We lezen: Exodus 6:2 -44:17
Tora: Exodus 6:2 -44:17
Haftara: Ezechiël  28:25 – 29:21
Apostolische Geschriften: Openbaring 16: 1-21

Introductietekst Ex. 6:2  2 En Ik ben aan Abraham, Izaak, en Jakob verschenen, als de Almachtige (El Shaddai); doch met Mijn Naam HEERE (JHWH) maakte Ik mijzelf aan hen niet bekend.

In het Leerhuis staat de viertiende Parasha “Wa era” centraal “en Ik verscheen”. We zien deze woorden terug in Exodus 6:2-4. In deze passage, zegt Adonai dat Abraham, Izaak, en Jakob Hem alleen kenden bij Zijn naam El Shaddai (de Almachtige), en niet bij Jahweh (YHWH).

Hij zei “Ik ben de HEERE, 2 En Ik ben aan Abraham, Izaäk, en Jakob verschenen, als de Almachtige (El Shaddai); doch met Mijn Naam HEERE (JHWH) maakte Ik mijzelf aan hen niet bekend. En ook heb Ik Mijn verbond met hen opgericht, dat Ik hun het land Kanaän zou geven, waar zij als vreemdelingen leefden.

In de Torah lijkt de uitdrukking, Ik verscheen, gelijk gesteld te worden met Ik maakte mezelf bekend. Adonai openbaart steeds iets over Zichzelf door de namen die Hij gebruikt. Dit zien we door de hele Bijbel heen. We moeten ons realiseren dat dit iets te zeggen heeft, er staan geen ijdele woorden in de Torah. Het onderscheid in namen attendeert op “verborgen wijsheid”. Wanneer we dit ontdekken komen we dichter bij de Bron van hetgeen de Heere ons wil zeggen. Dan worden de woorden Ik verscheen ook omstraald door Zijn licht en gaan we de bedoeling verstaan. De namen van Adonai zijn geen toevalligheden. Door het verstaan van De Naam, Ik ben die Ik ben, gaan Mozes en Aaron gesterkt op pad om Farao te overtuigen dat hij het volk van El Shaddai moet laten gaan. Met die zekerheid mogen ook wij steeds op pad gaan. Ga met de Ene en Eeuwige en Hij zal met je zijn!

Uitzendingen: Elke vrijdag 21:00 uur (herhaling op zaterdag 10.00 uur en 19.00 uur, en zondag 19.00 uur).

Shabbat Shalom!

Presentator: Arnold Visscher

 

EN / NL/ עב