Over de Dienaar gesproken (1)
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Psalm 104
Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden,
de zon weet wanneer hij ondergaat.
Over de Dienaar gesproken (1)
In de voorgaande aflevering heb ik even kort aangestipt dat het woord Shemesh (zon) van het woord Shamash is afgeleid, wat dienen betekent. Waarom wordt de zon een dienaar genoemd? De Midrash stelt dat de zon zo wordt genoemd omdat hij de mensheid ‘dient’ en al het leven in stand houdt. Dat is een geweldige gedachte wanneer we denken aan de Dienaar met een hoofdletter. Daar wil ik vanmorgen met u bij stilstaan.
In de Bijbel worden allerlei mensen ‘knecht’, ‘dienaar’ of ‘dienstknecht’ genoemd, vaak aangeduidt met èvèd Jahweh, knecht/dienaar van Jahweh.
Misschien kent u wel de opschriften die boven sommige periocopen in de bijbel staan ‘profetie aangaande de Knecht des HEREN’, die de N.B.G.-’51-vertaling boven vier gedeelten in het boek Jesaja heeft staan.
In geen enkel van deze gedeelten komt overigens de uitdrukking èvèd JHWH voor. Maar dat het wel degelijk over de Knecht van de HEERE – in Wie wij meteen de Heere Jezus Christus herkennen – gaat, wordt uit de inhoud van die Bijbelgedeelten duidelijk.
De letterlijke titel ‘Knecht van de HEERE’ wordt niet één keer voor de Messias gebruikt; wel voor drie andere personen. De teksten waarin zo’n persoon voor het eerst ‘Knecht van de HEERE’ wordt genoemd, leggen een opmerkelijk verband met de Messias
In de teksten in het Eerste Testament heeft de uitdrukking èvèd Jahweh betrekking op Mozes, Jozua en David. Daarnaast wordt het één keer gebruikt, schijnbaar als aanduiding voor de Messias, maar wat meer voor de hand ligt: als aanduiding voor Israël (Jes. 42:19). We lezen daar namelijk:
Wie is er zo blind als Mijn dienaar,
doof zoals Mijn bode die Ik zend?
Wie is blind zoals de volmaakte,
blind zoals de knecht van de HEERE?
Wanneer we de teksten over Mozes, Jozua en David lezen, zien we een opmerkelijk verband; zeker als we naar de eerste teksten kijken waarin zij ‘dienaar van de HEERE’ genoemd worden:
“Zo stierf Mozes, de dienaar van de HEERE, daar in het land van Moab, overeenkomstig het woord van de HEERE” (Deut. 34:5);
“Het gebeurde na deze dingen dat Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van de HEERE, stierf, honderdtien jaar oud” (Joz. 24:29) en
“… van de dienaar van de HEERE, van David, die de woorden van dit lied tot de HEERE gesproken heeft, op de dag waarop de HEERE hem gered had uit de hand van al zijn vijanden en uit de hand van Saul” (Ps. 18:1).
We zien dus dat er in de teksten waarin voor het eerst deze personen als ‘dienaar van de HEERE’ worden omschreven, sprake is van hun levenseinde.
Wellicht is dat in de laatste tekst niet meteen duidelijk, maar als we ons realiseren dat Psalm 18 in z’n geheel ook in 2 Samuël 22 voorkomt, blijkt het ook voor Psalm 18 te gelden.
2 Samuël 23 begint namelijk met: “En dit zijn de laatste woorden van David” (vs. 1-7) en in aansluiting daarop lezen we in 2 Koningen 2:10 dat David te ruste ging bij zijn vaderen en begraven werd in de stad van David.
Dat hier inderdaad sprake is van het einde van Davids leven, geeft het opschrift van Psalm 18:1 eigenlijk ook al aan: “… de dag waarop de HEERE hem gered had uit de hand van al zijn vijanden en uit de hand van Saul”.
Wordt iemand omschreven als ‘knecht of dienaar van de HEERE’ dan blijkt dit dus op de één of andere wijze in verband te staan met het einde van het leven van die persoon. Nu zijn Mozes, Jozua en David niet zomaar wat mensen!
Zij zijn schaduwbeelden of typen van Messias. In Hebreeën 3:1-6 wordt Mozes vergeleken met de Messias, waarmee hij een beeld van Hem is. Dat geldt ook voor Jozua die in Hebreeën 4:8 genoemd wordt in het licht van die andere Jozua (= Jezus of Jeshua). En hebben we het over David dan zien we dat de Jeshua ‘de Zoon van David’ genoemd wordt. Hij is de Erfgenaam van de troon van David. De betekenis van de naam ‘David’ is overigens ‘Geliefde’ en zo vinden we onze Heiland ook omschreven; zie bijvoorbeeld Mattheüs 17:5
Mattheüs 17:5 Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!
En in Efeze 1:6 Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, in Zichzelf, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil, tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde.
Als dat geen zegen is.
De volgende keer hoop ik verder met u na te denken over de Dienaar.
DELEN
[Sassy_Social_Share]