#0689 Over de Bron gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Zegen voor het gezin
1Een pelgrimslied.
Welzalig is eenieder die de HEERE vreest,
die in Zijn wegen gaat.
2Want u zult eten van de inspanning van uw handen;
welzalig zult u zijn en het zal u goed gaan.
3Uw vrouw zal zijn als een vruchtbare wijnstok
binnen in uw huis,
uw kinderen zullen zijn als jonge olijfbomen
rondom uw tafel.
4Zie, zo zal zeker de man gezegend worden
die de HEERE vreest.
5De HEERE zal u zegenen vanuit Sion;
u zult het goede van Jeruzalem zien,
al de dagen van uw leven.
6U zult de kinderen van uw kinderen zien.
Vrede over Israël!
#0689 Over de Bron gesproken
In deze aflevering maken we een begin met deze Psalm. Psalm 128. En in de voorbereiding werd ik herinnerd aan een paar maanden geleden. Waarin ik een reis maakte met mijn kleinzoon Aron naar Israel. Het beloofde land. We maakten in korte tijd een rondreis van noord tot zuid. Ik wilde hem graag de plekken laten zien waar Jezus gelopen had en het evangelie, de blijde, de goede boodschap verkondigd heeft. Aron is dertien jaar. En op maandagochtend gingen we naar Jeruzalem om getuige te zijn van de bar mitwa vieringen van de zonen van dertien jaar>
Een gestage stroom families paradeerde over de stenen en trappen die het pad markeerden naar de Westelijke Muur in de Oude Stad van Jeruzalem. Ik zat vlakbij terwijl ze zongen, dansten en instrumenten bespeelden. Ze vierden het leven – de bar mitswa van hun zonen.
En het tafereel maakte me klein. Heel klein. Dat ik hier met mijn kleinzoon getuige van mocht zijn. Daaraan werd ik vanmorgen herinnerd bij het lezen van Psalm 128>
Terwijl ik toekeek, verwonderde ik me over de bezienswaardigheden en geluiden van deze grote stad lang geleden, toen trouwe families de feesten en aanbidding in de tempel kwamen vieren. Jong en oud, rijk en arm, ze kwamen uit alle richtingen samen totdat ze de rotsachtige paden en stoffige wegen op weg naar Jeruzalem overstroomden. Toen ze de glorieuze tempel naderden, werd de menigte van individuen één natie onder God.
Ongetwijfeld praatten, kampeerden en zongen ze – hun liedjes weergalmden gevoelens, zegeningen en hoop. De muziek deed meer dan de stilte opzwepen; het bereidde harten voor op aanbidding en leerde de volgende generatie over de Bron van overvloedig leven. Ze waren op weg om de Almachtige te ontmoeten.
Psalm 128 spreekt over familie, geloof en overvloedige zegeningen. De opening zet de toon: “Gezegend is een ieder die de HEERE, JHWH vreest” (v. 1). Dit is het verlangen van de mensheid: een rijk gezegend leven hebben. Maar hoe? Het leven is vaak hard en de omstandigheden moeilijk.
De rest van het vers geeft het antwoord: wandel ‘in Zijn wegen’. Mensen die de Heer vereren en op Zijn pad blijven, zullen een regen van zegen ervaren.
Het lied persoonlijker omdat het overgaat van het aanspreken van “iedereen” (v. 1) naar het aanspreken van “jij” (v. 2):
Als je de arbeid van je handen eet, zul je gelukkig zijn en het zal je goed gaan. Je vrouw zal zijn als een vruchtbare wijnstok in het hart van uw huis, uw kinderen als olijfplanten rondom uw tafel. Zie, zo zal de man gezegend worden die de HEERE vreest (vv. 2-4).
Wat je hebt en wat je eet, komt voort uit de kracht van je handen. Genieten van. God geeft deze kracht en maakt je leven voorspoedig.
Het lied daagde ook oude Joodse pelgrims uit om Gods goede hand in hun leven te herkennen (vers 4). Met elke stap kwamen ze dichter bij Degene die in het Heilige der Heiligen in Sion woonde.
Zegeningen kunnen niet worden verborgen of opgepot. Ze overstromen de beker van man, vrouw en familie en strekken zich uit tot Jeruzalem en heel Israël (vv. 5-6). Dus de gelukzaligheid van de natie was direct gerelateerd aan de geestelijke gezondheid van de mannen, vrouwen, jongens en meisjes wier nabijheid tot de Heer de mensen om hen heen beïnvloedde.
De zegeningen van gehoorzaamheid zijn beschikbaar voor allen wiens voeten het pad van God betreden, en ze duren ‘alle dagen van uw leven’ (vs. 5). De erfenis reikt zelfs verder dan de volgende generatie en heeft invloed op de kleinkinderen, die tere ‘olijfplanten’ die zich rond de tafels van de kinderen zullen verzamelen.
De psalm sluit af met een vrolijke kreet: “Vrede zij met Israël!” Toen de oude pelgrims hun gezang beëindigden, was Jeruzalem nabij; en hun genadige God wachtte.
Ook op ons. Daar in Jeruzalem op mijn kleinzoon Aron en mij.
Als dat geen zegen is.
DELEN
[Sassy_Social_Share]