#0737 Over de plaats waar God wil wonen gesproken -2-
21/11/2022

#0737 Over de plaats waar God wil wonen gesproken -2-

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Psalm 132

1 Een pelgrimslied.
HEERE, denk aan David,
aan al zijn lijden,

2 hoe hij de HEERE gezworen heeft,
de Machtige Jakobs deze gelofte deed:

3 Nee, ik ga mijn tent, mijn huis, niet binnen,
ik leg mij op de rustbank, mijn bed, niet neer;

4 ik gun mijn ogen geen slaap,
mijn oogleden geen sluimer,

5 totdat ik voor de HEERE een plaats gevonden heb,
een woning voor de Machtige Jakobs!

6 Zie, wij hebben van de ark gehoord in Efratha,
hem gevonden in de velden van Jaär.

7 Laten wij Zijn woning binnengaan,
ons neerbuigen voor de voetbank van Zijn voeten.

#0737 Over de plaats waar God wil wonen gesproken -2-
In de voorgaande aflevering hebben we met elkaar gezien dat de HEERE God bijzonder hecht aan zijn plaats waar Hij gediend wil worden. We lazen daarvan in Deuteronomium bijvoorbeeld de woorden: Dan zal daar de plaats zijn die de HEERE, uw God, zal uitkiezen om Zijn Naam daar te laten wonen.

Zoals de HEERE God het volk in Deuteronomium de plaats wijst waar zij hem moeten dienen, zo wijst God wijst David die plaats aan in 2Sm 24:18-25.

Op die dag kwam Gad bij David en zei tegen hem: Ga de heuvel op en richt op de dorsvloer van Arauna, de Jebusiet, een altaar op voor de HEERE.

Maar er is meer over te zeggen. In Haggaï 1:9 lezen we de woorden ‘Vanwege Mijn huis, dat verwoest ligt, terwijl u zich uitslooft, ieder voor zijn eigen huis.’

In Dit hoofdstuk lezen we dat de HEERE het volk aanspoort om de tempel te herbouwen. De tempel ligt nog steeds in puin, ook al zijn de Joden teruggekeerd uit de ballingschap. Ze wonen in hun fraai overdekte huizen, zoals het in vers 4 staat, terwijl het huis van de Heere verwoest is.

Ze hadden al wel een altaar opgericht en de fundamenten van de tempel gelegd (Ezra 3:10), maar daarna waren ze ermee gestopt toen ze een verbod van het Perzische hof kregen. Vandaar dat de Heere hun Zijn zegen niet kan geven. Daarom kwam er droogte over het land, werd de regen ingehouden en gaf de aarde haar opbrengst niet meer. Hongersnood als gevolg van ongehoorzaamheid aan God. Vandaar de oproep om aan de slag te gaan. ‘Dan zal Ik er behagen in scheppen en verheerlijkt worden, zegt de HEERE’ (vers 8).

 

Tsja, over de plaats waar God wil wonen gesproken. De woorden en gedachten brengen mij bij het hier en nu. In de tijd waarin wij leven. Hoe staat het ervoor met onze tempel? Dan denk ik niet in de eerste plaats aan onze kerken en de ruimten waarin wij samenkomen. Dat hebben we vaak wel goed voor elkaar.

Maar ik denk aan ons eigen lichaam, dat in de brief aan de Korinthiërs, in 1 Korinthe 3:16 en 17 een tempel van God wordt genoemd.

‘Weet u niet, dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u’.

1 Korinthe 6:19 – ‘Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent?’

Denk hierbij ook aan een tekst als 1 Timotheüs 3:15 waar Paulus aan Timotheüs schrijft: ‘Maar voor het geval dat ik langer wegblijf, weet u nu hoe men zich moet gedragen in het huis van God, dat is de gemeente van de levende God, zuil en fundament van de waarheid.’

Misschien zijn het wat uitgesleten uitdrukkingen en woorden geworden. We hebben het al zo vaak gehoord en we weten het allemaal wel. En de mensen die roken krijgen het wel eens te horen: Denk je er wel aan dat je lichaam een tempel is? En het is waar, maar ook niet rokers betreft dit tekstgedeelte.

Hoe staat het ervoor met onze, met uw en mijn tempel? Ook al hebben we door genade de Heere Jezus als onze Redder en Verlosser leren kennen en liefhebben, dan kan het toch zo zijn dat onze tempel verwoest ligt.

We zwoegen en draven voor onze aardse huizen, onze carrière, onze baan, onze dure auto, onze kinderen, onze vakanties… en misschien ook wel voor tussen aanhalingstekens ‘onze’  kerk, onze gemeente en onze waarheid.

Is dat dan verkeerd? Dat hoeft niet, maar het kan goed zijn dat onze prioriteiten volkomen verkeerd zijn komen te liggen in de loop van jaren. We kunnen zo gericht zijn op al die aardse en zichtbare dingen, dat we onze geestelijke tempel totaal verwaarlozen. Dan kan, zoals voor Juda gold – lees Haggaï 1 maar – (geestelijke) hongersnood en tegenslag het gevolg zijn.

Filippenzen 2:21 zegt in dit verband heel treffend: ‘Want zij zoeken allen hun eigen belangen, niet die van Christus Jezus.’ Mooi is het al wanneer we de belangen van de ander zoeken in ons leven, maar veel rijker is het wanneer we de belangen van de Ander met een hoofdletter zoeken.

Misschien vragen we ons wel verwonderd af hoe het toch komt dat we zo weinig van de Heere ervaren in ons leven en in onze kerken en gemeenten. Laten we ons leven zelf eens kritisch bekijken. Laten we onszelf eens onderzoeken op dit punt. En heel eerlijk zijn. Waar maken we ons druk over? Waar is ons hart vol van? Waar besteden we onze tijd aan?

Is Romeinen 12:1 werkelijkheid in ons leven – ‘Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk…’

Tsja, het is misschien pijnlijk voor u, maar ik sluit me daarbij zelf helemaal in. En tegelijkertijd weten we wel: een leven met Hem oneindig veel rijker is dan een leven zonder Hem.

Want als dat geen zegen is.

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב