Dinsdag begon het Poerim, het Lotenfeest. Op Poerim lezen we de Megilla, de rol van Esther. De geschiedenis van de snode Haman, nakomeling van Amalek, die het Joodse volk georganiseerd wilde uitroeien, gelijk in de Sjoa.
Als je met één vinger wijst naar de ander
Het zal u, geachte lezer, niet ontgaan zijn dat ik me recentelijk nogal heb opgewonden over de vergelijking die de Raad van Kerken meende te moeten maken tussen de Holocaust en de situatie van de Palestijnse christenen in Israël. Maar als je met één vinger wijst naar de ander, de Raad van Kerken in dit geval, wijzen er tegelijkertijd drie vingers naar jezelf en je duim wijst naar boven. Met andere woorden: als je kritiek hebt op een ander, kijk dan tegelijkertijd ook naar jezelf en ook naar je relatie met Boven. En dus neem ik even rust met het bekritiseren van de Raad van Kerken en kijk ik naar me/onszelf vanuit het Poerim-perspectief.
Amalek
Toen het Joodse volk uit Egypte was getrokken en zich bewoog richting de berg Sinai, werden ze geconfronteerd met twee onverwachte oorlogen. Op de zevende dag na de uittocht, toen ze voor de Schelfzee stonden, werden ze van achteren belaagd door de optrekkende legerschare van de Farao die zijn goedkope joodse werkkrachten terug wilde halen en later, toen ze bij Refidiem waren, troffen ze de snode Amalek, de voorvader van Haman, op hun weg, die hen wilde vernietigen.
G’d geeft verschillende opdrachten
En nu zien we iets vreemds: met betrekking tot de eerste oorlog zei G’d tot de Joden dat “Hij voor hen zou strijden en dat de Joden vooral rustig moesten blijven, gewoon verder gaan, negeren”. Daarentegen ten aanzien van de strijd tegen Amalek riep G’d de Joden op “bindt de strijd aan tegen Amalek, vooral niet achteroverleunen”. Waarom bij Oorlog-I rustig verder gaan en de strijd aan G’d overlaten en bij Oorlog-II actief optreden?
Een goed begaanbaar pad
De Joden waren op weg naar de berg Sinai om de Thora, het Jodendom, te gaan ontvangen. Op hun weg daarheen werden ze achtervolgd door de Egyptische legers en voor zich zagen zij een schijnbaar niet door te trekken zee. De Egyptische legerscharen belemmerden hen niet op hun weg naar de Sinai, maar zij achtervolgden hen met het doel om hen terug te halen naar Egypte als slaven. Hier zegt G’d: ga gewoon verder! Houd vast aan de door jezelf uitgestippelde route, de goede weg. IK zorg wel voor de rest… En inderdaad: de Joden lieten zich niet weerhouden om verder te trekken, liepen recht de zee in, en zie… er ontstond een goed begaanbaar pad. En G’d zorgde voor de afwikkeling met het leger van de Farao van Egypte. Het hele leger verdronk in de zee.
Strijd de strijd als het gaat om de ontmoeting met G’d
Bij Amalek was er echter een geheel andere situatie: het volk van Amalek belemmerde de Joden om op te trekken naar de berg Sinai. Zij lieten de Joden niet door. Als Joden gestoord worden om G’d te ontmoeten en Zijn Geboden te ontvangen, dan mogen zij niet met de armen over elkaar gaan zitten en erop vertrouwen dat de Allerhoogste het verder wel zal regelen! Dan moet er een strijd gestreden worden, een oorlog gevoerd.
Op Poerim gedenken wij hetgeen de snode Haman, nazaat van Amalek, ons wilde aandoen. De vernietiging van het Joodse volk. Die dreiging komt van buitenaf in de vorm van een onuitroeibaar antisemitisme. Maar ook van binnenuit ligt Amalek-Haman op de loer.
Als Joden gestoord worden om G’d te ontmoeten en Zijn Geboden te ontvangen, dan mogen zij niet met de armen over elkaar gaan zitten en erop vertrouwen dat de Allerhoogste het verder wel zal regelen! Dan moet er een strijd gestreden worden, een oorlog gevoerd.
G’d zal ons te hulp komen
Als rabbijn, als lid van de Joodse gemeenschap, als Joodse Gemeente worden we vaak geconfronteerd met storende incidenten. We nemen dan, afhankelijk van de situatie, maatregelen. Maar essentieel is dat we niet gaan afwijken van het doel dat we voor ogen hebben. Als er tijdens de sjoeldiensten te veel wordt gebabbeld (wat bijna nooit gebeurt…Poerim-grapje!), dan moeten we daaraan iets doen, maar de sjoeldienst moet overeind blijven en we moeten blij zijn met ieders aanwezigheid en vooral: vertrouwen in de toekomst. G’d zal ons te hulp komen.
Onderneem ook actie
Als er te weinig deelnemers naar bijeenkomsten komen, moeten we proberen om meer belangstellenden te vinden, maar de bijeenkomst zal doorgaan en we moeten vertrouwen hebben in de toekomst. G’d zal ons te hulp komen. Maar als er stoorzenders willen proberen om ons af te brengen van de Joodse weg, onze sjoel te sluiten, de bijeenkomst af te lasten, de weg naar de berg Sinai af te sluiten, de ontmoeting met G’d te verhinderen, als wij Amalek op onze weg tegenkomen, dan dienen wij daartegen op te treden, actie te ondernemen en is alleen vertrouwen op Boven onvoldoende!
Amalek in onszelf
Helaas zien wij maar al te vaak dat de Amalek die wij op onze Joodse levensweg tegenkomen uit onszelf komt, uit onze eigen gemeenschap. Het is triest te moeten aanschouwen dat vaak intolerantie ten aanzien van onze oude waarden en normen belaagd worden vanuit onze eigen gelederen.
En om het nog iets dichterbij te brengen: In ieder mens speelt zich die strijd tegen Amalek af. De getallenwaarde van het Hebreeuwse woord safeek (twijfel) en van Amalek is dezelfde. De meesten onder ons willen de Joodse weg niet verlaten. De weg van onze voorouders, generaties lang. De weg van waarden en normen. De weg van begrip en tolerantie. De weg van respect voor al dat respectabel is.
De oorlog
Maar dan brandt de strijd los. Amalek begint de oorlog. Er ontstaan twijfels… Is het Jodendom nog wel van deze tijd… Misschien achterhaald… Wetenschappelijk bewezen als niet kloppend… Waarom moeilijk doen als een vrij leven zoveel makkelijker is…? Waarom nadenken over ná dit leven…? Over de Schepper? Het Woord van G’d heeft eeuwigheidswaarde en dus zeker ook deze Poerim-les. Een waarschuwing die niet alleen geldt voor het Joodse volk. Ook niet-Joden zijn gebonden aan het geloof in de Eeuwige en aan Zijn zeven Noachidische wetten. En ook zij dienen intern te bekijken hoe het staat met het dienen van de Eeuwige.
Kijk naar jezelf en naar Boven
En om dan toch nog even terug te komen op de Raad van Kerken en hun zorg over hoe de Staat Israël zijn Palestijnse christenen behandelt: kijk ook naar het geestelijk welzijn van je eigen gemeenschap. Ik zie helaas (dus toch nog even dat wijzende vingertje!) dat de meeste christelijke scholen in naam christelijk zijn. maar de Eeuwige is er niet echt meer te vinden. Mijn ongevraagd advies: maak een tocht langs alle christelijke scholen, gewoon hier in Nederland en kom na afloop met een mooi opbouwend verslag van verbeterpunten om de Eeuwige weer op school aanwezig te laten zijn.
Bron: cvi.nl
Amen Rabbijn Jacobs
Eerst naar onze binnenkamer, knielend voor Hem de Allerhoogste Eeuwige Altijd Aanwezige Schepper van Alles Hem eren loven prijzen aanbidden, luisterend naar Zijn Stem die onderwijst, de weg baant voor, ons uit gaat en wij mogen, volkomen vertrouwend op Hem met Hem samen op weg, naar hen die zich afkeren of Hem niet kennen.
Helemaal mee eens Anna
Ik kan mij wel vinden in de kritiek op de kerk. Veel christelijke scholen zijn dat alleen nog in naam. Ook veel kerken en gemeenten kijken nog steeds weg van Israël. Helaas en pijnlijk om dat nog steeds te constateren.
Wat kunnen wij christenen veel leren van Poerim. De geest van Amalek (moge zijn naam gewist worden) is nog spring levend.