CIDI is in de afgelopen weken benaderd door meerdere medewerkers van Nederlandse universiteiten, die zich ernstige zorgen maken over een specifiek WOB-verzoek. De medewerkers krijgen zeer ongemakkelijke vragen voorgeschoteld en schrikken van de heftige ondertoon. De vragen verhullen een duidelijke afkeer van de staat Israel niet en zijn daarmee zeer politiek gekleurd. Bovendien worden suggestieve vragen gesteld die kwade opzet suggereren over Joodse organisaties, zowel in Nederland als daarbuiten. De bron van het verzoek werd in de meeste gevallen geanonimiseerd, wat de onrust bij deze universiteitsmedewerkers nog verder vergrootte.
De universiteitsmedewerkers vragen zich af of universiteitsbesturen zich bewust zijn van de antisemitische ondertoon van de vragen en het intimiderende effect van het doorsturen van een dergelijk verzoek aan veel (en soms alle) medewerkers in hun organisaties. “De aanvraag naar contact met Joodse organisaties roepen onaangename herinneringen op”, schreef een van hen. “Deze naar antisemitisme riekende aanvraag wordt vrijelijk verspreid, waardoor de indruk wordt gewekt dat iedere relatie tot Joodse of Israelische instanties verdacht is”, schreef een andere medewerker. Een derde medewerker schreef: “gezien mijn Israelische en Joodse afkomst, maak ik me door dit verzoek zorgen over mijn eigen privacy en vraag mij af of dit soort aanvragen vanuit een juridisch en ethisch perspectief überhaupt kunnen”. De medewerkers vroegen allemaal om anoniem te blijven, iets wat in zichzelf al verontrustend is. Klaarblijkelijk voelen zij zich niet veilig genoeg om zich openlijk uit te spreken. Niet alleen is dit een zorgelijke aanwijzing over het gebrek aan academische openheid en vrijheid, dit is bovendien een verontrustend signaal over de veiligheid van hun werkomgeving. Dit terwijl de Nederlandse universiteiten pronken met hun diversiteitsbeleid. Gaat die vlieger dan niet op voor Israeli’s en Joden?
Oproep
CIDI roept de besturen van alle universiteiten op om zich krachtig uit te spreken tegen deze illegitieme aanpak en maatregelen te nemen om het vertrouwen van hun medewerkers terug te winnen. Ook vraagt CIDI de universiteitsbesturen om te kijken in hoeverre dit de situatie van studenten op hun universiteiten beïnvloed. Deze waren niet direct betrokken bij het proces, terwijl dit ook op hen invloed heeft. Het is legitiem om vragen te stellen over formele samenwerking met andere universiteiten, ook in andere landen en tevens met het bedrijfsleven in zowel het binnen- als het buitenland. De manier waarop de vragen worden gesteld heeft echter een grote impact op de ontvanger. Dit WOB-verzoek gaat bovendien veel verder, met de hiervoor beschreven effecten. Het is de verantwoordelijkheid van de universiteitsbesturen om de legitimiteit te toetsen en hun medewerkers te beschermen.
Gelukkig waren het niet alleen Joodse medewerkers die het probleem inzagen: CIDI roept alle medewerkers van de respectievelijke universiteiten op zich bij ons te melden, en – als zij zich veilig genoeg voelen – zich ook hierover uit te spreken.
Bronvermelding:
Datum: 11-02-2022
Auteur: JOS HUMMELEN
Beeld: De universiteiten die te maken kregen met het WOB-verzoek
Website: CIDI