Het Centraal Joods Overleg (CJO), Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers (VBV) en de World Jewish Restitution Organisation (WJRO) zijn woedend op de Nederlandse Spoorwegen. NS maakte vrijdag bekend vijf miljoen euro te geven aan vier herinneringscentra voor de Tweede Wereldoorlog als Wiedergutmachung voor de rol van het concern in de bange jaren ’40-’45. De organisaties vinden dat NS en diens directeur Roger van Boxtel hen hebben overvallen met deze mededeling, omdat ze volgens hen tot nu toe niet zijn gekend in dit besluit. Eerder had het CJO een claim van vijftig miljoen euro bij het bedrijf neergelegd. Daar is klaarblijkelijk te weinig mee gebeurd.
‘Een opgelegd dictaat’
Volgens NS gaat het om een ‘collectieve uiting’ van erkenning die is aanbevolen door de onderzoekscommissie van oud-burgemeester Job Cohen van Amsterdam. Los daarvan hebben circa vijfduizend overlevenden en hun kinderen een individuele tegemoetkoming van het bedrijf gekregen. De drie Joodse organisaties zijn echter witheet omdat de vijf miljoen euro voor de herinneringscentra op vrijdagmiddag aan hen als een fait a compli zijn gepresenteerd. Volgens hen is het besluit van NS ‘als een dictaat opgelegd’.
‘Geen gelijkwaardigheid’
Voorzitter Flory Neter van het VBV legt uit wat ze hiermee bedoelen. NS en de Joodse organisaties zouden met elkaar in dialoog gaan over een collectieve regeling. “Oktober 2019 was het eerste gesprek waarbij gelijkwaardigheid ver was te zoeken. Het tweede contact gisteren [donderdag, red.] middels een beeldschermvergadering was feitelijk een mededeling zonder enige vorm van overleg. VBV en CJO werden geconfronteerd met de creatieve interpretatie door de NS van met name de laatste zin uit de aanbeveling,” aldus Neter, die doelt op het advies van de Commissie Cohen die stelde om tot ‘een collectieve uiting van erkenning te komen van het leed en lot van de grote groep getransporteerde gevangenen, waarvoor geen aanspraak meer op de regeling kan worden gemaakt’.
‘Lange geschiedenis van negeren’
‘De aanbeveling van de Commissie Cohen om in overleg met de betrokkenen tot een collectieve uiting van erkenning te komen werd hiermee geschonden’, schrijven de organisaties nu in een persverklaring. ‘De NS heeft een lange geschiedenis in het negeren van de Joodse gemeenschap. Deze handelswijze van vanmiddag past erin en zet hiermee een gedrag voort, waarvan wij juist gehoopt hadden dat het na de overeenkomst met de heer Salo Muller tot het verleden zou behoren’. Salo Muller is de Joodse Nederlander die een aantal jaar geleden zelf naar NS stapte voor genoegdoening. Na een jarenlange strijd werd zijn verzoek gehonoreerd en kwam het tot stappen van het concern.
Onacceptabel
Volgens vice-voorzitter Ronny Naftaniel is het huidige besluit van NS over de collectieve tegemoetkoming onacceptabel voor Joods Nederland. “De samenwerkende Joodse organisaties zijn zeer ontdaan over dit plan, mede omdat dit niet in samenspraak met ons tot stand is gekomen. We zijn vanmiddag [vrijdag 26 juni, red.] op een dictaat hierover getrakteerd, terwijl de commissie Cohen uitdrukkelijk aanbeveelt de betrokkenen te raadplegen. De vier Herinneringscentra, hoe belangrijk ook, voldoen niet aan twee andere verlangens van de Joodse gemeenschap: Bijdragen aan de continuïteit van de gemeenschap in Nederland en het verlichten van de psychosociale trauma’s die er bij overlevenden van de oorlog zijn.”
Genegeerd
Het CJO, VBV en de WJRO onderkennen dus dat de vier herinneringscentra goede organisaties zijn. Ze gunnen hen het bedrag ook. Maar ze voelen zich genegeerd, geschoffeerd en niet serieus genomen door NS. ‘Een donatie van vijf miljoen euro doet geen recht aan het feit dat vele van de 102.000 vermoorde Joodse Nederlanders met behulp van de NS naar de kampen vervoerd zijn. Het past niet, dat aan de circa vijfduizend overlevenden en hun kinderen in een totaalbedrag van circa veertig miljoen euro wordt uitgekeerd en het de 102.000 vermoorden op deze wijze gemarginaliseerd worden. In het oorlogsleed dat mede door de NS aan de Joodse gemeenschap in Nederland is aangedaan, is vandaag een nieuwe hoeveelheid zout in de wonden toegevoegd’.
Geen overleg
Eerder hadden de Joodse organisaties er bij de NS op aangedrongen, naast aan herinnering, ook bij te dragen aan de zorg voor de groep nog levende oorlogsslachtoffers. ‘Bovendien zou hulp voor de continuïteit van het gedecimeerde Joodse leven in Nederland op zijn plaats geweest zijn. Overleg heeft hierover niet plaats gehad. De NS heeft geheel zelfstandig besloten, we achten dit buitengewoon respectloos. Voor de Joodse organisatie reden om elke vorm van samenwerking met de NS op te schorten’, aldus het CJO, VBV en de WJRO.
Reactie NS
Op vrijdag maakte NS bekend vijf miljoen euro te doneren aan herinneringscentra Kamp Westerbork, Kamp Vught, Kamp Amersfoort en het Oranjehotel [het gevang in Scheveningen waar tegenstanders van de bezetter gevangen zaten, red.]. ‘Door deze ondersteuning geeft NS erkenning van het leed en lot van de grote groep getransporteerde gevangenen die buiten de Individuele Tegemoetkoming vallen’, verklaart het bedrijf. Woordvoerder Geert Koolen van NS zegt dat het concern de reactie van de Joodse organisaties ‘betreurt’. “We hebben geprobeerd het advies van de Commissie zo goed mogelijk uit te voeren. Het gaat om belangen en verschillende organisaties. Wij hebben begrip voor de boosheid, maar betreuren die wel. Onze deur blijft nog altijd open staan.”
Claim: 50 miljoen euro
Eerder legde het CJO al een claim van vijftig miljoen euro neer bij NS voor de veroorzaakte ellende tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit in het kader van de collectieve tegemoetkoming. De overkoepelende organisatie van Joods Nederland was kritisch en vond dat NS, die sinds vorig jaar met een eigen restitutiecommissie werkt, teveel treuzelde bij het maken van afspraken over een collectieve tegemoetkoming en zijn verantwoordelijkheid niet nakwam. “De collectieve tegemoetkoming moet er komen voor al die mensen die niet zijn teruggekomen en wiens kinderen er ook niet meer zijn. Die mensen verdienen die tegemoetkoming,” zei CJO-voorzitter Eddo Verdoner. Hij wilde het geld besteden aan ‘psychische hulp, financiële hulp, hulp aan bejaardentehuizen voor de overlevenden van de Holocaust, en de tweede en derde generatie. Daarnaast aan de opbouw van de Joodse gemeenschap, bijvoorbeeld aan jongerenwerk’.
Geen geld voor Joodse organisaties
In een reactie benadrukte NS dat de Commissie Cohen nooit concreet heeft geadviseerd om ook met een eenmalige, financiële tegemoetkoming over de brug te komen. Wel zou het concern geld uittrekken voor een ‘collectieve uiting van erkenning’ voor de groep die buiten de individuele tegemoetkoming zou vallen. Maar dit geld zou niet rechtstreeks naar Joodse organisaties gaan, zoals het CJO wilde. Op vrijdag kwam NS dus met het besluit om vijf miljoen euro (tien procent van de door het CJO geëiste vijftig miljoen) te geven aan de vier herinneringscentra. NS heeft de herinneringscentra gevraagd het bedrag onder meer te besteden aan educatie voor jongeren, met bijzondere focus op discriminatie waaronder antisemitisme tot aan de dag van vandaag.
Van Boxtel
Na een jarenlang gevecht van Salo Muller om tegemoetkoming van NS voor het feit dat zijn familieleden door het bedrijf waren afgevoerd naar kamp Westerbork, besloot directeur Roger van Boxtel om stappen te ondernemen. NS stelde een restitutiecommissie in onder leiding van ex-burgemeester Job Cohen. In juni 2019 kwam die naar buiten met haar advies aan NS over de tegemoetkoming en het gebaar voor vervolgingsslachtoffers. De commissie adviseerde om individuele uitkeringen te geven aan circa zesduizend Joden, Sinti en Roma die in de jaren ’40-’45 direct of indirect door NS zijn vervoerd naar kampen. NS-directeur Van Boxtel nam het advies meteen over. Ook zou er nog gesproken worden over een collectieve tegemoetkoming.
Analyse
De stap van directeur Van Boxtel om de fouten uit het verleden te erkennen en tot genoegdoening voor slachtoffers en nabestaan over te gaan, kan groots genoemd worden. Voor het eerst was er een NS-directeur die echt tot dergelijke stappen bereid was en tot actie overging. Ook de Commissie Cohen heeft zijn werk naar eer en geweten gedaan. Echter, het probleem zit hem in de collectieve tegemoetkoming en het overleg met de Joodse gemeenschap daarover. Het CJO – en daarmee georganiseerd Joods Nederland – heeft berekend dat de schade die NS aan de Joodse Nederlanders heeft aangericht neerkomt op vijftig miljoen euro. Met die claim heeft NS mogelijk te weinig gedaan. De woede van de Joodse organisaties komt namelijk niet zomaar ergens vandaan.
Tegelijkertijd is NS door de coronacrisis financieel in de problemen geraakt. Vorige maand werd bekend dat het concern in de rode cijfers komt door het instorten van de reizigersaantallen dankzij corona. De rijksoverheid maakt daarom 1,5 miljard euro vrij om NS en de andere landelijke en regionale vervoersbedrijven overeind te houden. Voor een gezond bedrijf is vijftig miljoen euro nog te behappen, maar voor een noodlijdend bedrijf is vijftig miljoen euro relatief gezien veel geld. Maar uiteindelijk gaat het toch om de morele ereschuld van NS aan de Joodse gemeenschap. Vijf miljoen euro voor herinneringscentra is mooi, maar daardoor voelt georganiseerd Joods Nederland zich met recht bekocht. Ook het feit dat er geen geld voor Joodse organisaties komt, steekt. NS heeft aangegeven dat de deur open blijft staan. Een overleg tussen Van Boxtel en de drie Joodse organisaties zou daarom een opening kunnen bieden uit deze impasse.
Bronvermelding:
Datum: 26-06-2020
Auteur: Kemal Rijken
Beeld: Pixabay.com
Website: Jonet.nl