Het feest wordt Rosj Hasjana genoemd, wat letterlijk ‘Hoofd’ van het jaar betekent. Zoals het hoofd het leven van het hele lichaam bevat en dat controleert, zo bevat Rosj Hasjana het leven en het (geestelijk) voedsel voor het hele komende jaar. Dit is de betekenis van het G‑ds oordeel dat op Rosj Hasjana plaatsvindt en daarom heerst er op Rosj Hasjana, thuis en vooral in sjoel, een plechtige sfeer. Want op Rosj Hasjana wenden wij ons tot G‑d en smeken wij Hem voor alle goeds in het komende jaar, dat Hij ons in stand zal houden en ons zal zegenen met de vervulling van al wat wij nodig hebben.
AANVAARDING VAN HET KONINGSCHAP
DE SJOFAR
Bij de kroning van een koning is het gebruikelijk op trompetten te blazen. Op Rosj Hasjana kronen wij G‑d op vergelijkbare wijze tot onze Koning. Het geluid van de Sjofar is tevens bedoeld om de mensen ‘wakker te schudden’, zodat zij berouw hebben en naar G‑d terugkeren. Zo staat geschreven: ‘Zou dan de Sjofar in een stad worden geblazen zonder dat de inwoners opschrikken?!’ (Amos 3:6). De boodschap ervan is in de woorden van Maimonides: ‘Ontwaakt, slapers, uit jullie sluimer en overpeins jullie daden. Gedenk jullie Schep-per en keer in berouw tot Hem terug. Wees niet als hen die hun jaren verspillen op zoek naar uiteindelijk nutteloze zaken. Let vooral op het spirituele element, jul-lie zielen en denk na over jullie daden. Laat iedereen zijn slechte pad en gedachten ver-laten en naar G‑d terugkeren, opdat Hij jullie genadig moge zijn!’
Het geluid van de Sjofar is als een diepe innerlijke kreet van een persoon die zijn spirituele armoede erkent en wiens gevoelens niet in woorden kunnen worden uitgedrukt.
De Teki’a een eenvoudig, ononderbro-ken geluid, geeft een schreeuw uit het diepst van het hart weer. De Sjevariem en de Teroe’a – de onder-broken tonen – geven expressie aan het bittere wenen en kermen, dat na de schreeuw komt. In deze context wordt het geluid van de Sjofar ook wel vergeleken met het huilen van een ver-laten kind, in een ver land verdwaald, dat de taal van zijn volk en van zijn vader, de koning, is vergeten. Bij zijn terugkeer en persoonlijke ontmoeting met zijn vader bestaat zijn enige com-municatiemogelijkheid uit een ‘simpele’ kreet van binnenuit, die door zijn vader wordt herkend, waarna deze hem optilt om hem te troosten. Als Rosj Hasjana komt, erkennen wij op vergelijkbare wijze dat wij onze gemeenschappelijke taal met G‑d verloren hebben en dus ‘schreeuwen’ wij vanuit het diepst van ons hart uit: ‘Vader!, Vader!’. En G‑d reageert met mededogen en liefde en Hij schenkt ons een goed en zoet jaar. Bij het ontvangen van de Tora op de berg Sinai werd op de Sjofar geblazen.
Op Rosj Hasjana blazen wij de Sjofar als een herinnering aan de verkondiging van ‘Na’ase Venisjma – wij zullen doen en wij zullen luisteren’ – die de sfeer kenschetst waarin het joodse volk de Tora aanvaardde. Het is ook een ‘geheugensteuntje’ voor G‑d, dat wij als enigen bereid waren Hem, Zijn Tora en Mitsvot te aanvaarden.
Het liefst nemen wij eens Sjofar die gemaakt is van een ram. Om bij G‑d de ‘herinnering los te maken’ aan onze voorvader Jitschak, die bereid was zijn leven voor G‑d te offeren, maar voor wie in de plaats een ram werd geofferd.
De Sjofar is dikwijls gebogen, om ons nederigheid te leren en onze harten voor G‑d te ‘buigen’.
De laatste toon die op de Sjofar wordt geblazen is de Teki’a Gedola, lang aangehouden. Want een Sjofar Gadol zal bij de inzameling van het hele joodse volk uit de diaspora klinken. Als een herder die zijn schapen verzamelt zal G‑d ons allen in ons Heilige Land terug-brengen met de komst van de Masjiach, spoedig in onze dagen.
GEBRUIKEN VAN ROSH HASJANA
1. Op de Sjabbat voorafgaand aan Rosj Hasjana wordt het Toragedeelte gelezen dat begint met het woord Nitsaviem (Dewariem- Deuteronomium 29:9). Die passage verwijst ook naar Rosj Hasjana, wanneer wij allen gezamenlijk voor G‑d staan. Centraal bij Rosj Hasjana en G‑ds kroning tot Koning is Ahavat Jisrael, de onderlinge liefde en eenheid van alle joden. Deze liefde en eenheid worden in de eerste zin van de parasja extra benadrukt.
2. Op de eerste avond van Rosj Hasjana wensen wij elkaar- een man/ jongen ‘Le’sjana tova tikateev weteegateem’; een vrouw/ meisje ‘Le’sjana tova tikateevie wetee-gateemie’. ‘ Moge je worden ingeschreven en bezegeld voor een goed jaar.’
3. Op de tweede dag van Rosj Hasjana lezen we het Toragedeelte over de Aké-dat Jitschak – toen G‑d Avraham zei zijn zoon Jitschak te offeren. G‑d testte Avraham en Avraham gaf bereidwillig aan G‑ds verzoek gehoor. Ook Jitschak, hoewel nog maar een kind, aanvaardde zijn lot gewillig. Deze gebeurtenis, die ons een les leert over devotie en zelfopoffering in dienst van G‑d, vond plaats op Rosj Hasjana. Dit Toragedeelte wordt ook gelezen om bij G‑d de herinnering aan onze voorvaderen ‘los te maken’, wij smeken Hem ons omwille van hun verdiensten te redden.
4. Het is gebruikelijk op Rosj Hasjana voedsel te eten dat zoetheid, overvloed en zegeningen symboliseert. Sommigen dopen de challa (traditioneel brood voor de Sjabbat en de feestdagen) in honing. Op de eerste avond van Rosj Hasjana, nadat wij het eerste stukje van de challa hebben gegeten, dopen wij een stukje appel in honing. We zeggen de beracha over de appel en voegen daaraan toe: ‘Moge het Uw wil zijn ons een goed en zoet jaar te schenken.’ Als symbool van het begin, – de ‘kop’ – van het nieuwe jaar, wordt een vissekop geserveerd. Ook eten wij worteltjes – in het Jiddisch mern (‘ver-menigvuldig’) genoemd -, symbolisch voor de zich vermenigvuldigende zegeningen. Op de tweede avond, aan het begin van de maaltijd na de kiddoesj, eten wij een vrucht van een soort die wij dit jaar nog niet eerder hebben gegeten, met de beracha van ‘sjèhègèjanoe’: moge G‑d ons leven blijven schenken zoals hij ons in staat heeft gesteld deze dag te beleven.
5. Na Mincha – het middaggebed – is het gebruikelijk naar een meer of rivier te gaan en gebeden te zeggen (zie het machzor) die de profetie benadrukken: ‘Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen’ (Micha 7:19). Dit is om ons eraan te herinneren dat wij al onze tekortkomingen achter ons moeten laten en dit jaar een nieuw begin moeten maken.
6. Wanneer wij ons tot G‑d wenden om te vragen om genade, vergeving, goed-heid en liefde, als wij Hem vragen ons een goed en zoet jaar te schenken, is het belangrijk extra tsedaka voor goede doeleinden te geven. Op Rosj Hasjana zelf kan deze mitsva worden vervuld door een persoon die daaraan behoefte heeft, voor de Rosj Hasjana-maaltijd uit te nodigen. Voor het kunnen vieren van de feestdagen is het echter van het grootste belang zich vóór Rosj Hasjana ervan te verzekeren dat de minder bedeelden van al het nodige worden voorzien.
ASÈRET JEMEE TESJOEVA
Rosj Hasjana, Jom Kippoer en de tussenliggende dagen worden Asèret Jemee Tesjoeva genoemd: de tien dagen van berouw. In deze periode doen wij Tesjoeva, hebben wij berouw, letterlijk: keren wij dichter naar G‑d terug.
Tesjoeva bestaat uit twee delen: (1) het onderzoek naar de fouten uit het verleden, in het bijzonder iemands verkeerde daden of gebrek aan goede daden en (2) iemands voornemen zijn gedrag te verbeteren, de Tora te volgen en mitsvot te doen. Het éígenlijke begrip Tesjoeva is echter de terugkeer naar G‑d, hetgeen wordt geuit door de dagelijkse levensstijl van Tora en Traditie. Doe eens een mitsva die je niet eerder vervulde; onthoud je van iets verkeerds waarvan je je tot nu toe niet onthield.