#0706 Over benauwdheid en verlossing gesproken -1-
Klik hieronder om naar de uitzening te luisteren:
1 Een pelgrimslied.
Zij hebben mij dikwijls benauwd, vanaf mijn jeugd
– zeg dat toch, Israël.
2 Zij hebben mij dikwijls benauwd, vanaf mijn jeugd;
toch hebben zij mij niet overwonnen.
3 Ploegers hebben mijn rug geploegd,
zij hebben hun voren lang gemaakt.
4 De HEERE, Die rechtvaardig is,
heeft de touwen van de goddelozen afgehakt.
5 Laat beschaamd worden en terugwijken
allen die Sion haten.
6 Laat hen worden als gras op de daken,
dat verdort voordat men het uittrekt,
7 waarmee de maaier zijn hand niet vult,
of de schovenbinder zijn arm;
8 en de voorbijgangers zeggen niet:
De zegen van de HEERE zij met u,
wij zegenen u in de Naam van de HEERE.
#0706 Over benauwdheid en verlossing gesproken -1-
Opnieuw hebben staan we met elkaar op de drempel om na te denken over een lied van de pelgrims die opgaan naar Jeruzalem. Een opgangslied. De volgende drie opgangspsalmen laten niet alleen het uiterlijke herstel zien, zoals we in de voorgaande psalmen hebben gezien, maar ook het geestelijke herstel. In deze volgorde vindt het volledige herstel van Israel plaats.
Eerst komt het Feest van het bazuingeschal, dan de grote Verzoendag. De Heer Jezus is de Verlosser van hun vijanden, Hij is ook de Verlosser van hun zonden.
Het gaat in deze psalm om een herinnering, terwijl het in de twee voorgaande psalmen gaat om een vooruitzicht. Daar kijken ze vooruit, hier kijken ze terug. Het overblijfsel kijkt terug naar de tijd van hun jeugd en de verdrukking. Het is ook de tijd dat de HEERE hun vertrouwen niet heeft beschaamd. Je hoort hier als het ware de woorden van Psalm 125 vers 1 in doorklinken:
Wie op de HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar voor eeuwig blijft.
En hen heeft verlost (lezen we in de verzen 1-4). Dat geeft hun een sterk, hernieuwd vertrouwen op de HEERE ten opzichte van hun haters (zoals we lezen in de verzen 5-8), dat die haters vanzelf zullen verdorren.
In dit “pelgrimslied”, het tiende, kijkt de Godvrezende terug (vers 1). Hij weet het nog: “Zij hebben mij dikwijls benauwd, vanaf mijn jeugd”.
In Jeremia 2 lezen we de eerste woorden:
Het woord van de HEERE kwam tot mij: Ga ten aanhoren van Jeruzalem prediken: Zo zegt de HEERE: Ik denk aan u, aan de genegenheid van uw jeugd, aan de liefde van uw bruidsdagen, toen u achter Mij aan ging in de woestijn, in een land waarin niet wordt gezaaid.
En in Hosea 2 vers 14 lezen we:
14 Ik zal haar daarvandaan haar wijngaarden geven, en het Dal van Achor tot een deur van hoop. Daar zal zij zingen als in de dagen van haar jeugd, als op de dag dat zij wegtrok uit het land Egypte.
En als laatste lezen we van dezelfde Profeet Hosea in hoofdstuk 11 vers 1:
1 Toen Israël een kind was, had Ik hem lief,
en uit Egypte heb Matt. 2:15Ik Mijn zoon geroepen.
De Godvrezende is de verpersoonlijking van Gods volk, hij spreekt voor het hele volk. Vanaf de jeugd van dat volk, vanaf zijn ontstaan als natie, is het benauwd. We kunnen hierbij denken aan hun verblijf in Egypte waar ze zwaar verdrukt zijn.
Ook daarna zijn ze dikwijls in benauwdheid geweest, onder de heerschappij van wrede volken. Denk aan de Romeinen, en denk aan de tijd van het Duitse regiem gedurende de tweede wereldoorlog. Er zijn toch geen woorden voor te vinden?!
Met de oproep “zeg dat toch, Israël”, spoort de Godvrezende het volk Israël ertoe aan van die lange tijd van benauwdheid duidelijk hoorbaar getuigenis te geven.
De vijanden hebben het volk in grote benauwd gebracht, maar het is hun niet gelukt Gods volk om te brengen lezen we in vers 2.
Het woord “toch” geeft de vergeefsheid aan van de verwoede pogingen van de vijand om het volk om te brengen. Er kan nog zoveel tegenstand zijn tegen hen die de Heere toebehoren, toch zal die tegenstand nooit Gods plan met de Zijnen teniet kunnen doen. Hij zal hen veilig naar het doel brengen dat Hij voor hen heeft bepaald: bij Hem zijn.
Als dat geen zegen is.
Sta op, o kinderen van Israël
Kom en prijs nu je Maker
Dans, zing en verheug je in Hem
Zing en verheug je in Hem
Zing en verheug je in Hem, o Israël
De Heer is mijn Licht
De Rots van mijn verlossing
Ik vrees geen kwaad
Want Hij is bij mij
De Heer is mijn Licht
De Rots van mijn verlossing
Ik vrees geen kwaad
Want Hij is bij mij
DELEN
[Sassy_Social_Share]