Leerhuis Parashat Korach met Robert Berns
05/07/2024

Leerhuis Parashat Korach met Robert Berns

Inleiding op Parashat Korach
Numeri 16:1 – 18: 22, 28:9 – 15 , 1 Sam.11:14 – 12:22 , Jesaja 66:1 – 24 en 1 Petrus 2:4 – 10

Mozes en Aaron waren priesters voor Gods aangezicht omdat JHWH hen daartoe geroepen had. Niemand matigt zich die bevoegdheid aan. Korach een Leviet die de hogepriester in het heiligdom mocht naderen en de heilige voorwerpen mocht dragen betwistten echter uit naijver en zelfzucht het gezag en de positie van Aaron en Mozes. Het ontging hem dat hij mocht dienen in de nabijheid van JHWH. Het is altijd al Gods plan geweest dat allen eens als priesters Hem zouden dienen, dat lezen we bij de verbondssluiting Exodus 19:6 en in dezelfde bewoording bij het vernieuwde verbond 1 Petrus 2:9 “Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom”. Ook de apostel Johannes verkondigt hetzelfde in Openbaring 1:6 Hij heeft ons tot een koninkrijk, tot priesters voor zijn God en Vader gemaakt, en in Openbaring 20:6 Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van de Moshiach zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, duizend jaren. De profeet Jesaja noemt in Jesaja 61:6 dat tijdens het Millenium “Gij zult priesters des HEREN heten, dienaars van onze God genoemd worden”. In de wedergeboorte heeft Jesjoea u en mij een nieuwe identiteit gegeven, wij zijn Zijn priesters. De werken die Hij tevoren voor ons bereid heeft vloeien o.a. voort uit onze identiteit als priesters. Staan wij in de dienst van de gebeden voor het land en volk, van verootmoediging en schuldbelijden, in de dienst van de verzoening en vergeving aanzeggen. Hij bereid ons nu al voor op die taak in het Millennium, het is een deel van onze erfenis. Laten we er ernst mee maken zoals een Samuël die zijn volksgenoten bemoedigt met deze woorden: Want de HERE zal zijn volk niet verstoten, om der wille van zijn grote naam. De HERE heeft immers verkozen u tot zijn volk te maken. Wat mij betreft, het zij verre van mij, dat ik tegen de HERE zou zondigen door op te houden voor u te bidden; ik zal u de goede en rechte weg leren. Vreest slechts de HERE en dient Hem trouw met uw ganse hart, want ziet, welke grote dingen Hij onder u gedaan heeft. 1 Samuël 12:22-24

Robert Berns, 6-7-2024

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב