt uit de slaap. Maar dan wel weer soms een of meerdere hazenslaapjes doen na bijvoorbeeld het middageten.

Prediker 12:4 besluit met de zangeressen die neergebogen zullen worden, wat wellicht duidt op het niet goed tegen veel geluid en drukte meer kunnen. Dit laatste merk je bij grootouders die het steeds minder op kunnen brengen als jonge kleinkinderen langs komen en ze zich dan vooral druk maken over de mogelijke rommel en viezigheid die dit in huis met zich meebrengt.

Prediker spreekt allereerst over twee zaken die weinig uitleg behoeven: “…men ook gaat vrezen voor de hoogte, en er verschrikkingen zijn op de weg…”

Vroeger bestonden de verschrikkingen op de weg uit rovers tegen wij men zich moest verweren. Tegenwoordig zijn de verschrikkingen op de weg bijvoorbeeld het verkeer. Zie met het drukke verkeer maar eens veilig over te steken met je rollator of scootmobiel…

Een wat minder duidelijk beeld is de amandelboom die gaat bloeien. De witte bloesem van deze boom ziet op het grijs/wit wordende haar. Het staat tegenover de letterlijke vertaling van “de jonge jaren” uit Prediker 11:10, namelijk ‘zwartheid’. In de jeugd is het haar zwart, in de ouderdom wordt het wit als de amandelboom. Daarbij overvalt de ouderdom de mens evenzeer als de bloesem van de amandelboom, die als eerste van alle bomen bloeit.

Toch heeft de amandelbloesem niet alleen betekenis in de zin van ouderdom en het bijkomende verval. De bloesem wijst namelijk ook op bloei en het nieuwe leven van het voorjaar. Voor de mens die God vreest, geldt dat hij ondanks het lichamelijke verval en de naderende dood toch hoopvol mag zijn, omdat hij gelooft in de opstanding uit de doden.

Prediker vervolgt vers 5 met de sprinkhaan die tot last wordt, wat wijst op het verlies van levenslust, ijver en draagkracht. Daarbij helpt de kapperbes niet meer om de eetlust op te wekken. Het aardse bestaan loopt op zijn einde. De mens gaat naar zijn eeuwig huis en de rouwklagers gaan rond op straat. Zo gaat de aftakeling uiteindelijk over in de dood, wat dan in de volgende verzen aan de orde komt.

Het sterven van de mens wordt in  vers 6 beschreven als het verwijderen/verbreken van het zilveren koord en het verbrijzelen van de gouden oliehouder. Deze ziet op de levende mens wiens levensgeest – uitgebeeld door het zilveren koord – terugkeert tot God.

Een zelfde soort beeld is de kruik die bij de bron stuk gebroken wordt. De kruik stelt de mens voor die leeft van het water uit de levensbron van God. Omdat het rad (de katrol) waarmee het water uit de bron gehaald wordt, kapot is, kan er geen water meer in de kruik komen. De mens wordt het leven ontnomen en zijn lichaam sterft, de kruik ligt gebroken bij de bron.

Hier zien wij het laatste beetje hoop – voor het leven van nu – volledig weggenomen worden: “…het stof terugkeert naar de aarde zoals het was, en de geest terugkeert tot God, Die hem gegeven heeft.”

De mens gaat terug naar waaruit hij genomen is en zijn adem keert terug naar Wie hem deze gegeven heeft, God. Het is het besluit van het menselijk bestaan onder de zon, waar Prediker in vers 8 de veelzeggende conclusie op laat volgen: “Een en al vluchtigheid, zegt de Prediker, alles is even vluchtig.” Dat is het menselijk bestaan.

 

Wij krijgen hier een zeer deprimerend beeld van het verloop en einde van het menselijk leven. Toch is dit de realiteit die wij vanuit Genesis 3:19 bevestigd zien, waar de HERE God tegen Adam zegt: In het zweet van uw aangezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren..

Toch is er nog een andere realiteit, wanneer wij verder kijken dan enkel naar datgene dat onder de zon is, zoals Prediker gewoon is. Ja, de mens is stof, een vergankelijk aarden vat waar in de dood niets meer van overblijft. Maar daar is ook die amandelbloesem die over hoop op nieuw leven spreekt. Over die hoop van het nieuwe leven spreekt Paulus in 2 Korinthe, wanneer hij het heeft over de schat die de gelovigen in hun aarden vat ontvangen hebben van God.

Met met de aftaling is eveneens sprake van vernieuwing tijdens aftakeling, zoals we lezen in 2 Korinthiërs 4:7 en 16; 5:
“Maar wij hebben deze schat in aarden kruiken, opdat de alles overtreffende kracht van God zou zijn en niet uit ons (…) Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd (…) Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.

Ook hier in 2 Korinthe zien wij de vergankelijkheid van de mens beschreven. Toch deprimeert deze boodschap Paulus niet. Integendeel, hij houdt de moed er in. Want, zo stelt hij, al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd.

Waar het lichaam vervalt, daar groeit de innerlijke mens in Gods wijsheid. Waar je lichamelijk steeds ouder wordt, daar word je geestelijk steeds jonger. Deze innerlijke vernieuwing/verjonging is niet iets wat de mens van zichzelf heeft of uit eigen kracht kan bewerkstelligen, het is het werk van de alles overtreffende kracht van God die dit doet. Deze kracht wordt hier een schat genoemd die de gelovige in zijn sterfelijke lichaam met zich meedraagt.

Deze ´schat in aarden kruiken´ is een verwijzing naar de Schriftrollen die vroeger in aarden kruiken bewaard werden. Nu, zoals die onbeduidende kruiken een onschatbare waarde in zich meedroegen, zo draagt de onbeduidende mens de niet te overtreffen kracht van God met zich mee. Deze kracht laat de gelovige tijdens dit leven groeien in Christus. Maar deze kracht laat vooral de gelovige uiteindelijk opstaan uit de dood. In 2 Korinthe 4:6 wordt deze kracht als volgt omschreven: “Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.”

Als wij vanuit dit perspectief naar Prediker 12 en de menselijke aftakeling kijken, dan is het misschien zo dat wij met het klimmen van de jaren lichamelijk steeds minder kunnen, maar geestelijk wel steeds meer te bieden hebben. Zelfs als spraak, gehoor en verstand wegvallen, dan is er nog niets verloren. Immers, al valt alles om ons heen weg, de liefde van Christus blijft. De liefde vergaat nooit (1 Kor. 13:8), zij is sterk als de dood (Hoogl. 8:6, NBG) en zij is zelfs meer dan geloof en hoop (1 Kor. 13:13).

De ouder wordende mens hoeft niet afgeschreven te worden. Ouderen mogen een bediening hebben waarin zij vanuit geloofs- en levenservaring veel te bieden hebben. Daarbij zijn zij – in hun reis op weg naar het hemels Vaderland – heel dicht bij de eindbestemming. Daar kunnen en mogen zij van getuigen zodat de ‘jongere’ gelovigen daar kracht, geloof en hoop aan kunnen ontlenen.

Zo zijn wij aan het einde van deze uitzending gekomen, met als thema: Wij hebben gezien dat de ouderdom met gebreken komt. Maar voor wie gelooft, geldt dat met die gebreken ook de groei aan innerlijke rijkdom komt. De ouderdom mag zo een bloeitijd zijn in het groeien naar afhankelijkheid ten opzichte van God.

Waarbij het ultieme moment is dat wij in vertrouwen op Hem ons leven loslaten, wetend dat Hij ons door de dood heen in Zijn heerlijkheid zal trekken!

Als dat geen zegen is..

We sluiten af met Opwekking 585

Er is een dag,
waar al wat leeft al lang op wacht,
een dag van blijdschap,
als heel de schepping wordt bevrijd.
En op die dag,
dan komt de Heer en haalt zijn bruid,
die rein en stralend
Opgaat in zijn heerlijkheid.

Er klinkt geschal,
wanneer de graven opengaan
en doden opstaan,
voor eeuwig levend door zijn kracht.
Hun aardse tent
wordt nu bekleed met heerlijkheid,
de dood verzwolgen,
overwonnen voor altijd.

Spoedig zullen wij Hem zien
en voor altijd op Hem lijken
en Jezus kennen zoals Hij is, amen!
Nooit meer tranen, nooit meer pijn,
want wij zullen met Hem leven
in zijn nabijheid, voor altijd.
Amen, amen!

Dus kijk omhoog
en zie wat nog verborgen is,
maar wat beloofd is,
dat blijft in alle eeuwigheid.
En als je lijdt,
weet dat het maar voor even is.
Als Jezus terugkomt,
deel je in zijn heerlijkheid

Spoedig zullen wij Hem zien
en voor altijd op Hem lijken
en Jezus kennen zoals Hij is, amen!
Nooit meer tranen, nooit meer pijn,
want wij zullen met Hem leven
in zijn nabijheid, voor altijd.
Amen, amen!

DELEN
[Sassy_Social_Share]

 

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב