Zo’n 2700 jaar geleden veroverde de Assyrische koning Sanherib (of Sennacherib) de oude Judeese stad Lachish in een intense strijd, waarbij hij speciaal voor de belegering van de stad een schans bouwde. Archeologen hebben onderzocht, hoe die schans in een maand werd gebouwd.

De Assyrische koning Sennacherib veroverde in die tijd talrijke versterkte steden in het Heilige Land en zond 10 van de 12 stammen van Israël in ballingschap. De Schrift verhaalt in Jesaja 37, dat het enorme Assyrische leger in één nacht door een engel werd weggevaagd toen het Jeruzalem belegerde.

Een verslag van de belegering is te vinden in de Bijbel (2 Koningen 18, 2 Kronieken 32, Jesaja 36 en 37, Jeremia 34) en geïllustreerde afbeeldingen van de strijd werden ontdekt in de oude Assyrische stad Nineveh. Het verhaal van de val van Lachish is eeuwen­lang bewaard gebleven in zowel de Joodse als de Assyrische volksverhalen.

Een nieuw bodemonderzoek en studie van één van de belang­rijkste slag­velden van de Bijbel heeft nieuwe informatie aan het licht gebracht over een historische botsing tussen Assyrische troepen en Judeese strijd­krachten, en bevestigt het verslag van de gebeurtenis zoals beschreven door de profeet Jesaja.

Archeologen wisten dat de Assyriërs bele­gerings­hellingen bouwden die hen in staat stelden de stads­muren met storm­rammen te door­breken, maar hoe deze hellingen werden gebouwd was een mysterie.

Israëlische en Amerikaanse archeologen voerden een uitgebreid onderzoek uit in in het Tel Lachish archeo­logisch park om vast te stellen hoe de slag precies plaatsvond, hoe de Assyriërs de schans bouwden die zo cruciaal was voor hun over­winning, en of de versie van de gebeur­tenissen in de Bijbel juist is of niet. Zij publi­ceerden onlangs de resultaten van het onderzoek in het Oxford Journal of Archaeology.

Prof. Yosef Garfinkel van de Hebreeuwse Universiteit, de hoofd­onder­zoeker van het project, onthulde fasci­ne­rende details over de strijd: ‘Om de schans te bouwen, konden de Assyriërs zowel gebruik hebben gemaakt van grond als van stenen,’ schreef Garfinkel. ‘Er zijn echter containers nodig om sediment te verplaatsen, wat niet erg praktisch was, terwijl een steen heel snel van een man naar een ander kan worden doorgegeven.”

De onderzoekers ontdekten dat de Assyriërs gebruik hadden gemaakt van een nabijgelegen bron voor de materialen die nodig waren voor de helling, zonder dat die over lange afstanden vervoerd hoefden te worden. Aan de zijkant van de klif vonden zij een steengroeve. Zij denken dat tenminste 1.000 mannen, waar­schijnlijk krijgs­gevan­genen van de Assyriërs, voor het project werkten.

Onderzoekers schatten dat de helling op ongeveer 80 meter van de muren van de stad begon, en dat de voltooide helling ongeveer 13 miljoen stenen van gemiddeld 6,5 kg bevatte. De stenen zouden zijn vervoerd door vier menselijke kettingen die parallel werkten, dag en nacht in ploegen­dienst, die volgens een berekening van Garfinkel ongeveer 160.000 stenen per dag verplaatsten. De helling kan in slechts een maand klaar zijn geweest. ‘De arbeiders werden beschermd door massieve schilden die aan het noordelijke einde van de helling waren geplaatst. Deze schilden werden elke dag een paar meter opgeschoven in de richting van de stad,’ verklaarde Garfinkel.

De onderzoekers merkten ook op dat een passage uit Jesaja 5, waarin staat dat de Assyriërs onvermoeibaar waren en sluimeren noch slapen, bleek te worden bevestigd door archeologisch bewijs.

Bronnen: WINUwI.

 

EN / NL/ עב