#0752 Over de residentie gesproken -1-
12/12/2022

#0752 Over de residentie gesproken -1-

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Psalm 132 -22-

11 De HEERE heeft David in waarheid gezworen,
en Hij zal daar niet van afwijken:
Eén van de vrucht van uw schoot
zal Ik op uw troon zetten.

12 Als uw zonen Mijn verbond in acht zullen nemen
en Mijn getuigenissen, die Ik hun leren zal,
zullen ook hun zonen tot in eeuwigheid
op uw troon zitten.

13 Want de HEERE heeft Sion verkozen,
Hij heeft het begeerd tot Zijn woongebied.

14 Dit is, zei Hij, Mijn rustplaats tot in eeuwigheid,
hier zal Ik wonen, want naar haar heb Ik verlangd.

15 Haar voedsel zal Ik rijk zegenen,
haar armen met brood verzadigen.

16 Haar priesters zal Ik kleden met heil,
haar gunstelingen zullen uitbundig juichen.

17 Daar zal Ik voor David een hoorn doen opkomen
en voor Mijn gezalfde een lamp gereedmaken.

18 Ik zal zijn vijanden met schaamte kleden,
maar op hem zal zijn diadeem schitteren.

#0752 Over de residentie gesproken -1-
In de voorgaande uitzending hebben we met elkaar stilgestaan bij de eenwording van het twee stammenrijk, Juda en Benjamin en het tien stammenrijk dat de HEERE zal vergaderen uit alle volkeren en in Zijn land zal brengen dat Hij aan Jacob heeft beloofd.

En daar waar David in Psalm 132 bad om de ark in Sion te plaatsen in de woorden:

6 Zie, wij hebben van de ark gehoord in Efratha,
hem gevonden in de velden van Jaär.

7 Laten wij Zijn woning binnengaan,
ons neerbuigen voor de voetbank van Zijn voeten.

8 Sta op, HEERE, ga naar Uw rustplaats,
U en de ark van Uw macht.

Daarin zagen we in Ezechiel 37 de vervulling, want God vervuld Zijn belofte, altijd:

26 Ik zal met hen een verbond van vrede sluiten. Het zal een eeuwig verbond met hen zijn, Ik zal hun een plaats geven en hen talrijk maken, en Ik zal Mijn heiligdom in hun midden zetten tot in eeuwigheid.

27 Mijn tabernakel zal bij hen zijn, Ik zal een God voor hen zijn en zíj zullen een volk voor Mij zijn.

Onlosmakelijk verbonden aan de belofte van het eeuwig koningschap van David is de verkiezing van Sion door de HEERE (vers 13).

In de geschiedkundige vertelling in 2 Samuël 6-7 vinden we alleen het gezichtspunt van David. Hier in het gebed van Psalm 132 vinden we ook het gezichtspunt van de HEERE. De HEERE deed het omdat Hij Sion heeft verkozen en omdat Hij een woning begeerde. Sion is de plaats die de HEERE heeft uitgekozen “om Zijn Naam daar te vestigen”. We lezen van Zijn voornemen om Zich dar te vestigen nota bene al in de Thora, in Deuteronomium 12 vers 5: Maar naar de plaats die de HEERE, uw God, uit al uw stammen zal uitkiezen om Zijn Naam daar te vestigen, naar Zijn woning moet u vragen en daarheen komen.

Kijk, en nu kan de hele wereld wel denken dat het anders moet. Dat Moslims en wat voor geloven al recht hebben op Sion, maar de HEERE belacht hen lezen we in Psalm 37 vers 13: De Heere belacht hem, want Hij ziet dat zijn dag komt.

De plaats waar David naar zoekt en die hij heeft gevonden, zoals we kunnen lezen in Psalm 132,  is allang, al eeuwen daarvoor door Adonai uitgekozen. Die plaats heeft Hij “begeerd tot Zijn woongebied”. Er is bij God niet alleen verkiezing van die plaats, maar ook een verlangen daar te wonen. Hoort u ook het verlangen van de HEERE om in Sion te wonen doorklinken in de woorden? Onbegrijpelijk toch? Dat de God van hemel en aarde, de Goed van de schepping, De God die het onmetelijke heelal geschapen heeft, juist die plek tot Zijn woonplaats gekozen heeft. Hier op deze aarde. Daar in Israel. En juist daar, waar Hij Zijn woonplaats hier op aarde wil vestigen maken alle volkeren, inclusief de Verenigde Naties, het tot een plek waar juist Hij niet mag wonen. Daar kan maar een iemand achter zitten, de grote tegenstander van het begin. De Verenigde Naties beoordeelde de uitroeping van de staat Israel in 1947 nota bene onlangs een grote catastrofe.

Maar laten zij weten dat de woonplaats van de Koning is ook de woonplaats van God. De tempel en het koningschap horen bij elkaar.

Na de terugkeer van de Heer Jezus op aarde, zal Jeruzalem praktisch zijn de stad van de Grote Koning. God heeft Zijn Zoon tot koning gezalfd over Sion.

Psalm 48 is daar een loflied op:

1Een lied, een psalm, van de zonen van Korach.

2De HEERE is groot en zeer te prijzen,
in de stad van onze God, op Zijn heilige berg.

3Mooi van ligging,
een vreugde voor heel de aarde,
is de berg Sion aan de noordzijde,
de stad van de grote Koning!

4God is in haar paleizen;
Hij is er bekend als een veilige vesting.

5Want zie, koningen hadden zich verzameld,
zij waren samen opgetrokken.

6Zodra zij de stad zagen, waren zij verbijsterd,
zij werden door schrik overmand, zij haastten zich weg.

7Huiver greep hen daar aan,
smart als van een barende vrouw.

8Met een oostenwind breekt U
de schepen van Tarsis stuk.

9Zoals wij het gehoord hadden,
zo hebben wij het gezien
in de stad van de HEERE van de legermachten,
in de stad van onze God:
God zal haar stand doen houden tot in eeuwigheid. Sela

10O God, wij gedenken Uw goedertierenheid
in het midden van Uw tempel.

11Zoals Uw Naam is, o God,
zo is Uw roem,
tot aan de einden der aarde;
Uw rechterhand is vol gerechtigheid.

12Laat de berg Sion zich verblijden;
laat de dochters van Juda zich verheugen omwille van Uw oordelen.

13Ga rondom Sion en loop eromheen,
tel haar torens,

14richt uw hart op haar vestingwal,
kijk nauwkeurig naar haar paleizen
om het aan de volgende generatie te vertellen.

15Want deze God is onze God,
eeuwig en altijd;

Híj zal ons leiden tot de dood toe.

Als dat geen zegen is.

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב