In Nederland is het niet altijd voldoende om met bewijzen door de nazi’s gestolen kunstwerken van je familie terug te claimen.

Vertrekkend van normen in heel Europa, is het beleid van Nederland om de belangen van gevestigde erfgenamen van geroofde kunst af te wegen tegen die van de musea die ze bezitten. In sommige gevallen heeft de regering in het voordeel van musea geoordeeld, met de conclusie dat Joodse families de gestolen kunst niet terug mogen krijgen.

Het Nederlandse beleid heeft te maken gehad met juridische gevechten en internationale druk. Nu voegt een regeringscommissie die belast is met het evalueren van de staat van dienst op het gebied van de teruggave van gestolen kunst ook kritiek toe.

De commissie, geleid door een voormalig minister Jacob Kohnstamm, bracht maandag haar eindrapport uit, een week voordat een uitspraak wordt verwacht in een Amsterdamse rechtbank over het bod van een Nederlands museum om een ​​gestolen Wassily Kandinsky ter waarde van $ 22 miljoen te houden.

Het 86 pagina’s tellende rapport , getiteld “Streven naar gerechtigheid”, concludeert dat Nederland een vroege leider was in het aanpakken van de kwestie van gestolen kunst, maar “zijn reputatie is de afgelopen jaren geschaad door een beperkt aantal weigeringen.”

Het is de eerste keer dat de Nederlandse regering openlijk kritiek heeft geuit op de Nederlandse Restitutiecommissie, een adviesorgaan waarvan de oprichting door de regering in 2002 heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van Nederland als pionier op het gebied van kunstrestitutie. De voorzitter van de commissie trad vorige week zonder toelichting af.

De Kandinsky weigering is verreweg het bekendste geval. In 2013 oordeelde de commissie dat het Stedelijk Museum zijn ‘Schilderij met huizen’ niet hoefde terug te geven, ook al was het gestolen van de familie van Holocaust-overlevende Irma Klein.

De commissie noemde onder meer het “algemeen belang” om het werk in het Stedelijk tentoongesteld te houden en zei niets over het aanbieden van restitutie aan het gezin Klein in plaats van het schilderij. Het schilderij “heeft een belangrijke plaats in de collectie van het Stedelijk Museum”, schreef de commissie.

Het dagblad Süddeutsche Zeitung in Duitsland maakte het argument van de commissie belachelijk en vatte de conclusie samen met de betekenis van “te mooi om terug te geven”. De familie heeft een rechtszaak aangespannen en een uitspraak wordt verwacht op 16 december.

Kohnstamm vindt dat de rechtbank tegen het museum moet oordelen.

‘Als je een rechtmatige eigenaar hebt, moet je restitutie bieden’, zei hij deze week tegen een Nederlandse krant.

In het Kohnstamm-rapport werden verschillende bijkomende problemen met het Nederlandse restitutiebeleid opgesomd, waaronder het niet uitvoeren van “structureel herkomstonderzoek” zoals vereist in de  Washington Principles on Nazi-Confiscated Art  – een historisch document waarover in 1998 overeenstemming is bereikt door 44 landen, waaronder Nederland.

Volgens het rapport is het restitutieproces niet transparant genoeg, “te formalistisch” en wordt het door eisers als “niet gevoelig genoeg” ervaren gezien hun emotionele betrokkenheid.

De voorzitter van de Nederlandse Restitutiecommissie sinds 2016, Alfred Hammerstein, is vorige week afgetreden . Hij weigerde te zeggen waarom hij aftrad.

De Nederlandse Restitutiecommissie heeft in de afgelopen 18 jaar 163 uitspraken gedaan over individuele claims, waarvan 79 volledig werden toegewezen, ofwel 48%. Nog eens 19 claims werden gedeeltelijk toegewezen en 39% werd afgewezen.

Het rapport zei dat eisers het werk van de commissie als “traag” ervaren.

In een verklaring verwelkomde de Centrale Joodse Raad van Nederland het rapport-Kohnstamm en zei dat de voorgestelde aanpak “eenvoudiger, gevoeliger en rechtvaardiger” is dan die van de Nederlandse Restitutiecommissie.


Bronvermelding:
Datum:        10-12-2020
Auteur:         Cnaan Liphshiz
Beeld:          Het bewuste schilderij Painting with Houses (Bild mit Häusern) (1909). Foto Stedelijk Museum, Amsterdam.
Website:      joods.nl


 

EN / NL/ עב