Over barmhartigheid gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Loflied op Gods genade
1 Een psalm van David.
Loof de HEERE, mijn ziel,
en al wat in mij is, Zijn heilige Naam.
2 Loof de HEERE, mijn ziel,
en vergeet niet een van Zijn weldaden.
3 Die al uw ongerechtigheid vergeeft,
Die al uw ziekten geneest,
4 Die uw leven verlost van het verderf,
Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid,
5 Die uw mond Letterlijk: uw sieraad. verzadigt met het goede,
uw jeugd vernieuwt als die van een arend.
6 De HEERE doet rechtvaardige daden
en recht aan alle onderdrukten.
7Hij heeft aan Mozes Zijn wegen bekendgemaakt,
aan de nakomelingen van Israël Zijn daden.
8 Barmhartig en genadig is de HEERE,
geduldig en rijk aan goedertierenheid.
9 Hij zal niet voor altijd ter verantwoording roepen,
niet voor eeuwig handhaaft Hij Zijn toorn.
Over barmhartigheid gesproken
Wanneer we vandaag weer opnieuw stil staan bij deze psalm worden we in het vervolg van de Psalm eigenlijk overmand door Gods goedheid, want we lezen:
Barmhartig en genadig is de HEERE,
geduldig en rijk aan goedertierenheid.
We hebben in tegensteling tot talloze andere goden die in deze wereld vereerd worden en waarvoor de mensen hun best moeten doen om in de gunst te komen te maken met een barmhartige, genadige, geduldige en goedertieren God.
Als ik dat even tot me door laat dringen, en doet u dat ook maar eens, dan wordt ik overmand door een gevoel van verwondering en dankbaarheid. De Eeuwige God, de Schepper van hemel en aarde komt vanmorgen naar u en mij toe met bij wijze van spreken handen vol zegen.
Lieve luisteraars, we hebben alle reden, wanneer we tot het geloof in de Heere Jezus Christus gekomen zijn, om Hem in ions leven, dvandaag, morgen en alle dagen van ons leven te danken, te loven en te prijzen.
Weet u, jaren geleden werden mijn ogen geopend voor de tekst uit Efeze 1:
Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus, omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde.
En dan doel ik met name op de woorden: omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft.
De Eeuwige God had u en mij, voor de schepping, in de eeuwigheid u, jouw en mij al op het oog. Als je dat diep in je laat doordringen, dan vervult je dat toch met ontzag, dankbaarheid en misschien moet ik het zo wel zeggen, dat je er eigenlijk helemaal niks van begrijp. Dat je er bij wijze van spreken niet ‘bij’ kan? Wat een onvoorstelbare liefde spreekt daar niet uit!
David kan er in ieder geval niet bij als hij getuigt: de HEERE, en ik kan het maar niet genoeg zeggen wat Zijn naam betekend, de Aaanwezige, Hij is bij u, jou en mij aanwezig in je leven, ook vandaag en ook al voelt het misschien anders, Hij is “barmhartig en genadig” en “geduldig en rijk aan goedertierenheid”.
Wat staat dat in schril contrast met hoe deze wereld is. De barmhartigheid in deze wereld is ver te zoeken. Onbarmhartigheid is het woord dat eerder bij mij naar boven komt. Barmhartig, in het Hebreeuw ‘rachum’ is de HEERE. De eerste keer dat we over Gods barmhartigheid lezen is vlak na een enorme zwarte blijdzijde uit de geschiedenis met het volk van Israel. Vlak na de zonde van het volk met het gouden kalf. Juist op het moment dat het volk God bij wijze van spreken afgeschreven had en hun eigen God hadden gekozen. Nota bene een kalf. Hoe verzin je het. Weliswaar van goud, aan de buitenkant misschien wel prachtig, maar van binnen zo dood als een pier.
Zullen we dit gedeelte eens lezen in Exodus 34?
Toen daalde de HEERE neer in een wolk, ging daar bij hem staan en riep de Naam van de HEERE uit. Toen de HEERE bij hem voorbijkwam, riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw,
Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en de ongerechtigheid van de vaders vergeldt aan de kinderen en kleinkinderen, tot in het derde en vierde geslacht.
Toen haastte Mozes zich, knielde ter aarde, boog zich neer en zei: Heere, als ik nu genade in Uw ogen gevonden heb, laat de Heere dan toch in ons midden meegaan. Zeker, het is een halsstarrig volk, maar vergeef onze ongerechtigheid en onze zonde, en neem ons aan als Uw erfelijk bezit.
En we zien in de geschiedenis dat de Heere, elke keer dat Zijn volk zich van Hem afkeerde en de afgoden is gaan dienen, Hij Zijn barmhartigheid en genade getoond heeft door hen te sparen. Hoe vaak is Zijn geduld op de proef gesteld. Dat Hij hen niet heeft verdelgd, is omdat Hij “rijk aan goedertierenheid” is. Gods Volk, Israel is er nog steeds, ook na de verschrikkingen in de afgelopen tweeduizend jaar. En in de tijd waarin wij leven bloeit het op en is Hijk Zijn zolk aan het verzamelen vanuit alle windstreken.
En laten we maar eerlijk zijn. Wij zijn geen haar beter dan het volk Israel. En toch…
Barmhartig en genadig is de HEERE, geduldig en rijk aan goedertierenheid.
Als dat geen zegen is.
Yissocher Gutman zingt over Gods barmhartigheid in “Vehu Rachum”, begeleid door het Mezamrim-koor.
DELEN:
[Sassy_Social_Share]