#0629 Over sprinkhanen gesproken
26/05/2022

#0629 Over sprinkhanen gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Psalm 105

34 Hij sprak, en er kwamen veldsprinkhanen,
treksprinkhanen, niet te tellen,

35 die al het gewas in hun land opaten,
ja, zij aten de vrucht van hun akker op.

#0629 Over sprinkhanen gesproken

Door de wijgering van de Farao moest God doorgaan met het tonen van Zijn wil ten aanzien van Zijn volk omdat de farao Zijn volk niet wilde laten gaan. “Hij sprak, en er kwamen veldsprinkhanen, treksprinkhanen, niet te tellen, die al het gewas in hun land opaten, ja, zij aten de vrucht van hun akker op” (verzen 34-35). Dit is de achtste plaag die God over Egypte bracht (Ex 10:12-15). Eén enkele sprinkhaan is onbetekenend, hij stelt niets voor. De Israëlieten in hun ongeloof voelden zich zo tegenover de reuzen in Kanaän. We lezen namelijk in Nummeri 13 vers 33: Wij hebben er ook reuzen gezien, nakomelingen van Enak, afkomstig van de reuzen. Wij waren in onze eigen ogen als sprinkhanen, en zo waren wij ook in hun ogen.

En ook nu weer lezen we in het boek Openbaringen van sprinkhanen en voor het verband van de tekst lees ik de verzen 1 tot en met 9:

1 En de vijfde engel blies op de bazuin, en ik zag een ster, uit de hemel op de aarde gevallen. En hem werd de sleutel van de put van de afgrond gegeven.

2 En hij opende de put van de afgrond, en er steeg rook op uit de put als rook van een grote oven. En de zon en de lucht werden verduisterd door de rook van de put.

3 En uit de rook kwamen sprinkhanen op de aarde, en hun werd macht gegeven, zoals de schorpioenen van de aarde macht hebben.

4 En tegen hen werd gezegd dat ze geen schade mochten toebrengen aan het gras van de aarde, of welke groene plant of welke boom dan ook, maar alleen aan de mensen die het zegel van God niet op hun voorhoofd hadden.

5 En hun werd macht gegeven, niet om hen te doden, maar om hen te pijnigen. Letterlijk: om … gepijnigd te worden. vijf maanden lang. Hun pijniging was als de pijniging door een schorpioen, wanneer hij een mens steekt.

6 En in die dagen zullen de mensen de dood zoeken maar die niet vinden. En zij zullen ernaar verlangen te sterven, maar de dood zal van hen wegvluchten.

7 En de sprinkhanen zagen eruit. Letterlijk: de gedaanten van de sprinkhanen waren. als paarden die voor de oorlog gereedgemaakt zijn. En op hun koppen droegen zij kransen als van goud, en hun gezichten leken op gezichten van mensen.

8 En zij hadden haar als haar van vrouwen, en hun tanden waren als tanden van leeuwen.

9 En zij hadden borstharnassen van ijzer, en het geluid van hun vleugels was als het geluid van wagens met veel paarden die ten strijde snellen.

 

10 En zij hadden staarten die leken op schorpioenen, en er zaten angels aan hun staarten. En zij hadden de macht om de mensen schade toe te brengen, vijf maanden lang.

11 En zij hadden een koning over zich, Vers 1de engel van de afgrond. Zijn naam is in het Hebreeuws Abaddon, en in het Grieks heeft hij de naam Apollyon.

12 Het ene wee is voorbijgegaan. Zie, nog twee weeën komen hierna.

Maar ook de profeet Joël ziet een verschrikkelijke sprinkhanenplaag als Gods tuchtiging van Zijn volk, met als doel dat zij opmerkzaam zouden worden op een in de toekomst nog zwaarder gericht: het oordeel in de Dag van de HEERE.

Deze Dag van de HEERE is een toekomstige periode die begint met de openbaring van Jezus Christus. Het is de dag van Gods toorn, zoals o.a. beschreven in Openbaring 6:12 e.v. Dit oordeel begint bij het huis van God, Israël, en zal leiden tot de totale bekering van het volk. De Messias zal dan gaan regeren over Israël en de volkeren vanuit Jeruzalem (Jes. 2).

De sprinkhanen waren letterlijke sprinkhanen, maar zijn ook een beeld voor het leger van God. ´Mijn leger, dat Mijn Woord volbrengt´, zegt Joel.

In de overdrachtelijke betekenis van de sprinkhaan zien we het diertje veelal in de context van oorlog en strijd, en de oorlog en strijd staan weer in dienst van Gods oordeel over het inhumane en goddeloze gedrag van de mensen en de volken. De sprinkhaan zijn een symbool van bedreiging, angst, naderende ondergang.

Eeen paar voorbeelden daarvan wil ik noemen.  Het bekendste verhaal is dat van de achtste plaag in Egypte zoals we gelezen hebben. Egypte, symbool van een verdrukkende macht, heeft slag na slag, plaag na plaag te verduren. Elke plaag wordt zwaarder en ruikt steeds duidelijker naar de dood, totdat straks de dood in volle omvang doorbreekt in de tiende plaag.

Uiteindelijk gaat het om een harde confrontatie tussen Mozes en farao, tussen de profeet en de koning, tussen Israël en Egypte, tussen de Heer van Israël en de goden van Egypte. Het gevecht speelt zich af rondom de begrippen gevangenschap en vrijheid. Farao wordt geprest Israël zijn vrijheid terug te geven. Zelfs zeven plagen zijn niet voldoende het hart van farao te breken. Nu komt de achtste slag, de komst van sprinkhanen. Zevenmaal (het getal van de volheid) heeft de tekst het over sprinkhanen! De plaag tergt Egypte tot het uiterste. De insecten vreten het land kaal en nestelen zich tot in de woningen. De dood staat voor de deur.

Ook bij de profeet Joël komt de sprinkhanenplaag als een oordeel van God. In het eerste hoofdstuk dient de sprinkhanenplaag als aankondiging van het oordeel van God. De ramp kan niet uitblijven, als mensen zo ontrouw zijn aan elkaar en aan God. In hoofdstuk 2 wordt de plaag verbonden met het aanbreken van de dag van de Heere God. Alleen als het volk tot boete en ommekeer komt, zullen de sprinkhanen verdwijnen, ja de schade van de plaag zal teniet worden gedaan en een goede oogst ligt in het verschiet (2:25).

Er ligt dus een relatie tussen ontrouw aan God en de komst van sprinkhanen, symbool van vernietiging. Het tegenovergestelde is even waar: trouw aan God betekent het wegblijven van sprinkhanen, een beeld van zegen.

Hetzelfde laat Mozes zien in Deut. 28:38. Met deze samenhang probeert hij het volk dat op het punt staan het beloofdeland binnen te trekken, duidelijk te maken dat trouw aan God en zijn geboden toekomst biedt. Daarentegen leidt ontrouw tot ondergang.

De komst van vijandelijke legers wordt meer dan eens omschreven met het beeld van aanstormende sprinkhanen. De profeet Nahum tekent de aanstaande vijand van Ninevé als verterende sprinkhanen; hun komst bezorgt Ninevé de ondergang (3:14-15; vgl. Jes. 33:4). Nahum hanteert nog op een andere en wat mij betreft opvallende en actuele manier de sprinkhanen.

Hij vergelijkt de ambtenaren en handelaren van Ninevé, dat is het gehele bestuursapparaat, met sprinkhanen, en wel als volgt: sprinkhanen zitten ‘s morgens verstijfd van de kou weggedoken op de zichtbare plaats, wachtend op de warmte van de zon. Zodra die warmte hen bereikt, komen ze in beweging en vliegen plotseling weg. Hetzelfde zullen de bestuurders van Ninevé doen (3:17). En een stad zonder bestuur is een doodsstad.

Dat was niet alleen toen, maar is naar mij mening ook in de tijd waarin wij leven hoogst actueel. Elke keer zijn het de sprinkhanen, ook de hedendaagse die al het gewas ons werken opeten, ja, zij eten de vrucht van onze akkers, van ons werk op. Langzaam maar zeker neemt de belastingdruk toe en we zien overal om ons heen dat de verarming van de maatschappij toeneemt. Steeds meer groepen van mensen krijgen de eindjes financieeel niet meer aan elkaar geknoopt. De boeren wordt het langzaam maar zeker onmogelijk gemaakt om hun werk uit te voeren. Dar is het woord van vanmorgen wel heel letterlijk van toepassing. De hedendaagse sprinkhanen bedenken van alles, tot gedwongen onteigening toe, om het de boeren onmogelijk te maken hun roeping waar te maken. Met uiteindelijke honger tot gevolg. Want sprinkhanen vreten alles kaal. Geef, geef…

Er verschijnen keer op keer historische personen of machten, voor ons niet altijd meteen te traceren, in de gestalte van een dier. In het visioen van Johannes op Patmos stijgen na het blazen van de vijfde bazuin sprinkhanen gehuld in rook uit de afgrond (Op. 9:1-12).

Zij krijgen de macht en wenden die macht aan om pijn en lijden onder de mensen te brengen. Zij mogen echter niet aan de gewassen en bomen komen. Slechts de mensen zijn hun doelgroep.

Het zijn heel bijzondere sprinkhanen: gouden kronen op de kop (symbool van heerszucht); met mensengezichten (symbool van demonie); met haar dat lijkt op vrouwenhaar (symbool van verleiding); met tanden als die van leeuwen (symbool van vraatzucht en wreedheid); met borsten die gelijken op ijzeren harnassen (symbool van hardheid en weerbarstigheid); het geruis van hun vleugels heeft iets van weg van het lawaai van paarden en wagens (symbool van agressie en geweld); hun staarten zijn schorpioenen (symbool van pijn). Deze angstaanjagende beelden verwijzen naar machten met een sterk demonisch karakter. Wij zouden zeggen: de beer is nu echt los. Waakzaamheid is geboden. Voor de volgelingen van Christus, voor u en mij is er een uitweg; zijn macht is groter dan welke macht ook.

Als dat geen zegen is.

Sela zingt er van, luister maar:

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב